VELLEIUS PATERCULUS
VAN TROJE
TOT TIBERIUS
de geschiedenis van Rome
vertaald en toegelicht
door Vincent Hunink
ingeleid door Jona Lendering
Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam 2011
ISBN 978 90 253
6849 4; 250 p.; EUR 19,95
Sommige werken in het genre van de
Romeinse historiografie behoren tot de top van de wereldliteratuur. Dat geldt
zeker voor Cornelius Tacitus (Historiën en Annalen),
maar ook voor meesters van het woord zoals Julius Caesar (Gallische
oorlog) en Sallustius. Andere
geschiedschrijvers zijn haast onvermijdelijk in de schaduw van deze grootheden
gebleven. Toch bieden ook zij veel belangwekkende informatie in literair
waardevolle werken.
Een goed voorbeeld van zo'n onderbelichte auteur is Velleius Paterculus, die
leefde rond het begin van onze jaartelling (ca. 19 v.Chr.-31 n.Chr.). In zijn
geschiedwerk Historiae Romanae ('Romeinse geschiedenissen') belicht hij
de geschiedenis van Rome vanaf de allervroegste tijd, kort na de val van Troje,
tot in zijn eigen dagen. Die eigen tijd valt samen met het regering van de
Romeinse keizer Tiberius (42 v.Chr. - 37 n.Chr.; keizer vanaf 14 n.Chr.).
Na een succesvolle militaire en bestuurlijke carrière, waarin Velleius onder
meer jarenlang in Germanië diende onder Tiberius (destijds nog geen keizer),
wijdde Velleius zich aan de geschiedschrijving. Hoewel hij aandacht besteedt aan
de vroegste geschiedenis van Rome haast hij zich naar meer recente perioden
zoals de woelige eerste eeuw v.Chr. en de tijd van de vroegste keizers,
inclusief zijn beschermheer Tiberius. Zijn sympathie gaat daarbij zonder
voorbehoud uit naar Tiberius en een van zijn machtige vertrouwelingen, de
beruchte Sejanus. Laatstgenoemde viel in 31 in ongenade bij Tiberius. Mogelijk
is Velleius in Sejanus' kielzog meegesleept en in datzelfde jaar ter dood
gebracht.
Mede door zijn loyaliteit aan Tiberius geeft Velleius een uitgesproken vleiend
beeld van vooral diens regime. Daarmee wijkt hij sterk af van het extreem
negatieve Tiberius-beeld van andere auteurs zoals de genoemde Tacitus en de
biograaf Suetonius. Latere generaties, vooral beïnvloed door die beroemde
auteurs, hebben daardoor een afwijzende houding ten opzichte van Velleius. Ook
worden hem diverse gebreken en tekorten verweten, zoals matig historisch
inzicht, onbetrouwbaarheid inzake feiten en onevenwichtigheid.
Het is maar de vraag in hoeverre die verwijten houdbaar zijn. Specifiek voor
Velleius zijn ze in feite niet. Verder valt nog te bezien of de vermeende
nadelen werkelijk afbreuk doen aan het belang van Velleius als schrijver en de
leesbaarheid van zijn tekst. Voor literaire lezers zijn misschien juist de
punten waarop hij zo afwijkt van andere klassieke auteurs interessant.
Ook Velleius' vleierij van Tiberius hoeft niet op voorhand te gelden als een
nadeel. Tegenwoordig is er juist meer begrip gekomen voor het motief 'keizerlof'
in de Romeinse literatuur, en voor de literaire vakkundigheid waarmee schrijvers
(zoals bijvoorbeeld Martialis) op dit punt te werk gaan. Daarmee komt voor het
eerst ook ruimte voor een auteur zoals Velleius.
Deze integrale
vertaling, de allereerste ooit in het Nederlands, is in het voorjaar van 2011
verschenen.
In juni 2010 is mij
voor de vertaling een projectwerkbeurs toegekend van het
Nederlands Letterenfonds.
FRAGMENT
Toentertijd was Griekenland
het toneel van enorme volksverhuizingen. De Achaeërs werden verdreven uit
Laconië en vestigden zich in het gebied waar ze nu nog zitten. De Pelasgen
verhuisden naar Athene en een jonge krijger genaamd Thessalus, van huis uit een
Thesprotiër, bezette met een grote troepenmacht van landgenoten de streek die
nog altijd naar hem Thessalië heet; voordien noemde men dat de staat van de
Myrmidonen.
Op grond hiervan is het
verbazend dat schrijvers over de Trojaanse oorlog die streek aanduiden als
Thessalië. Dat gebeurt vaak, in het bijzonder bij de tragici, die dit eigenlijk
het minst zouden mogen. Want zij spreken niet zelf als dichter, maar zeggen
alles bij monde van mensen die leefden in die tijd. En beweert iemand dat de
bewoners van de streek Thessaliërs heten naar Hercules' zoon Thessalus, dan moet
hij maar eens verklaren waarom dat volk pas na die tweede Thessalus die naam
voerde.
Kort daarvoor heeft Aletes,
zoon van Hippotes, de zesde generatie na Hercules, op de Isthmus Corinthe
gesticht, de sleutel tot de Peloponnesus, op de plek van het voormalige Ephyre.
We hoeven echter niet verbaasd te zijn dat Homerus Corinthe noemt. Want hij
spreekt zelf als dichter waar hij de stad en bepaalde Ionische kolonies aanduidt
met de namen die ze in zijn eigen tijd hadden: ze zijn pas lang na de inname van
Troje gesticht. (1,3)
Zie ook:
Fragment over Varus en het Teutoburgerwoud, gepubliceerd in Hermeneus 2009
IN DE MEDIA
Het boek is kort vermeld in de NRC van 14
april 2011, in een verzamelstuk van Pieter Steinz.
Velleius Paterculus: Van Troje tot
Tiberius (vert. Vincent Hunink, A-P&vG, 239 blz. €19,95); een
wereldgeschiedenis van Rome, met een heldenrol voor de vaak verguisde keizer
Tiberius.
Het boek is kort vermeld in de Trouw van 23
april 2011, in de rubriek 'nieuwe non-fictiie'.
'Voor het eerst in het Nederlands vertaald'
RECENSIES
Fraaie recensie door P a t r i c k
G o u w op de site van de Athenaeum -boekhandel (11 april 2011).
Klik voor directe link naar volledige tekst
hier.
Enkele fragmenten:
'Kan een slecht historicus een waardevol boek schrijven? Ja, wanneer hij
ooggetuige blijkt te zijn geweest van belangrijke gebeurtenissen en moderne
maatstaven voor historisch onderzoek worden losgelaten. Voor het eerst is het
geschiedwerk van een tijdgenoot van de Romeinse keizers Augustus en Tiberius
in het Nederlands vertaald als Van Troje tot Tiberius. Historici zijn
sceptisch; onbekend maakt nu eenmaal onbemind, maar in het geval van Velleius
Paterculus is dat niet terecht.'
'Dat hij nu tot ons spreekt via vertaler
Vincent Hunink is niet alleen een groot genoegen, maar geeft hem ook een
verdiende plaats in het spectrum van gekende Romeinse geschiedschrijver.'
'Het werk van Velleius Paterculus is nooit
eerder in het Nederlands vertaald. Ongetwijfeld heeft zijn lage status in de
academische wereld daar aan bijgedragen. Maar ook op stilistische gronden heeft
men hem lange tijd niet de moeite van het vertalen waard gevonden. En inderdaad,
zijn stijl is bij tijd en wijlen nogal onbeholpen. Daarnaast grossiert hij nogal
in vaag en gewichtig taalgebruik. Dit alles vraagt om veel doorzettings- en
inlevingsvermogen bij een vertaler. Vincent Hunink slaagt daarin wonderwel en
weet tot een leesbaar geheel te komen, zonder de doorgaans lange
zinsconstructies van de antieke tekst geweld aan te doen. Mede door de gedegen
inleiding van Jona Lendering wordt Velleius Paterculus op heldere wijze in de
context van zijn eigen tijd geplaatst. Tegen die achtergrond worden zijn sterke
en zwakke kanten duidelijk en dringt de onvermijdelijke conclusie zich op dat de
Historia Romana een geschiedwerk is dat het verdient om door een breed
publiek gelezen te worden.'
---
beschrijving en interview in:
LINGUAAN (blad van het Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers),
22, juli 2011, 13-14 door T e s s a v a n
S w i e t e n. Voor de volledige tekst klik
hier.
---
'...een alleszins belangwekkende tekst. De
heldere vertaling van Vincent Hunink en de informatieve inleiding van Jona
Lendering maken dit werk nu ook voor een Nederlands lezerspubliek toegankelijk.'
uit de bespreking door B e r t
O v e r b e e k in Geschiedenis Magazine 5, juli/aug
2011,57
---
'Dank zij de onverdroten vertaalactiviteit
van Vincent Hunink kunnen we voortaan ook in een Nederlands dat de levendige
stijl van Velleius Paterculus alle recht doet, kennis maken met het werk van
deze minder bekende Latijnse auteur. (...)
De vertaling wordt voorafgegaan door een bijzonder lezenswaardige inleiding
waarin J. Lendering beknopt maar helder de betekenis van Paterculus belicht en
nader ingaat op de historische context waarin Paterculus en zijn oeuvre moeten
gesitueerd worden.'
uit de bespreking door R o b e r t
D u t h o y op de site van der VVLG (Vlaamse Vereniging Leraren
Geschiedenis en Cultuurwetenschappen). Voor de volledige tekst klik
hier.
---
recensie door P i e t G e r b r a n d y. Volledige tekst:
'Luxezucht en lage lusten
In 30 A.D. schreef Velleius een geschiedenis van Rome; derderangs maar tóch het
lezen waard.
Herodotus, Thucydides, Livius en Tacitus, dat zijn de geschiedschrijvers uit de
Oudheid die iedereen op zijn minst van naam kent, en hun werk wordt terecht
steeds opnieuw vertaald. Dat ligt niet aan het belang van de gebeurtenissen
waarvan ze verhalen. Een groot deel van wat Herodotus en Livius vertellen is
immers van een twijfelachtig waarheidsgehalte, het door Thucydides
becommentarieerde conflict tussen Sparta en Athene is vanuit mondiaal
perspectief van weinig betekenis geweest, en Tacitus' roddels over de
keizerlijke familie getuigen van een morbide blik. Wat dit viertal tot grote
schrijvers maakt, is hun vermogen een spannend, psychologisch gelaagd verhaal te
vertellen in een stijl die de aandacht vasthoudt.
Die autoriteit ontbreekt bij Velleius Paterculus, een Romeinse militair en
politicus die in het jaar 30 een onevenwichtig werkje publiceerde, dat begint
bij de val van Troje en doorloopt tot de regeringsperiode van keizer Tiberius.
Velleius heeft een verschrikkelijke stijl, weet geen verhaal te componeren en is
niet geïnteresseerd in de interpretatie van historische processen. Dat maakt hem
tot een derderangs auteur. Dat het toch de moeite waard is hem te lezen, komt
doordat hij schrijft over gebeurtenissen die hij zelf van nabij heeft
meegemaakt, en vooral door zijn bijna kinderlijke bewondering voor Tiberius, die
hij persoonlijk goed kende. Daarnaast weet hij de figuranten van de geschiedenis
soms in een paar trefzekere zinnen te typeren.
Vincent Hunink heeft het onbeholpen proza van Velleius met smaak vertaald. Over
Augustus' dochter Julia staat er dat zij 'geen enkele vrouwelijke schanddaad,
actief dan wel passief, in luxezucht en lage lusten, ongedaan liet'. En bij
Tiberius 'weet je gewoonweg niet waarover je verbazing groter moet zijn: zijn
constante mateloosheid in inspanningen en gevaren of zijn matigheid in
ereblijken'. Velleius moet een aardige man geweest zijn, dat proef je uit iedere
pagina.'
bespreking door P i e t G e r
b r a n d y , in de Volkskrant van za 5 november 2011, p.52
---
'(...) in zijn vertaling kiest Hunink voor de middenweg tussen
een slaafse weergave van Velleius’ protserige en retorische volzinnen en een
volslagen ontkenning van de soms onnatuurlijke stijl van de Romein. Daarmee
geeft hij deze eerste vertaling van de Historia Romana een grote leesbaarheid
mee én een eigen kleur à la Velleius, zoals hij daarin ook slaagde met zijn
vertalingen van bijv. Tacitus en Apuleius.'
uit de bespreking door P a t r i c k
L a t e u r in Kunsttijdschrift Vlaanderen
2012, p. 319
---
latest changes here: 17-09-2017
|