Tacitus (ca.
55-117) beschrijft zijn grote geschiedwerken
meestal de politieke realiteit. Daarnaast
richt hij zijn aandacht ook op onherbergzaam
gebied aan de randen van het rijk, waar een
beschaafd Romein eigenlijk niets te zoeken
had. Lezen we Tacitus' teksten over Germanië
in één bundel bij elkaar, dan ontstaat een
uniek beeld van het barre, noordelijke deel
van Europa in de Romeinse tijd. Dit boek, dat
vertalingen bevat van delen uit de Annalen,
de Historiën
en De
Germanen, biedt een gedetailleerde
beschrijving van de Germanen en het gebied
waar ze wonen en van Romeinse militaire
avonturen daarbinnen. In
moerassen en donkere wouden laat zien
dat de Germanen primitieve, bierdrinkende
dobbelaars zijn. Maar ook onvervaarde
krijgers, voor wie de Romeinen maar beter
kunnen oppassen. Tacitus vertelt over
muiterijen en opstanden, ook binnen Romeinse
legers, over wrede moordpartijen en complotten
in de woeste landen voor en achter de Rijn.
Geen wonder misschien dat Rome daarop nooit
volledig greep kreeg. De vertaling omvat de eerder
uitgebrachte teksten uit Tacitus' Germania
en Historiën, en nieuw vertaalde teksten
uit de Annalen. Het materiaal is natuurlijk
herzien voor deze nieuwe uitgave. Alle teksten
worden deskundig toegelicht door Jona
Lendering
FRAGMENT
Strafexpeditie
tegen
de Marsi
[Ann.
1,50-51]
[14
n.Chr.]
(#50) De Germanen
hadden lang vrij spel, en redelijk dichtbij,
doordat wij niets konden doen. Eerst door
publieke rouw vanwege het verlies van Augustus,
later door twist en onmin. Maar dan dringen de
Romeinen in ijlmars door het Caesische woud, tot
achter de door Tiberius begonnen grenslinie,
waar ze hun kamp opslaan. Voor- en achterkant
afgeschermd door een wal, de flanken door
boombarricaden.
Vandaar doorkruist hij
donkere bosschages en pleegt overleg: welk van
de twee wegen nemen? De korte, normale of juist
de slechter begaanbare, minder courante, waar de
vijand dan ook geen bewaking heeft? Met de keuze
voor de langere route wordt voor het overige het
tempo opgevoerd. Verspieders hebben namelijk
bericht dat het die nacht voor de Germanen feest
is, met plechtige maaltijden en spektakel.
Caecina krijgt
bevel met lichtbewapende cohorten vooruit te
gaan en een doorgang door de bossen te banen.
Legioenen volgen kort daarachter.
Gelukkig was het
een heldere sterrennacht en men bereikte de
dorpen van de Marsi. Rondom posten uitgezet. De
mensen lagen er nog altijd her en der, op
aanligbedden, naast tafels. Geen spoor van zorg,
nergens vooruitgeschoven bewaking, een zootje
ongeregeld zonder angst voor oorlog. En vrede?
Hooguit de loomheid van een futloze
dronkemansbende.
(#51) De legioenen
willen wel, en voor ravage op zo groot mogelijke
schaal verdeelt Germanicus ze in vier wigvormen.
En verwoest een gebied van vijftig mijl te vuur
en te zwaard. Sekse noch leeftijd is reden voor
medelijden. Gewone en gewijde zaken, en ook het
bij die stammen meest beroemde heiligdom, dat ze
Tanfana noemen, worden met de grond gelijk
gemaakt. Zonder gewonden onder de soldaten, die
alleen half slapenden, ongewapenden en doelloos
zwervende figuren hadden afgeslacht.
Dat bloedbad
schudde de Bructeri, Tubantes en Usipetes
wakker. Die bezetten de bosschages waardoor het
leger terug moest. Dat besefte de aanvoerder,
die aantrad voor mars én strijd. Deel van de
cavalerie en cohorten hulptroepen voorop,
daarachter het Eerste legioen, bagage in het
midden, met links het Eenentwintigste en rechts
het Vijfde, rugdekking door het Twintigste
legioen. Daarachter nog overige bondgenoten.
Zolang de kolonne
in de bossen uitdijt verroeren de vijanden zich
niet. Dan beperkte aanvallen op flanken en
front, terwijl ze de achterhoede de volle laag
geven.
De dichte hordes
Germanen dreigden de cohorten lichtgewapenden te
ontwrichten. Toen reed Germanicus naar het
Twintigste en riep hun met luider stem toe. Ja,
dit was nu het moment hun muiterij weer goed te
maken. Dus vooruit, snel die schuld omzetten in
eervolle daden!
De strijdlust
laaide op en met één beweging breken ze door de
vijand heen, drijven hem naar open terrein,
slachten hem af. Tegelijk wisten de troepen aan
kop van de stoet de bossen uit te geraken en
aansluitend een versterkt kamp aan te leggen.
Daarna geen incidenten meer
bij de terugtocht en zo komen de soldaten in hun
winterkwartieren. Met zelfvertrouwen vanwege het
recente optreden, de eerdere acties zijn al
vergeten.
RECENSIES
Een
prachtige, lovende recensie door P i e t e
r S t e i n z in NRC
Handelsblad van 17 april 2015, Boeken p.1
'Deze verzameling van alles wat de Romeinse
literator Tacitus over de Germanen heeft
geschreven, is voortreffelijk vertaald.'
'Tacitus was dus in de eerste
plaats schrijver, en daarom mag hij zich
gelukkig prijzen met een vertaler als Vincent
Hunink, die veel gevoel heeft voor het
‘experimentele’ proza van de meester. Hij is
net als Tacitus zuinig met voegwoorden en
bijwoorden en ook lidwoorden zijn schaars.
Waardoor het tempo hoog blijft en de lezer
keer op keer verrast wordt… '
'Het is allemaal kernachtig en met veel
respect voor het oorspronkelijke Latijn
vertaald door Hunink, die de verschillende
fragmenten bovendien inleidt met uitstekend
historisch commentaar. Voor degenen die de
afgelopen jaren zijn eerdere vertalingen van
de Germania en de Historiae hebben
aangeschaft, zijn de doublures van In
moerassen & donkere wouden misschien een
tegenvaller. Maar het moet gezegd: ze winnen
aan kracht in een thematische context. En de
65 bladzijden Annales-vertaling wekken hoge
verwachtingen voor het grote werk dat Hunink
de komende jaren moet verzetten: de integrale
vertaling van de Annales , die van Tacitus ook
in het Nederlands een literaire grootheid zal
maken.'
Recensie (digitaal)
door Karin Nullamento op Jalta.nl
(maart 2015). Daarin veel aandacht voor de
ideologische component in T's teksten en
de receptie ervan
===
Mooie, twee pagina's grote weergave van
interview met P e t e r D
e u r l o in De
Gelderlander, zaterdag 9 mei 2015,
Spectrum p. 4-5.
Citaat over de
vertaling (aan het slot van de
bespreking:) "
Daarbij is Vincent Hunink er fantastisch
in geslaagd Tacitus’ kenmerkende
schrijfstijl te vatten in een prachtige
bondige vertaling."
===
uit de bespreking op archeologienederland.nl
door P i e n H
o r d i j k:
' Oordeel:
Hunink heeft een prachtige vertaling
gemaakt die vlot leest. Na de inleiding
volgt eerst een chronologische tijdlijn.
Aan het eind van het boek is een
uitvoerige verklarende namenlijst
opgenomen. Het commentaar dat door
Lendering bij de fragmenten geleverd
wordt leest eveneens zeer prettig en
biedt een brede context. Daarnaast maakt
dit commentaar treffend duidelijk wat
als feitelijk dan wel als fictief kan
worden aangenomen. Mede door deze
toelichting vormt de vertaling een mooie
nieuwe aanwinst die het verdient om
gelezen te worden. Naast historici,
classici en archeologen is het ook een
aanrader voor mensen die kennis willen
maken met de interessante teksten van
Tacitus.'
uit een fijne recensie in het Nederlands
Dagbladvan vr 29 mei 2015 door
M a r c J a n s s e n s:
'Zo blijven veel feiten overeind, maar is de
inkleuring vaak van Tacitus zelf. Die
inkleuring is overigens wel heerlijk om te
lezen en komt in de vertaling van Vincent
Hunink prachtig tot uiting.'
...
'... luidt het in de adequate vertaling van
Hunink.Vaak kenmerkt zijn vertaling zich
door een soort staccato-Nederlands dat het
geheel vaart geeft,maar ook aansluit bij het
lastige, compacte Latijn van Tacitus.'
...
'Tacitus lezen in de vertaling van Hunink is
een feest en biedt bijvoorbeeld aardige
achtergrondinformatie over de vraag waarom
de brug van de A50 tussen de knooppunten
Ewijk en Valburg over de Waal sinds 2011 de
‘Tacitusbrug’ heet. Een brug in dit gebied
vormde het decor waar de Romeinse generaal
Cerialis en de Bataafse leider Civilis
elkaar voor vredesgesprekken ontmoetten.'