HET
ORAKELBOEK
vertaald en toegelicht
door Vincent Hunink
en Floris Overduin
Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam
2011
(ook als ebook 2011)
ISBN 978 90 253 6835 7; 110 blz.; EUR 10,-
Wat deed je als je in de Oudheid antwoorden op
je levensvragen zocht? Je ging naar het orakel
van Delphi, bezocht een magiër, óf je
raadpleegde het befaamde
Orakelboek op naam van Astrampsychos.
Het werd in het oude Griekenland, maar ook in
latere tijdperken, fervent gebruikt als
doe-het-zelf-orakel. Het boek geeft antwoord
op alle belangrijke (en onbelangrijke) vragen
in het leven.
‘Ga ik failliet?’, ‘Blijft
mijn vrouw bij me?’, ‘Zal ik promotie maken?’,
‘Zal ontdekt worden dat ik vreemdga?’ ‘Krijg
ik een grote erfenis?’: dit is slechts een
greep uit de vragen die het Orakelboek
beantwoordt. Eeuwenlang gold het als raadgever
in gevallen van nood en onzekerheid over de
toekomst. Het boek is dan ook zeer gemakkelijk
in gebruik voor wie snel moet weten of hij
vergiftigd is, of hij als slaaf wordt
verkocht, en of hij een ziekte overleeft.
Ter
gelegenheid van de Week van de Klassieken 2011
is dit authentieke boekwerkje nu voor een
groot Nederlandstalig publiek vertaald.
FRAGMENT
INLEIDING:
BRIEF VAN DE AUTEUR
Geachte koning Ptolemaios,
Niets goeds en voor het menselijk leven nuttigs
mag voor U verborgen blijven! Ik besef dat U
daarvoor bijzondere interesse hebt en er alles
van wilt weten. Daarom zend ik U nog een boek,
waarvoor ik grote moeite heb gedaan. Uit
heiligdommen heb ik zaken opgediept die voor U
nog verborgen leken, en deze maak ik thans
openbaar. Zo blijft voor U niets onbekend van
wat U toekomt.
Het boek is een
uitvinding van de filosoof Pythagoras, en het
biedt een blik op de toekomst via getallen. Als
U het werk doorneemt, zult U merken dat dit zo
is.
Aan het begin
staat een overzicht van de afzonderlijke vragen
waarmee mensen U benaderen. Naast elke vraag
staat een getal, beginnend met 12 en dan zo
verder.
Neemt U het
getal dat hoort bij de vraag (dus bij wat de
vragensteller aan U voorlegt) en onthoudt U dat.
Laat de vragensteller dan een lot trekken en U
een willekeurig getal noemen tussen 1 en 10.
Onthoud dat getal en tel het op bij het eerdere
getal van de vraag.
Als U dan
verder gaat, vindt U een pagina met cijfers in
zwart, beginnend bij 13 en dan normaal verder,
met daarnaast cijfers in rood, niet op volgorde
maar kris-kras door elkaar, voor antwoorden op
de vragen. Zoek hier het zwarte getal dat de som
is van het vraaggetal en het getal dat de
vragensteller noemde, en neem het bijbehorende
rode getal. Ga door naar de antwoordlijsten en
zoek in aanwezigheid van de vragensteller de
antwoordlijst met het nummer van het rode getal.
Bekijk de
lijst. U ziet dan aan het begin van elke regel
een getal. Naast het getal dat de vragensteller
als zijn lotsgetal noemde vindt U het
bijbehorende antwoord. Geeft U dat antwoord.
Een voorbeeld.
Stel, iemand vraagt 'Maak ik promotie?' (vraag
16) en noemt U als lotsgetal het cijfer 5. Dat
maakt samen 21. Zoek dit getal, in aanwezigheid
van de vragensteller, op de pagina met getallen
die, zoals gezegd, in het zwart staan. Daarnaast
vindt U dan in rood het getal 8. Zoek nu in
aanwezigheid van de vragensteller antwoordlijst
8. Hier vindt U naast het getal 5, dus het
lotsgetal, het antwoord: 'Over een tijdje maak
je promotie zoals je wilt.'
Deze methode is
vóór U ook gebruikt door koning Alexander de
Macedoniër, die heerser over de wereld is
geworden. Als U er evenzo gebruik van maakt,
zult ook U onvergankelijke roem oogsten bij alle
mensen.
Hoogachtend,
Astrampsychos.
IN DE MEDIA
[ 1. ] NRC
In de rubriek
'Deze week spreekt...' door L i e s b e t
h K o e n e n, in NRC
Handelsblad 11 april 2011, p.18.
Deze week spreekt Vincent Hunink in Amsterdam
over het Orakelboek
‘Het
antwoord op alle vragen’ is de ondertitel van
het Orakelboek, een slim in elkaar gezette
‘glazen bol’ uit de Romeinse tijd. Het is net
vertaald door classicus en buitengewoon
productief vertaler Vincent Hunink (1962).
Hunink is docent Klassiek Latijn en
Vroegchristelijk Grieks en Latijn aan de
Nijmeegse Radboud Universiteit.
Waarover orakelt het Orakelboek?
Het gaat om min of meer eeuwige kwesties. Word
ik rijk, blijf ik leven, krijg ik een vrouw, een
kind? Er zijn zo’n honderd vragen, van ‘Kan ik
op reis zonder risico?’ tot ‘Komt de gevangene
vrij?’. Als je het Orakelboek wilt raadplegen,
zoek je de vraag die het beste past bij wat je
wilt weten. En dan neem je een getal tussen een
en tien in je hoofd. Via een paar
omrekentabellen kom je vervolgens in het
antwoorddeel terecht. Elke vraag heeft tien
verschillende antwoorden, die kriskras door
elkaar staan. Het getal in je hoofd brengt je
bij het juiste antwoord. Bijvoorbeeld: ‘Je
verzoent je met je vrouw, maar niet zoals je
hoopt.’ of ‘Je krijgt je benoeming.’ Het zit
goed in elkaar.
Hoe werd het indertijd gebruikt?
Heel precies weten we het niet, maar het lijkt
het materiaal van een orakelgever, een soort
waarzegger. Het is een boek met trucs. Het moet
een onpeilbare indruk gemaakt hebben hoe zo’n
man het goede antwoord tevoorschijn toverde. Als
je de antwoorden per vraag bekijkt, zie je ook
het verneukeratieve: er zijn meer positieve dan
negatieve antwoorden. Mensen horen nu eenmaal
niet graag dat ze gauw doodgaan. Het heeft veel
weg van horoscopen. Dit is alleen helemaal
doorgestoken kaart, het getal in je hoofd is een
schijnmanoeuvre.
Er bestaan veel versies van het Orakelboek, die
doorlopen tot in de Middeleeuwen. Onder meer
omdat er een bisschop in voorkomt, moet deze uit
de vroegchristelijke tijd zijn, de derde of
vierde eeuw. Dit is overigens uit het Grieks
vertaald – wat ik samen met Floris Overduin
gedaan heb. Grieks was het Engels van de
oudheid.
Er bestond geen Nederlandse vertaling?
Nee, en zelfs twintig jaar geleden zouden we nog
weggehoond zijn: zo’n tekst werd niet serieus
genoeg gevonden. Dit is echt een gebruikstekst.
En hij is nog altijd heel toegankelijk. Je hoeft
er niet eerst jaren voor gestudeerd te hebben,
wat eigenlijk wel zo is voordat je van pakweg
Horatius kunt genieten.
Tegenwoordig willen ook classici veel meer weten
van het alledaagse, gewone leven. Maar voor het
bronnenmateriaal moet je het meestal hebben van
toevalstreffers, zoals Vindolanda, een Romeinse
legerplaats in Engeland, waar ze in de puinhopen
verkoolde plankjes hebben gevonden met
correspondentie van een leger in functie. Ook
dingen als een kattebelletje van de
commandantsvrouw die een andere vrouw op haar
verjaardag uitnodigt.
Zelf al veel antwoorden op levensvragen
opgezocht?
Zeker. Ik zie het als een spel. En ik hoop dat
mensen nieuwe versies gaan maken, met in de
antwoorden en vragen moderne zaken. Niet ‘word
ik bisschop?’ maar ‘word ik CEO?’.
Zondag spreekt dr. Vincent Hunink over het
‘Orakelboek’. 15.00 uur. Boekhandel Scheltema
Selexyz, Koningsplein 20 Amsterdam. Toegang:
gratis. Reserveren:
promotie.scheltema@selexyz.nl
[tekst
overgenomen met vriendelijke toestemming van
de auteur]
===
[2.] RADBOUD NIEUWS
[tekst door
I r i s R o g g e m a ]
Vraag
het orakel: gaat mijn man vreemd?
Wisten we maar wat de
toekomst brengt... Wat zou dat het leven veel
makkelijker maken. Dat deze behoefte van alle
tijden is, blijkt wel uit Het Orakelboek,
het antwoord op alle vragen, dat deze
week in vertaling van classicus Vincent Hunink
en Floris Overduin, beiden van de Radboud
Universiteit, verschijnt.
Elke dag eerst anderhalf, twee uur vertalen.
Een halve bladzijde, vijftien regels. Zo doet
de Nijmeegse classicus Vincent Hunink het al
twintig jaar. ‘Het gaat langzaam, maar na een
paar maanden heb je dan toch weer een
stapeltje.' En zo kan het dat deze Week van de
Klassieken weer drie nieuwe
vertalingen van zijn hand verschijnen,
al dan niet in samenwerking met een collega.
Hoe, wie, wat, waar?
Met Floris Overduin vertaalde
Hunink Het Orakelboek, een
intrigerende tekst waarin via mysterieuze
berekeningen het antwoord gevonden kan worden
op prangende vragen als: wat brengt de
toekomst? Word ik gelukkig? Ontdekt mijn man
dat ik vreemd ga? Krijg ik promotie? Wordt
mijn kind weer beter?
‘Het is een echte gebruikstekst, die eeuwen
lang steeds weer is aangepast aan actuele
vragen. De oorsprong van de tekst ligt in de
Hellenistische periode, dus voor de
jaartelling. De tekst die wij vertaald hebben
heeft sporen van het christendom en stamt uit
de derde, vierde eeuw. Het was een populair
genre, niet alleen voor de elite. Ik denk dat
het boek gebruikt zal zijn door waarzeggers om
op een indrukwekkende manier tot een antwoord
te komen. Overigens: de antwoorden zijn vaker
positief dan negatief. Mensen worden toch
liever gerustgesteld, daar werd kennelijk
rekening mee gehouden. Alleen bij vragen over
ziekte en bevalling zie je dat het orakel
voorzichtiger was.'
‘Zelf stel ik ook vragen aan het boek, dat is
een leuk spelletje,' vertelt Hunink. ‘Maar ik
ga wel door tot ik een goed antwoord heb. Zo
zal het oorspronkelijk niet gebruikt zijn...'
Orakelnacht
Morgenavond treedt Vincent Hunink op
tijdens de ‘Nacht van het
orakel' in Amsterdam, de officiële
opening van de vierde editie van de week van
de klassieken. Het thema is dit jaar geld.
Misschien dat het tijd is voor een actuele
toevoeging als: moet ik mijn geld van de beurs
halen?en Win ik de staatsloterij?
Vincent Hunink (1962) is
universitair docent Klassiek Latijn en
Vroegchristelijk Grieks en Latijn bij de
opleiding Griekse en Latijnse Taal en
Cultuur van de Radboud Universiteit
Nijmegen. In 2006 ontving hij de
Publieksprijs van Oikos, de landelijke
onderzoeksschool voor klassieke studies.
Zijn veelbesproken vertaling van Tacitus' Historiën
(2010) is genomineerd voor de NKV prijs
2011.
De Week van de
Klassieken wordt sinds enkele jaren
in de lente gevierd. Het is initiatief van
de Amsterdamse uitgeverijen Athenaeum en
Ambo in samenwerking met een aantal musea
(Allard Pierson Museum Amsterdam, RMO Leiden
en Valkhof Museum Nijmegen) en instellingen
zoals het Nederlands Klassiek Verbond. In
die week is er speciale aandacht voor de
Griekse en Romeinse oudheid, door middel van
lezingen en manifestaties, een landelijke
quiz en speciale boekuitgaven. Zo is er een
apart klassiek geschenkboekje, dat gratis
verkrijgbaar is bij aankoop van een van de
zeven actietitels. Dit jaar is het boekje
geschreven door Rosita Steenbeek. / Iris
Roggema
[bron:
http://www.ru.nl/nieuws/]
directe URL
===
[3.] NRC
Uit
bespreking van verschillende titels in het
kader van de Week van de Klassieken, door
Pieter Steinz, NRC Handlesblad, boeken p. 6,
14 april 2011:
WEEK VAN DE
KLASSIEKEN
De ‘Week van
de Klassieken’ (die t/m 24 april duurt) heeft
als thema ‘Geld’. Aan de zeven actietitels –
oftewel de boeken die bij aankoop recht geven op
het geschenkboekje Parels van Rome van
Rosita Steenbeek (zie Boeken, 07-04-11) – is dat
overigens niet af te zien. Die hebben alleen in
de verste verte iets met het thema van doen.
Neem bijvoorbeeld Orakelboek, het antwoord
op alle vragen, vertaald en toegelicht
door Vincent Hunink en Floris Overduin
(A-P&vG, 136 blz. € 10,-). Hierin staan 100
vragen en 1000 antwoorden die door de
laat-Romeinse, Grieks schrijvende Egyptenaar
Astrampsychos met veel gevoel voor kabbalistiek
aan elkaar gekoppeld zijn.’Word ik vermogend?’
is een van de vragen waarvoor de ouden dit
boekje raapleegden; intrigerender zijn ‘Ben ik
vergiftigd’, ‘Ga ik weg bij mijn vriendin?’ en
‘Heb ik profijt van mijn vriend?’
[4.] OVERIGE MEDIA
Floris Overduin
werd over het boek geïnterviewd in het NCRV
radio2 programa Cappuccino op zaterdag 7
april 2011
---
De berichten
uit de NRC en NRC next (zie boven) zijn vermeld
in het RU overzicht 'In de media' van 12 april
2012
---
Vincent Hunink
werd geïnterviewd in 'Babel', VRT Radio Klara op
12 april 2011
---
Vincent Hunink
presenteerde het boekje in een 10m durende
voordracht tijdens de Nacht van de Klassieken,
de openingsavond van de Week van de Klassieken
te Amsterdam, op 13 april 2011
---
[5.] uit:
LINGUAAN (blad van het Nederlands
Genootschap van Tolken en Vertalers), 22, juli
2011, 13-14
tekst door T
e s s a v a n S w i e
t e n
Klassieke werken in vertaling
Van 13 t/m 24 april vond voor de
vierde keer de Week van de Klassieken plaats.
Elk jaar wordt dan op initiatief van de
uitgeverijen Atheneum en Ambo aandacht besteed
aan klassieke teksten en schrijvers. Er worden
nieuwe boeken uitgebracht rond het thema
oudheid, waaronder ook vertalingen. Verder
dragen talloze culturele instellingen en musea
hun steentje bij aan dit evenement: zij
organiseren speciale tentoonstellingen,
lezingen en andere activiteiten.
Van uitgeverij Atheneum - Pollak
& van Gennep zijn tijdens de Week van de
Klassieken 2011 onder andere twee vertalingen
van Vincent Hunink verschenen: Van Troje
tot Tiberius en het Orakelboek.
Vincent Hunink is universitair docent Klassiek
Latijn en Vroegchristelijk Grieks en Latijn
aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Sinds
1990 is hij actief als vertaler van de meest
uiteenlopende teksten uit het Latijn en
Grieks. Sommigen van jullie zullen hem al
kennen van onze Hiëronymusdag 2010, waar hij
een van de sprekers was. Ook nu was hij bereid
een aantal van onze vragen te beantwoorden,
met als resultaat het kleine interview
verderop. Het Orakelboek heeft hij
samen met zijn collega Floris Overduin
(universitair docent Klassiek Grieks)
vertaald.
Van Troje tot Tiberius
Van Troje tot Tiberius
is de eerste Nederlandse vertaling van het
geschiedwerk Historiae Romanae van
Velleius Paterculus. Velleius beschrijft
hierin de geschiedenis van Rome vanaf de
vroegste tijd tot zijn eigen tijd, waarin
keizer Tiberius aan de macht was. Allerlei
onderwerpen passeren de revue, van de
stichting van Rome, de moord op Julius Caesar
en de Romeinse burgeroorlogen tot de
heerschappij van keizer Augustus en later die
van Tiberius.
Een van de redenen dat dit werk nog
niet eerder naar het Nederlands is vertaald,
is volgens Jona Lendering (schrijver van de
inleiding) waarschijnlijk de lage status van
Velleius in de academische wereld. Moderne
historici hadden lange tijd geen hoge pet van
hem op. Dit kwam enerzijds door zijn
aanhoudende lof voor Tiberius, die door latere
auteurs juist negatief is neergezet,
anderzijds doordat hij de gebeurtenissen
alleen chronologisch ordende, zonder er
verklaringen voor te zoeken. Het negatieve
beeld van Tiberius is nu gedeeltelijk
bijgesteld, waardoor de waardering voor
Velleius ook groter is geworden.
Wat zijn boek interessant maakt, is
dat hij een van de weinige auteurs is die de
heerschappij van Augustus en Tiberius zelf
heeft meegemaakt. Hierdoor kan hij goed en
levendig beschrijven hoe de mensen in die
periode dachten. De levendige beschrijvingen
zorgen ervoor dat het boek van het begin tot
het einde boeit. Ben je een leek op het gebied
van de Romeinse geschiedenis, dan zal
het je misschien wel eens duizelen door de
talloze namen en jaartallen!
Het Orakelboek
Het Orakelboek is een boekje van een
heel ander, luchtiger genre. Vrijwel iedereen
heeft wel eens van het orakel van Delphi
gehoord, waar in de oudheid mensen van heinde
en verre naartoe kwamen om een antwoord te
krijgen op hun levensvragen. Niet iedereen
ging hiervoor speciaal naar Delphi. Het
orakelboek was eeuwenlang een populair genre,
dat steeds werd aangepast aan actuele vragen.
Waarzeggers gebruikten het om de toekomst van
hun raadplegers op mysterieuze wijze te
voorspellen.
Het door Hunink en Overduin vertaalde
Orakelboek stamt uit de derde of vierde eeuw
na Christus. Een zekere Astrampsychos heeft
het orakelboek zogenaamd voor de Egyptische
koning Ptolemaios geschreven, zodat hij vragen
van zijn onderdanen kon beantwoorden. Via
allerlei 'mysterieuze' berekeningen geeft het
orakel antwoord op meer dan negentig vragen.
Veel vragen zijn verbonden met de oudheid,
maar ook wij kunnen een blik werpen in de
toekomst.
Een greep uit de belangrijke (en
onbelangrijke) levensvragen waar dit
orakelboek een antwoord op weet: 'Ga ik
failliet?', 'Maak ik promotie?', 'Word ik op
korte termijn betrapt op overspel?', 'Kan ik
kopen wat ik wil?'. Het orakelboek wordt
voorafgegaan door een beknopt stappenplan van
de vertalers voor het raadplegen van het
Orakelboek. Aan de hand van dat stappenplan
heb ik het orakel zelf een vraag gesteld, en
ik hoef me in ieder geval geen (geld)zorgen te
maken!
aansluitend interview (p. 15-16):
In het interview dat we met de
vertaler hadden, beantwoordt hij een aantal
van onze brandende vragen over de twee
vertalingen en het vertaalvak:
Wat voor soort vertaalproblemen
heeft Van Troje tot Tiberius opgeleverd?
Velleius heeft een wijdlopige stijl,
met veel lange, opgeblazen zinnen. Dat was
eigenlijk het grootste vertaalprobleem. Je
kunt natuurlijk alles wegvertalen, maar dan
houd je eigenlijk geen Velleius meer over. Ik
wilde de stijl van Velleius dus wel in ere
houden, maar daarbij was het van belang dat de
lezers niet over de tekst zouden struikelen.
De leesbaarheid heeft dus altijd voorop
gestaan tijdens het vertalen.
Het boek staat bol van de namen en
jaartallen, of juist zaken die Velleius niet
toelicht omdat hij ze bij zijn doelpubliek
van toen als bekend veronderstelde. Leverde
dit problemen op?
Als vertaler moet je er in zo'n geval
rekening mee houden dat de lezer niet met alle
feiten bekend is en een helpende hand nodig
heeft. Het boek is misschien wat leuker als je
het grote kader van de Romeinse geschiedenis
al kent, maar er zijn in de vertaling vele
handreikingen gedaan om het ook de mensen
zonder voorkennis gemakkelijker te maken. In
de vertaling zelf heb ik bijvoorbeeld
jaartallen toegevoegd. Verder is er een
uitgebreide namenindex toegevoegd door Arco
den Heijer, en heeft Jona Lendering een
inleiding geschreven om de historische context
duidelijker te maken. Je hoeft dus eigenlijk
niet zoveel te weten, want je wordt met alle
extra informatie op je wenken bediend.
Het Orakelboek is weer een heel
ander, luchtiger genre. Leverde dit boek
daardoor ook minder problemen op?
In principe is eigenlijk alles lastig
om te vertalen. Zelfs een op het oog
eenvoudige tekst brengt weer zijn eigen
moeilijkheden met zich mee. Ik heb tot nu toe
ongeveer 55 vertalingen gemaakt, waarvan ik er
hooguit twee als gemakkelijk zou bestempelen.
Ook het Orakelboek had zijn eigen
moeilijkheden. Ik vind het leuk om heel
verschillende werken te vertalen. Nu ben ik
weer bezig met een heel ander soort tekst, die
weer een aantal hele andere vaardigheden
vergt. Mede door die afwisseling houd ik veel
plezier in het vertalen.
U hebt het Orakelboek samen met
Floris Overduin vertaald. Hoe gaat dat in
zijn werk?
Als ik samenwerk met een andere
vertaler, komt het er in principe op neer dat
we de tekst eerst splitsen in een zinvolle
verdeling. Dat hebben Floris en ik ook gedaan
bij het
Orakelboek. In dit geval was het vrij
gemakkelijk een handige verdeling te maken: de
een heeft de even tabellen voor zijn rekening
genomen, de ander de oneven tabellen. Daarna
lezen we elkaars werk door en wijzen we elkaar
op eventuele fouten of incongruenties. Tot
slot komen we samen om alle plooien glad te
strijken en er een mooi geheel van te maken.
Dan is het uiteindelijk niet meer duidelijk
wie wat heeft vertaald.
Is er een speciale reden waarom u
voor bepaalde boeken voor samenwerking
kiest?
Ik werk vaker samen met andere
vertalers. Dat kan te maken hebben met de
omvang of de aard van het boek. Ik werd
bijvoorbeeld benaderd voor de vertaling van
het Orakelboek. Mijn collega van de
Radboud Universiteit, Floris Overduin, is
gespecialiseerd in latere Griekse teksten. Hij
was dan ook de perfecte persoon om mee samen
te werken voor dit project. Het is ook goed om
nieuwe gevestige namen te krijgen in de
klassieke vertaalwereld. Het is zijn eerste
project, dus hopelijk is dit meteen een goede
stimulans voor hem om nog meer vertalingen te
gaan uitbrengen.
Hoe gaat de correctie van uw
vertalingen in zijn werk?
Vaak maak ik gebruik van een
meelezer. Dat kan een vriend zijn, iemand die
verstand heeft van de materie, of een student.
Bij ingewikkelde teksten moet alles heel
precies worden nagekeken. Daar schakel ik ook
wel eens een student voor in. Dat was
bijvoorbeeld het geval bij het werk van
Velleius. Er worden bij omvangrijke of
ingewikkelde vertalingen dan toch altijd nog
wat fouten uitgehaald, bijvoorbeeld een
vergeten woord of zin. Sommige uitgeverijen,
bijvoorbeeld Athenaeum, Polak & Van
Gennep, hebben nog redacteurs die alles
zorgvuldig nalopen. Bij andere uitgeverijen is
dat echter al afgeschaft. In Nederland staat
het redacteurswerk steeds meer onder druk.
Vertalers moeten de redactie van hun vertaling
dan in eigen hand nemen om zeker te zijn van
de kwaliteit die ze willen hebben. Dat is een
betreurenswaardige ontwikkeling.
In een interview heb ik gelezen dat
u elke morgen begint met zo'n anderhalf tot
twee uur vertalen en op die manier uw
vertalingen maakt. Zijn de deadlines zo
ruim?
In principe werk ik inderdaad op die
manier. Uiteraard is dat niet steevast twee
uur op een dag. Ik kan ook eens een dag een
aantal uur meer vertalen, of eens een dag
niet. Vertalers van klassieke boeken staan
zelden zo onder druk als bijvoorbeeld
vertalers van moderne Amerikaanse literatuur.
Dan is er bijvoorbeeld een bestseller
uitgegeven en die willen de uitgeverijen
liever vandaag dan morgen vertaald hebben. Dat
vergt een heel andere werkwijze. De deadlines
voor klassieke werken worden over het algemeen
in samenspraak met de uitgeverij bepaald. Ik
zorg ervoor dat mijn deadlines ruim genoeg
zijn, zodat ik in combinatie met mijn andere
werkzaamheden een goede planning kan
maken.
Hoe bent u zelf aan uw eerste
literaire vertaalopdrachten gekomen?
Ik ben op eigen kracht aan mijn
eerste vertaling gekomen. In feite kwam het
erop neer dat ik brutaal projecten heb
opgestuurd naar uitgeverijen. Begin jaren
negentig heb ik daarmee bijvoorbeeld een
vertaalopdracht bemachtigd bij Athenaeum,
Polak & Van Gennep, waar ik nu nog steeds
met veel plezier voor werk.
Vaak vinden beginnende literaire
vertalers het lastig om aan een eerste
opdracht te komen. Hebt u nog tips voor hen?
Starters moeten zichzelf natuurlijk
eerst bewijzen. Een beurs van het Nederlandse
letterenfonds krijg je pas als je al een
vertaling op je naam hebt staan. Daar moet je
dus zelf voor aan de slag, door bijvoorbeeld
het initiatief te nemen en projecten op te
sturen naar uitgeverijen. Met alleen een open
sollicitatie zul je er niet snel komen,
afgezien van een toevalstreffer. In andere
kunstzinnige sectoren is het niet anders. Als
je de muziekwereld in wil, stuur je geen
sollicitatiebrief naar een platenmaatschappij,
maar een bandje met een paar nummers. Je moet
een bewijs leveren van je kunnen. In principe
is dat geen slechte zaak. Het betekent wel dat
je jezelf en je werk moet durven verkopen, en
dat is iets wat vertalers zeker moeten gaan
doen.
RECENSIES
Recensie
door O l a f T e m p e l m a n
in De Volkskrant van za 23
april 2011, Boeken, p. 2:
[met kleurenplaatje van de cover]
"Stel dat je je
afvraagt of je een mooi levenseinde krijgt. Tot
voor kort was het lastig het antwoord te vinden
als je geen oud-Grieks las. Nu vind je het snel
en efficiënt, want Vincent Hunink en Floris
Overduin hebben het Orakelboek dat Astrampsychos
1700 jaar geleden voor koning Ptolemaios
vervaardigde voor stervelingen van nu
beschikbaar gemaakt.
Geliefd Orakel, krijg ik een mooi levenseinde?
Kijk eerst in Tabel 1 of het Orakel beschikbaar
is. Het is de 22ste van de maand, dan heeft
Orakel late dienst. Het is zaterdag, dan
ontvangt het Orakel vragen graag op het zesde
uur. Is het zo laat? Zoek dan in Tabel 2 je
vraag op.
'Krijg ik een mooi levenseinde?' is vraag 37.
Kies nu zelf je eigen lotsgetal tussen de 1 en
de 10, bijvoorbeeld 4. Tel dat lotsgetal op bij
het getal van de vraag. 37 plus 4 is 41. Dat
getal zoek je op in Tabel 3 waar de geheime
antwoordnummers worden verstrekt. Bij het getal
41 hoort het getal 21. Dat zoek je op in Tabel
4, die met de antwoorden. Onder het cijfer 21
staan er tien. Jouw antwoord staat bij je
lotsgetal 4. Cijfer 21 antwoord 4: 'Je krijgt
geen mooi levenseinde. Je treft het lot van een
bedelaar.' Dat lucht op, dank Orakel! 'Alle
vormen van gebruik zijn geheel op eigen risico',
schrijven de vertalers in het voorwoord."
---
latest changes here:
03-10-2012
16:14
|