|
SENECA
Onkwetsbaarheid
ingeleid en vertaald door Vincent
Hunink,
Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam
2014
(2e dr. ebook 2014; 3e dr. 2015)
ISBN 978 90 253 0401 0 | 60
blz; EUR 9, 95
[ e-book | ISBN 978 90 253 0402 7 |
EUR 7,99 |]
Stel, je bent tevreden met je leven. Je
voelt een innerlijke rust en je ervaart iets
van werkelijk geluk, doordat je gericht bent
op het goede. Toch ben je er dan nog niet. Het
kan natuurlijk ook misgaan door invloeden van
buitenaf: mensen proberen je een hak te
zetten, te dwarsbomen. Je ervaart onrecht en
pech. Je wordt beledigd, miskend, opzij gezet.
Door zulke negatieve ervaringen raakt een mens
gemakkelijk alsnog uit balans.
Nergens voor nodig, zegt de Romeinse
filosoof Seneca. Je kunt je ertegen wapenen.
Als je je leven echt helemaal op orde hebt ben
je immuun voor externe invloeden. Onrecht en
belediging raken jou niet meer. Ja, mensen
kunnen jou kwaad doen en beledigen, maar het
komt niet aan: op de ware wijze ketst alles
af. Hij staat erboven, lacht erom. En
beschouwt de mensen om zich heen als zieken,
als kinderen of dieren die je eigenlijk niets
kwalijk kunt nemen. Ze weten niet beter, ze
staan op een ander niveau.
Zo schetst Seneca met verve het
ideaalbeeld van de perfecte wijze, die aan de
wisselvalligheden van het lot ontkomt en
ontstijgt aan de grillen van het menselijk
bestaan. Dat is, ook vandaag nog, een
verleidelijk beeld voor iedereen die een druk
bestaan leidt en aan hoge verwachtingen moet
voldoen. Voor mensen die zich tekortgedaan
voelen door het leven of de medemens. Al kan
ten slotte ook de vraag opkomen of zoveel
onkwetsbaarheid niet wat te veel van het goede
is. Wie wil letterlijk door niets of niemand
meer te raken zijn?
Als altijd illustreert Seneca zijn
betoog met pakkende voorbeelden. Bijvoorbeeld
van provocerend optreden door de beruchte
keizer Caligula of van grappige beledigingen.
En natuurlijk ook van wijzen die concreet
gestalte geven aan het ideaal van stug en
dapper doorgaan. Wat er ook gebeurt.
Lucius Annaeus Seneca (5 v.Chr. -
65 na Chr.) was een belangrijk Romein. Opvoeder
van keizer Nero, puissant rijke kapitalist,
fenomenaal schrijver: Seneca heeft vele kanten,
en moderne lezers vinden die niet allemaal even
leuk. Men verwijt Seneca alom hypocrisie,
valsheid en dubbele moraal.
Aandachtige
lectuur van Seneca's geschriften laat zien dat
zo'n negatief oordeel volkomen onterecht is. Als
geen ander is Seneca in staat om in een paar
zinnen kernachtig een existentieel probleem
onder woorden te brengen. Niet veel Romeinse
auteurs zijn zo consequent in hun stof,
thematiek en aanpak. Bij Seneca heb je als lezer
voortdurend het gevoel: dit gaat echt ergens
over.
Dat
geldt voor zijn brieven, maar zeker ook
voor zijn essays. In De constantia
sapientis 'Over de standvastigheid van de
wijze' schildert hij het ideaal van de
onkwetsbare, ideale sto�cijn, die volkomen
onkwetsbaar is geworden.
FRAGMENTEN
UIT 'ONKWETSBAARHEID'
'Ok�, dus
niemand zal de wijze onrecht
proberen te doen?'
Jawel,
maar dat onrecht zal hem niet
bereiken. Hij staat op te grote
afstand van al wat lager is, het
kan hem niet raken, niets
schadelijks kan op hem inwerken.
Het geldt zelfs in het geval van
machtige figuren, die een hoge
positie hebben en sterk staan door
loyale mensen in hun dienst: als
zij eropuit zijn de wijze te
schaden schieten al hun aanvallen
tekort. Die halen het niveau van
wijsheid niet. Net als
projectielen die je met een boog
of machine de lucht in schiet: ze
reiken tot buiten het zicht maar
halen de hemel niet en vallen
terug.
Tja, neem
die domme koning, die met een
massa pijlen het daglicht wegnam.
Wat denk je, zou ook maar ��n pijl
de zon hebben getroffen? En toen
hij ketens in het diepe stortte,
heeft hij daarmee Neptunus kunnen
raken? Hemelse zaken ontsnappen
aan mensenhand. Tempelslopers en
beeldensmelters brengen het
goddelijke geen schade toe. Evenzo
gaat het bij de wijsheid: alle
brute, brutale en arrogante
tegenwerking is vergeefse moeite.
'Maar het
was beter als niemand kwaad wilde
doen!'
Nu
verlang je iets wat voor de
mensheid moeilijk is: vrij zijn
van kwade bedoelingen. En als er
niets kwaads gebeurt is dat in het
belang van de eventuele
boosdoeners, niet van wie dat
kwaad, zelfs als het gedaan wordt,
niet kan ondergaan.
Ja,
misschien wordt de kracht van
wijsheid wel beter zichtbaar als
je kalm blijft onder provocaties.
Zoals je ook het beste kunt zien
dat een generaal op sterkte is met
wapens en mankracht als hij zich
kalm en zeker beweegt in vijandig
gebied.
(...)
Voelt
iemand zich beledigd? Dan
ontbreekt het hem aan wijsheid en
aan zelfvertrouwen: dat is wat hij
dan laat zien. Hij wordt
geminacht, denk hij, het lijdt
voor hem geen twijfel. En dat doet
pijn. Maar die voelt een mens
alleen door een soort
kleinzieligheid, waarmee hij
zichzelf naar beneden haalt en een
stap omlaag doet.
De wijze
wordt echter door niemand
geminacht en hij kent zijn eigen
grootheid. Niemand heeft zoveel
macht over hem, zegt hij tegen
zichzelf. En die irritaties
('psychisch leed' wil ik het niet
noemen) hoeft hij niet te
overwinnen. Die heeft hij niet
eens.
De dingen
waardoor de wijze wel wordt
getroffen, zij het dan niet
omvergegooid, zijn van een andere
orde. Fysieke pijn of zwakte
bijvoorbeeld, of verlies van
vrienden en kinderen, de
catastrofe van oplaaiende oorlog
in zijn land. Dat soort dingen
voelt de wijze, ik ontken het
niet. Want nee, we schrijven hem
niet de hardheid toe van steen of
ijzer. Iets doorstaan wat je
helemaal niet voelt, dat is geen
deugd.
Hoe zit
het dan? Zo: de wijze loopt wel
klappen op, maar wat hij oploopt
komt hij te boven. Hij maakt het
weer goed, hij werkt het weg. Maar
die kleinigheden? Die voelt hij
niet eens. Daartegen zet hij niet,
zoals anders, zijn goede
eigenschap in om narigheid te
verdragen. Nee, hij merkt ze
helemaal niet op. Of vindt ze om
te lachen.
(...)
Chrysippus
vertelt dat een bepaald persoon
verontwaardigd was omdat iemand
hem 'zeekoe' had genoemd. En
Cornelius Fidus, schoonzoon van
Ovidius Naso, hebben we zien
huilen in de senaat, toen Corbulo
hem 'kaalgeplukte kip' had
genoemd. Bij andere beledigingen,
die afbreuk deden aan zijn
karakter en zijn levenswandel,
hield hij zijn gezicht in de
plooi. Maar dit was zo absurd dat
de tranen hem in de ogen sprongen.
Ja, zo zwak staat de ziel als de
rede eenmaal ver te zoeken is.
En we
voelen ons ook beledigd als iemand
onze manier van praten of lopen
nadoet, als iemand een
lichamelijke afwijking of een
spraakgebrek imiteert. Alsof die
dingen van ons bekender worden
wanneer een ander ze nadoet.
Uit:
De constantia sapientis, 4,
10 en 17)
|
RECENSIES
Korte bespreking in: Italië
magazine 24, 2014, nr 5, blz. 102
===
Uit de bespreking door M a r
t i j n M e
i j e r in Filosofie
Magazine 31 oktober 2014, p.72
'... helder vertaald door Vincent
Hunink...'
===
Uit de bespreking door H.R.
in K a t h o l i e k N i e
u w s b l a d van 7 november 2014
'... Hoe dan ook, Hunink slaagt
in zijn voornemen ons de Romeinse wijsgeer
in een levendig alledaags Nederlands te
presenteren. Als Seneca ons toch niet
helemaal overtuigt, ligt dat niet aan
hem.'
===
latest changes
here:
17-09-2017
|
|