BEDOLVEN
DOOR DE VESUVIUS
Pompeii
in
1000 graffiti
gekozen,
bezorgd en vertaald
door Vincent Hunink
Damon, Budel 2007
ISBN
978 90 5573 8243; 335 p; € 24,90
De
Romeinse stad Pompeii werd in het jaar 79
getroffen door een vulkaanuitbarsting.
Dikke lagen as- en puimsteen uit de Vesuvius
bedekten de stad en begroeven haar
voor eeuwen. Bij de opgravingen in Pompeii
vanaf de zeventiende eeuw ging de
aandacht vooral uit naar kunstvoorwerpen,
schilderingen, naar wegen en gebouwen.
Minder verrukt was men over de vele graffiti
op de muren, veelal ingekrast met
een potscherf of een stuk ijzer. Het betreft
teksten in krakkemikkig Latijn,
niet zelden obsceen of beledigend van toon
en vaak persoonlijk van aard.
In
de 21 eeuw is de weerzin tegen dit
tekstmateriaal grotendeels verdwenen. Dat
betekent echter niet dat de graffiti nu
gemakkelijk bereikbaar zijn geworden.
Het volledige materiaal ligt besloten in de
slechts voor specialisten
hanteerbare grote boeken van het Corpus
Inscriptionum Latinarum (CIL IV).
Bestaande bloemlezingen zijn doorgaans klein
of thematisch van opzet, en niet
zelden is de schaamte over obscene teksten
nog duidelijk voelbaar.
In
deze nieuwe bloemlezing uit de graffiti van
Pompeii zijn niet minder dan duizend
teksten opgenomen. Vanzelfsprekend zijn de
highlights vertegenwoordigd, zoals
Vergilius-citaten en andere metrische
teksten, grappige teksten uit de kroeg of
raadseltjes. Maar ook obscene teksten uit
bordelen en de vele begroetings- of
afscheidsteksten zijn ruim vertegenwoordigd.
Officiële mededelingen en
aankondigingen (zoals verkiezingsleuzen of
programma's van openbare spelen) zijn
tot een minimum beperkt. Daardoor legt het
boek een sterke nadruk op
persoonlijke uitlatingen van mensen in
Pompeii.
De
bloemlezing is niet geordend naar thema,
maar naar vindplaats in de stad.
Daardoor ontstaat soms wel een zekere
inhoudelijke bundeling, maar treedt vooral
de bonte variatie van het stadsleven aan de
dag.
Steeds
wordt eerst het Latijn zo direct mogelijk
weergegeven, zonder toegevoegde
leestekens (behalve bij afkortingen) en
natuurlijk met behoud van de talrijke
'fouten' tegen het klassieke boeken-Latijn.
Een precieze vertaling ontsluit de
oude tekst dan voor de Nederlandse lezer.
Een bronverwijzing en waar nodig een
summiere toelichting sluit elk graffito af.
De
uitzonderlijke omvang, ordening en opzet
maken deze bloemlezing tot een uniek
geheel. Een prachtige kans om kennis te
maken met het volle leven van echte
Romeinen en met hun sprankelende Latijn.
In 2011is een Duitse editie van
het boek verschenen bij uitgeverij
Reclam (Stuttgart) in de welbekende
'oranje' tweetalige reeks! Met 150
afbeeldingen. Tekst geheel opnieuw vertaald en
op vele punten aangepast.
Klik hier
voor de
Deutsche Ausgabe
PRESENTATIE
Het boek is ten doop gehouden op dinsdag 20
november 2007 18u00 in
Boekhandel
Roelants (v.h. De Oude Mol), Van
Broeckhuijsenstraat 34, 6511 PJ
NIJMEGEN.
Pompeii-kenner
Dr. Stephan
Mols, universitair docent klassieke
archeologie aan de Radboud Universiteit,
presenteerde het nieuwe boek (tekst van zijn
inleiding volgt hieronder).
Daarna
las vertaler Vincent Hunink enkele
nette én minder nette fragmenten voor. Ten
slotte werd het eerste
exemplaar uitgereikt aan Mw.Dr. Marietje
d'Hane-Scheltema, vertaalster
van onder meer Vergilius Aeneis, Ovidius
Metamorphosen en de Satiren
van Juvenalis. Op haar beurt bood zij een
voor de gelegenheid vertaald vers
van Martialis aan Vincent Hunink aan.
Na dit korte, officiële gedeelte van het
programma
(ongeveer 25 minuten) was er gelegenheid om
onder het genot van een glaasje wijn
of jus (aangeboden door boekhandel Roelants)
door te praten met elkaar, de
inleider en de vertaler. Uiteraard was het
nieuwe boek direct voor iedereen te
koop. Ongeveer veertig belangstellenden woonden
de presentatie bij. De boekhandel
bleef geopend tot ongeveer 19u00.
Stephan
Mols leidt in
Vincent Hunink
leest voor (links o.a. Stephan
Mols, rechts M. d'Hane-Scheltema)
M.
d'Hane-Scheltema krijgt
het eerste exemplaar
INLEIDENDE
TEKST BIJ DE PRESENTATIE
DOOR Dr. Stephan Mols
(tekst overgenomen met welwillende toestemming
van de spreker)
'Bij
een bezoek aan het herentoilet in de Refter op
het terrein van de Radboud
Universiteit gisteren,
las ik op de deur teksten van de volgende
strekking gekrabbeld:
“Say
hello to your new world order”
Vervolgens
9
varianten op de tekst:
“you
do not talk about fight club"
en in een ander
handschrift commentaar:
“written
by Karel Kansloos”
Voorts
de
getallenreeks 4 8 15 16 23 42
Daarvan
was
de laatse met een andere pen omcirkeld en
voorzien van commentaar: “bingo,
The answer to the ultimate question: what is
the meaning of life?”
En
op het plafond:
Bij
de
brandmelder stond: “I said, in case of fire, idiot”
De
naastgelegen toilet had nog: “god is a
lie”
Ik
zou hieruit twee conclusies kunnen trekken:
namelijk de taal van graffiti is
Engels en er wordt mijns inziens niet een
bepaald individu toegesproken.
Dat
tweede
punt wordt door het volgende van tafel
geschoven:
Lange
tijd
was aan de stadskant boven op de boog van de
waalbrug in Nijmegen de tekst
te lezen:
Bien
I love you.
De
tekst heeft er enkele jaren gestaan en is een
tijdje geleden overgeschilderd.
Een voorbeeld van een leus die iemand uit alle
kracht wil verkondigen en
waarvoor deze persoon veel over had.
Van
vroeger
herinner ik mij ook teksten op toiletten van
een andere strekking:
teksten
die
betrekking hebben op wat men daar meestal
doet: zoals:
wie
dit leest pist naast de pot.
Hierin
is
in 2000 jaar eigenlijk weinig veranderd: zie
daarvoor de teksten op een
toilet in een huis in Herculaneum
Hier
staat
te lezen: Apollinaris Medicus Titi imperatoris
hic cacavit bene; A., arts van
keizer T., heeft hier lekker gekakt.
Maar
ook
in de eetkamer van een herberg in Pompeii kan
dat het onderwerp zijn:
“Wij
schijten lekker dochter”,
Feliciter filia cacamus”
Of
in het toilet van het zelfde gebouw:
Het
schijnbaar
onschuldige “Jongen houdt van meisje, dag, dag”
of het meer schuine werk: “likken
Aspasia!”
Soms
zijn
het alleen maar mededelingen en soms wordt
iemand speciaal aangesproken,
vergelijkbaar met de Bien op de Waalbrug.
Waarin
de
Romeinse inscripties soms anders zijn dan de
moderne is ook op toiletten te
lezen: ook kwaadafwerend cacator cave malum: Oppassen
voor narigheid, schijter.
Maar
misschien
zijn de overeenkomsten groter dan de
verschillen.
Voor
overeenkomsten
nog deze,
op
een façade van een huis, een dialoog:
-
-Successus
de
wever houdt van de slavin van de
kroegbazin. Iris is haar naam Zij geeft
niks
om hem, maar heeft medelijden met hem. Dit
schrijft een rivaal, dag!
-
-jaloers
figuur! Omdat jij op knallen staat, moet
je niet iemand ervan langs geven die er
beter uitziet, Die
lekker
over de schreef wil gaan en een knapperd
is.
-
-Ik
zei het, ik schreef het: jij houdt van
Iris maar zij geeft niks om jou.
Dit
en
andere spontane schrijfsels maken deel uit van
de opschriften, graffiti, op
wanden uit het antieke Pompeii, de stad die
samen met Herculaneum en een aantal
kleine dorpjes in de omgeving door de
uitbarsting is verwoest.
Als
uitingen
van gevoelens zijn ze – en dat hebben we al
gehoord - niet alle even
netjes. Zo staat op een façade
imanis
metula es - een enorme lul ben jij
Ze
zijn gevonden door de archeologen die de stad
sinds 1749 opgraven en hebben
altijd tot de verbeelding gesproken, ook al is
een groot deel ervan lang voor
het grote publiek verborgen gebleven en was
het corpus slechts toegankelijk voor
specialisten.
Het
is
een beetje als een bepaald deel van de depots
van een oudheidkundig museum,
waar lange tijd de amuletten in de vorm van
vaginas en fallussen verborgen
werden gehouden, terwijl het in de oudheid
kwaadafwerende voorwerpen waren.
Het
beeld
dat ze scheppen werd wel gezien als te laag
bij de grond, niet in
overeenstemming met de verheven wereld van de
Romeinen, een beeld dat naar de
mening van oudheidkundigen wel naar voren komt
uit de antieke literatuur. De
opschriften ondergingen lange tijd hetzelfde
lot als de tekenen van eenvoudig
leven die de meeste in Pompeii gevonden
materiële resten opriepen.
Dat
is
nu anders: archeologen willen tegenwoordig
graag niet alleen de antieke
huizen en de materiële cultuur reconstrueren,
maar een beeld krijgen van het
leven en zelfs de denkbeelden van een cultuur
uit het verleden.
Bronnen
zoals
de in muren gekraste of op wanden gekalkte
spontane uitingen die de meeste
van de pompejaanse graffiti zijn, zijn daarbij
van onschatbare waarde.
Een
selectie
van meer dan 1000 voorbeelden van
uiteenlopende aard wordt hier vandaag
gepresenteerd. Uit de meer dan 10.000 tot op
heden teruggevonden voorbeelden
heeft Vincent Hunink een selectie van iets
meer dan 1000 voorbeelden gemaakt.
Het
zijn
allemaal authentieke schrijfsels, veelal
spontaan opgeschreven, die een
beeld geven van de aard van de geletterdheid
in Pompeii, maar die vooral door
hun spontaniteit ook inzicht geven in
gevoelens van mensen die leefden in een
ver verleden.
Het
mooie
is dat de bezorger ze heeft geordend naar de
vindplaats, waardoor de
teksten in elk geval virtueel te traceren
zijn. Een echte rondgang langs alle
1000 voorbeelden is immers niet mogelijk,
aangezien grote delen van Pompeii niet
toegankelijk zijn voor publiek.
Toch
is
een flink deel van de teksten te vinden in de
delen van de stad die voor
toeristen zijn opengesteld en daarvoor kan het
boek ter plekke als een soort
alternatieve gids dienen.
Laten
we nu eens optimaal gebruik maken van de gids
en een korte rondgang maken langs
een aantal naburige huizen en winkels in
één huizenblok, dat van de Menander,
genoemd naar de Griekse
comediedichter van wie in het huis dat het
grootste deel van het blok inneemt,
een portret is geschilderd. Wat kom je dan
zoal tegen?
Bij
de eerste deur staat te lezen
Begerig
zijn we hier gekomen, veel liever nog gaan
we hier weg,
Dat
begint
al goed. Het is kennelijk een veel gebruikte
formule, in de verzameling
komt deze, met kleine varianten, een zestal
keren terug.
Seks
is het onderwerp
van een graffito in dezelfde winkel:
ik
die dit lees lik pik
Een
groot
deel van de in het boek opgenomen graffiti
heeft overigens een seksuele
lading. Het best te rijmen met de omgeving is
dat misschien bij de bijna 60
voorbeelden die in en rondom een bordeel zijn
gevonden.
In
het huizenblok van de Menander en elders in de
stad worden overigens nogal wat
mannen uitgescholden voor kutlikkers,
zoals
amandus
cunnum linget.
Zelf
denk
ik dat we ons deze als verwensingen moeten
voorstellen die de genoemde
mannen afschilderen als onderdanig, of nog
negatiever, slaaf aan een vrouw in de
meest negatieve zin.
Gaan
we
weer een deur verder in ons huizenblok: we
vinden daar een kreet die iemand
van de daken zou willen schreeuwen:
Wie
dit schrijft is verliefd Amat qui scribit
Weer
iets
verder lezen we een citaat uit De Aeneis van
Vergilius. Zwegen
(Conticuere).
Dit
soort
citaten komt vaker voor en Vergilius is
daarbij de onbetwiste kampioen: in
totaal zijn in de verzameling 53 keer citaten
te lezen van de ook toen al
beroemde schrijver. Een ervan is overigens
gevonden in het bordeel, kennelijk
had de schrijver niets anders te doen.
Op
de façade van de buren doet iemand de groeten
en staat een lijstje met namen en
geldbedragen: Felix 4 as, Florus 10 en in de
ingang van dat huis staat de al
genoemde dialoog van rivalen in de liefde te
lezen.
Iets
verderop
is nog een deel van een alfabet te lezen: is
het een schrijfoefening of
is het kwaadafwerend, zoals bij dergelijke
opsommingen vaak wordt gedacht?
En
zo kunnen we doorgaan. Het hele boek in een
ruk doorlezen brengt je in een roes
van autentieke, spontane uitingen van mensen
die lang geleden gevoelens uitten
gelijk aan die van ons.
Behalve
op
huizen is er ook nog een aantal op muren van
openbare gebouwen teruggevonden.
Op de wanden van een van de hallen aan het
forum van Pompeii staan talloze
graffiti en wel zoveel dat een schrijver de
verzuchting heeft toegevoegd:
admiror
te paries non cecidisse qui tot scriptorum
taedia sustineas
Ik sta verbaasd muur dat jij niet bent
vervallen. zoveel schrijversgezeur moet
jij torsen.
Vergelijkbare
teksten
zijn gevonden op wanden van het theater en het
amfitheater, zodat het om
een formule lijkt te gaan, maar die is dan wel
veelzeggend.
Tenslotte wil ik toch nog even ingaan op
enkele verschillen met moderne
graffiti:
Daar
waar
data in de pompejaanse graffiti zijn opgenomen
valt de soms grote
houdbaarheid op: voor komen het jaar 59 n.
Chr., het jaar 15 en zelfs het jaar
48 v.Chr. De laatste inscriptie heeft dus meer
dan 125 jaar op een wand gestaan!
Zo’n lang leven is geen modern graffito
gegeven.
En
dan nog een verschil: racistische uitingen
komen in het blok in het geheel niet
voor. De hele bundel bevat er eigenlijk maar
1.
Candida
me docuit nigras odisse puellas: De witte
heeft me geleerd zwarte meisjes te
haten.
Ze
zijn in het algemeen ook schaars. Veel moderne
schuttingtaal gaat juist tegen
andere bevolkingsgroepen in.
Wel
erg
herkenbaar door vergelijkbare moderne
schuttingtaal: Inwoners van naburige
steden moesten het soms ontgelden, zoals Nucerinis
infelicia: alle slechts voor die uit
Nuceria.
Dat
lijkt
op rivaliserende supportersgroepen en
misschien kunnen we de pompejaanse
slogan wel koppelen aan supportersrellen in
het plaatselijke amfitheater, waar
we ook uit andere bronnen informatie over
hebben. Voor straf sloot keizer Nero
het gebouw voor 10 jaar!
Kijken
we
ten slotte naar het Latijn, dan is dat
eigenlijk alleen met uitzondering van
de literaire citaten volks, en erg direct van
toon. Het is echt, vulgair Latijn.
In
de bundel “Bedolven door de Vesuvius is het
vulgair latijn vertaald in het
Nederlands en zijn de Griekse inscripties die
ook voorkomen, in het Engels
vertaald. Je kunt je afvragen of vanwege het
huidige gebruik niet alle Latijnse
graffiti in het Engels zouden moeten worden
vertaald?
Ik
wil Vincent Hunink van harte feliciteren met
dit werk en alle aanwezigen ertoe
aanzetten in de roes van pompejaanse
spontaniteit te geraken door het lezen van
“Bedolven door de Vesuvius”! '
publiek
in de winkel bij de
boekpresentatie
signeren
PERSBERICHT
door Anja van Kessel
(Pers en Voorlichting, Radboud Universiteit
Nijmegen).
Geplaatst in: De Gelderlander 21
november 2007, p.29
"Vandaal
Daphnicus
heeft nu een boek"
Op
de muren van Pompeii stonden, toen de stad
in 79 na Christus onder het stof en
de puin, verdween, allerlei teksten en
krabbels gekrast: obsceniteiten,
verwensingen, maar ook wervingsteksten van
hoeren en kreten van het type
‘Daphnicus was hier met Felicla’. Vincent
Hunink, onderzoeker Latijnse taal
en cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen,
bracht
duizend graffiti bijeen in ‘Bedolven door
de Vesuvius, Pompeii in 1000
graffiti’.
Dinsdag
20 november verschijnt bij uitgeverij Damon
het boek ‘Bedolven door de
Vesuvius, Pompeii in 1000 graffiti’,
vertaald en ingeleid door Vincent
Hunink, onderzoeker Latijnse taal en cultuur
aan de Radboud Universiteit
Nijmegen. Voor dit boek nam Hunink zo’n 10.000
beschrijvingen van opschriften
door. De originelen, die sinds de negentiende
eeuw wel gedocumenteerd zijn, zijn
vaak verdwenen (hetzij door slijtage, hetzij
door diefstal) of verspreid over
musea in heel de wereld.
Nooit
eerder
gedaan
Uit de
enorme collectie van tekstflarden en
opschriften selecteerde Hunink die teksten
waar ‘iets van een mededeling, een gedachte,
een persoon in doorklinkt.
Uiteraard heb ik daarbij de krenten uit de pap
gehaald. Maar alles wat me
enigszins de moeite waard leek, heb ik eruit
gelicht, beschreven en vertaald’.
Het leidde tot een bonte verzameling van onder
meer obscene teksten, haastige
mededelingen aan geliefden (‘dag lieve schat,
ik haast me’), groeten,
verwensingen, wervingsteksten van hoeren,
juichkreten, versjes, teksten van het
type ‘Daphnicus was hier’ en verwensingen van
personen (bijvoorbeeld uit een
andere stad) of plaatsen (zoals in de buurt
van het legerkamp: maak dat je hier
wegkomt).
Gek
genoeg, vindt Hunink zelf, was hij de eerste
moderne latinist die zich zo
uitgebreid met deze teksten bezighield. ‘Als
classicus ben je gewend dat je
dingen beter probeert te doen die een ander
ook al eens heeft gedaan. Maar nog
nooit heeft iemand zo goed naar ál deze
teksten gekeken en nog nooit is er een
zo grote selectie uit bijeen gebracht.’
Stemmen
tot
leven
Hunink
ordende de graffiti uit Pompeii niet
thematisch, maar naar vindplaats.
‘Daardoor krijg je een wat duidelijker beeld
over hoe de teksten verspreid
zijn over de stad. Het is een soort reisgids
in woorden. Het mooie aan deze
teksten vind ik ook dat ze totaal niet
verheven zijn, helemaal niet
verliteratuurd. Er staan ook her en der fouten
in. Dichterbij alledaags
taalgebruik, bij het Latijn dat gesproken werd
in Pompeii, kun je volgens mij
niet komen. Daardoor is het, vind ik, alsof er
stemmen tot leven komen. Je kunt
je voorstellen dat je door het Pompeii van
bijna 2000 jaar geleden wandelt en
links en rechts mensen wat hoort roepen.’
---
Bericht in Vox
(magazine van de Radboud Universiteit
Nijmegen, 8, 2007, nr. 7, blz. 11
klik op onderstaande afbeelding voor
leesbare tekst
---
Het boek is kort
besproken door O li v i e r H e k s t e
r in De Volkskrant van
23
november 2007 (p.26)
Voor
de tekst van de
recensie als PDF, klik hier.
---
Een
sympathieke bespreking
door G u u s M i d d a g verscheen
in NRC
Handelsblad van vrijdag 7 december
2007, in het katern Boeken,
blz.10
Voor
de tekst van de
recensie als PDF, klik hier.
---
Een
kort signalement
voor de Nederlandse Bibliotheek dienst (NBD)/
Biblio is gemaakt door prof. E. H
e m e l r i j k
'...smaakvol
uitgegeven
boekje' (...)
teksten (...) die een mooi tegenwicht vormen
tegen de bekendere Latijnse
literatuur. (...)
geordend naar vindplaats, wat een levendig beeld
geeft van wat er op de muur van
een bepaald type huis stond. (...)
---
Een
kort signalement van
de inhoud door P i e t G e r b r a n d
y is opgenomen in De
Groene Amsterdammer 132, 2008, nr
3 van 18 januari 2008, p. 44-45
(...)
Het aardige van die opschriften is dat ze een
beeld van de Oudheid oproepen waar niets
klassieks of verhevens aan is, in een vaak
fonetisch gespeld Latijn, met een woordkeus die
je bij Vergilius niet zult tegenkomen. Vincent
Hunink heeft er ruim duizend verzameld en
vertaald, ongeveer een tiende van het gehele
corpus. Bakkers prijzen broodjes aan, verliefde
jongens formuleren ontroerende hartenkreten,
sukkels worden belachelijk gemaakt, en vóór
alles wordt er onvoorstelbaar veel geneukt,
gebeft en gepijpt.
(...)
Interessanter is dat veel graffiti metrisch zijn
en verwijzingen bevatten naar poëzie van
Vergilius, Propertius en Ovidius. Wanneer we op
de muren van een bordeel ‘arma uirumque cano’
lezen, mogen we aannemen dat het om genitaal
wapentuig gaat
(...)
---
recensie
door dr. C h a r l e s V e r g e e
r, in: Filosofie
Magazine 18,1, febr/maart 2008,
59-60
(overgenomen
met vriendelijke toestemming van de auteur)
(...)
[het begin van de recensie bespreekt een ander
boek van dezelfde vertaler, deel
III van de Bibliotheca Latina Archaica 'Woeste
Mensenharten' ]
(...)
Boeiend ook de andere bundel. Wie durft de
bibliothecaris keer op keer te plagen
door naar enkele van die loodzware delen van
het Corpus
Inscriptionum
Latinarum (CIL) te vragen? Niet op de
leeszaal, helemaal uit
het magazijn halen. De delen zijn goudmijnen
maar wel in zandwoestijnen. Wat
voor ons bewaard bleef is weer geheel anders
van aard dan de hier vertaalde
graffiti van de muren van Pompeii, veel minder
voor de eeuwigheid bestemd en van
officiële hand bevolen en opgesteld. Welnee,
pak een spijker of scherf en kras
op de muur PVDENS LIBARIVS HIC, Hier staat
Pudens, de koekverkoper. Of CACATOR
CAVE MALVM, schijter, pas op voor narigheid.
Of je krast in de muur als in de
stok van de herbergier: ‘Op 20 januari
achthonderdveertig pond olie” en laat
de moderne geleerde of lezer achter met de
vraag of OLI P(ONDO) met ponden
olijven of liters olie vertaald zou moeten
worden.
Veel is
scabreus en maar weinig van hoog niveau. Het
is de straat die spreekt en roept
en dat is heel bijzonder voor de oudheid. We
lopen eigenlijk alleen maar in
doodse stilte rond, de beelden in de musea, de
pilaren van de tempels en de
muren van ruïnes, ze staan daar zo stil. En nu
opeens horen we de stemmen die
destijds klonken. In een vulgair Latijn, wat
anders dan op het gymnasium
geleerd. Heel aardig is de vondst van Hunink
om niet de volgorde van het
geleerde CIL aan te houden maar de topografie
van Pompeii. Al wandelend zien we
de krassen op de muren en komen de kreten tot
leven in dit boekje. Van de
ongeveer 10.000 uit Pompeii afkomstige en in
het CIS gepubliceerde teksten en
fragmenten, vertaalde Hunink er duizend en
liet daarbij de vele
verkiezingsleuzen en opsommingen van koopwaren
weg.
Door de
plaats als uitgangspunt te nemen, merk ik dat
de vertaling ook anders kan
worden. Hunink geeft het voorbeeld van sitis
dat we met ‘dorst’ zouden vertalen als het
niet op de muur van een bordeel
stond en blijkbaar ‘geil’ betekent.
Wat een
raadsels geven trouwens sommige teksten op.
Hoe raakten prachtige verzen van
Propertius in de straten van Pompeii
verdwaald? Waarom staat de naam van de
filosoof Seneca op de gladiatorenkazerne?
Wanner dorst iemand O VOBIS NERO
POPPEA op de muur van het huis van de
geleerden te schrijven? Een luid protest
tegen het tweede keizerlijke huwelijk: ‘Wee
jullie, Nero en Poppaea! Ik
bespaar u verdere viezigheid, vunzigheid en
vuiligheid, daar wordt u ruim mee
geconfronteerd in de straten van Pompeii.
Alleen nog even dit, waar u
waarschijnlijk zonder het op te merken aan
voorbij bent gegaan, al meteen bij de
hedendaagse hoofdingang, de antieke Porta
Marina:
‘Te
koop bij Eupremus
mest van
het landgoed en
een
wiel.’
---
Op
21 april werd Vincent
Hunink geïnterviewd voor de Vlaamse Radio (Radio
1) in het prgramma Mezzo,
n.a.v. het graffiti-boek. Aanleiding was een
opiniestuk door Bart de Wever
in de krant De Morgen (p. 14 'Cacator
cave malum') waar nadrukkelijk naar
Romeinse graffiti werd verwezen.
Klik
hier om te beluisteren (luisteren alleen
mogelijk in België)
---
Het
boek is kort vermeld in: Hermes,
tijdschrift van de Vlaamse vereniging leraren
geschiedenis, MAVO, PAV en
cultuurwetenschappen 12,2008, 43, maart
2008, p.126
---
Een
opvallend late bespreking van het boek, bijna
zes jaar na dato: in 'De stem van het boek',
driemaandelijks bibliografisch tijdschrift voor
theologie en cultuur, gepubliceerd door de
Faculteit voor protestantse godgeleerdheid te
Brussel. (Uitgegeven door theologische
uitgeverij Narratio te Gorinchem) Jaargang 24,
nr 2, [voorjaar/zomer 2013] p. 14-15. Slot:
'Handzaam uitgegeven, geschikt om op reis mee te
nemen'. (KS)
---
... maar het kan
nog later. In 2014, dus zeven jaar na dato, is
het boek gesignaleerd door J o e r
i F a c q in: Prora,
driemaandelijks ledentijdschrift van de
Vereniging van Leerkrachten Oude Talen, 19,1
jan-mrt 2014, 13-14
FRAGMENT
374
uirum
uendere
nolo
meom
(...)
Mijn
man verkopen
wil
ik niet!
(...)
Via
degli Augustali (VII,2,51), CIL IV 3061
375
Aeneadum
genetrix
Stammoeder
van
de Aeneaden
Basilica,
CIL
IV 3072
metrisch;
literair
citaat (Lucretius 1,1)
376
Bi
Liberius
Venustus
Liberius
Venustus
Vicolo
del
Panattiere, CIL IV 3107
de
gewone naam Liberius is veranderd in Biberius
'drinkerd'
377
Serena
Isidoru
fastidit
Serena
verafschuwt
Isidorus.
Vico
del
Panattiere (VII,2,17; naast deur), CIL IV 3117
378
Antiochus
Liuiaes
ser(uus)
(A)ntio(c)hus
Liuiae
s(e)r(uus)
Antiochus
slaaf
van Livia
Antiochus
slaaf
van Livia
Vicolo
del
Panattiere (VII,2,16 of 3,25), CIL IV
3123
379
M
Vecilius
Verecun
dus
uestiar(ius)
Marcus
Vecilius
Verecun-
dus,
kledingmaker.
Vicolo
del
Panattiere, CIL IV 3130
380
Romulus
in
caelo
Romulus
in
de hemel...
Vicolo
del
Panattiere (VII,2,17), CIL IV 3135
metrisch;
literair
citaat (Ennius, Annalen 1,110)
381
Aeneadum
...van
de Aeneaden
Vicolo
del
Panattiere, CIL IV 3139
metrisch;
literair
citaat (Lucretius 1,1)
382
Secundus
hic
(c)acat
hi(c
cac)at
hic
cacat
Secundus
schijt
hier,
schijt
hier,
schijt
hier.
Vicolo
del
Panattiere (VII,2,16 of 3,25), CIL IV 3146
laatste
drie
regels in de oudheid weggekrast
latest changes here:
17-09-2017
|