|
AURELIUS
AUGUSTINUS
PSALM TEGEN DE
DONATISTEN
bezorgd, vertaald en
toegelicht door Vincent Hunink
Damon,
Budel 2005
ISBN 90 5573 640 6; geb.; 94 p.; € 12,90
Vele jaren van zijn leven als priester en
bisschop leverde Augustinus strijd tegen wat hij zag als een gevaarlijke groep
scheurmakers, die de eenheid van de kerk bedreigden: de Donatisten. Die ijverden
voor een moreel zuivere kerk, waarin geen plaats was voor priesters die op een
bepaald moment waren bezweken onder druk van repressie. Hun protest tegen de
'officiele' kerk had ongetwijfeld ook belangrijke sociaal-economische elementen:
arme sloebers van het Afrikaanse platteland tegenover de rijken die steunden op
Rome.
Met ongekende felheid en
niets ontziend intellectueel vuurwerk leverde Augustinus de Donatisten
voortdurend weerwoord. Zijn eerste geschrift tegen hen is een hoogst opmerkelijk
werk. Het gaat om de Psalm tegen de Donatisten uit het jaar 393. In bijna
driehonderd regels, verdeeld in coupletten gescheiden door een 22 maal herhaald
refrein, geeft Augustinus in eenvoudige taal de kern van het conflict weer. De
tekst was bedoeld om voor te dragen bij een zo goed als ongeletterd publiek.
Augustinus laat dus alle intellectuele trots varen: het moet allemaal zo
eenvoudig en helder mogelijk. Vaardig hanteert hij het gesproken Latijn van het
volk om zijn zaak te bepleiten.
Heel bijzonder is de vorm
van de tekst. Het is een van de zeer weinig gedichten die we van Augustinus over
hebben. Omstreden is de metrische structuur ervan. Algemeen neemt men aan dat
het gaat om een soort niet-quantitatieve, maar ritmische poëzie (waarbij een
regelmatige afwisseling van geaccentueerde en ongeaccentueerde lettergrepen het
patroon vormt, in dit geval 8 trocheën: /-/-/-/- /-/-/-/-).
Ik werd bij de lectuur van
de tekst gegrepen en besloot haar te vertalen. Omdat het Latijn
erg interessant is, komt in de voorziene uitgave de brontekst erbij. Een en
ander wordt voorafgegaan door een uitvoerig inleidend essay en een per strofe
geordende toelichting op de tekst. Het boek zal
verschijnen in het najaar van 2005.
Augustinus, tekening door Siegfried Woldhek
overgenomen met vriendelijke toestemming van de kunstenaar
FRAGMENT
|
Omnes qui gaudetis de pace modo
uerum iudicate...
Al
wie in vrede vreugde vind, beoordeel nu wat waarheid is.
Een zaak aanhoren en daarbij vooringenomen zijn is slecht.
De ongerechten kunnen niet het koninkrijk van God bezitten.
Andermans kledij verscheuren? Onaanvaardbaar, hoe dan ook!
Dus heeft wie Christus' vrede scheurt de dood nog eens te meer
verdiend.
Laat ons nu zonder omwegen bekijken wie de
dader was.
Al wie in vrede vreugde vindt, beoordeel nu wat waarheid is.
De grote overdaad aan zonden brengt de
broeders in de war.
De
Vader, onze Heer, heeft ons daarom gewaarschuwd in
een beeld:
het koninkrijk is als een net dat uitgeworpen wordt in zee.
Er komen heel wat vissen in van alle soorten door elkaar,
en is het net aan land gesleept, dan wordt de hele vangst geschift.
De goede gaan de bakken in, de rest, de slechte, terug in zee.
Al wie het Evangelie kent, besef met vrees wat dit beduidt!
Het net, u ziet het, is de Kerk, de zee, dat is de wereld
hier,
die massa vissen bij elkaar zijn zondaars én
rechtvaardigen,
het land het einde van de wereld: dan wordt alles pas geschift.
De lui die net de netten scheurden hielden heel erg van de zee.
De bakken? Het domein der vromen: dat ligt
buiten hun bereik.
Al
wie in vrede vreugde vindt,
beoordeel nu wat waarheid is.
Een
goed verstaander vraagt zich af:
'Wie zijn die scheurders van het
net?'
Het zijn die arrogante lieden die zichzelf rechtvaardig noemen.
Scheuring
is het triest gevolg en altaar tegenover altaar.
Ja, de duivel werd hun baas door hun ontkenning van de schuld.
De misdaad die zij zelf bedreven
schuiven zij op anderen af.
Zij deden zelf aan boekverraad en zeggen dat doodleuk van ons.
De misdaad die zij zo begaan is erger nog dan die van eerst,
want boeken geven laat zich nog verdedigen als daad van angst,
zoals ook Petrus Christus ooit in diepe doodsangst loochende.
Maar welk excuus is mogelijk voor altaar tegenover altaar?
Christus' vrede wordt verscheurd en alle hoop komt op de mens.
Wat geen vervolging iheeft gedaan dat deden zij in
vredestijd!
(vs.
1 - 32)
|
|
Omnes qui gaudetis de
pace, modo uerum iudicate.
Foeda res est causam
audire et personas accipere.
Omnes iniusti non
possunt regnum dei possidere.
Vestem alienam
conscindas nemo potest tolerare:
Quanto magis pacem Christi qui
conscindit dignus morte?
Et quis est ista qui
fecit quaeramus hoc sine errore.
Omnes qui gaudetis de
pace, modo uerum iudicate.
Abundantia
peccatorum solet fratres conturbare.
Propter hoc dominus
noster uoluit nos praemonere
Comparans regnum
caelorum reticulo misso in mare.
Congregauit multos
pisces omne genus hinc et inde,
Quos cum traxissent ad
litus, tunc coeperunt separare:
Bonos in uasa
miserunt, reliquos malos in mare.
Quisquis nouit
euangelium, recognoscat cum timore.
Videt reticulum ecclesiam, uidet hoc
saeculum mare;
Genus autem mixtum
piscis iustus est cum peccatore;
|
Saeculi finis est
litus: tunc est tempus separare;
Qui modo retia
ruperunt, multum dilexerunt mare;
Vasa sunt sedes
sanctorum, quo non possunt peruenire.
Omnes qui gaudetis de
pace , modo uerum iudicate.
Bonus auditor
fortasse quaerit qui ruperint rete.
Homines multum
superbi, qui iustos se dicunt esse.
Sic fecerunt
scissuram et altare contra altare.
Diabolo se
tradiderunt, cum pugnant de traditione
et crimen quod commiserunt in alios
uolunt transferre.
Ipsi tradiderunt
libros et nos audent accusare,
ut peius committant
scelus quam quod commiserunt ante,
qui possent causam
librorum excusare de timore,
quia Petrus Christum
negauit, dum terretur de morte.
Modo quo pacto excusabunt factum
altare contra altare?
Et pace Christi
conscissa spem ponunt in homine.
Quod persecutio non
fecit, ipsi fecerunt in pace.
|
RECENSIES
"Voor deze tweetalige uitgave heeft
Vincent Hunink voor een goede inleiding en vertaling gezorgd, maar het irriteert
dat hij zo nadrukkelijk meedoet aan een moderne vorm van preutsheid door
'ketterij', 'goed' en 'fout' quasi-objectief tussen aanhalingstekens te zetten.
Een beetje relativeren is niet verkeerd, maar het moet niet op tegenstrijdigheid
uitlopen. Anders verlaag je het belang van je eigen vertaalwerk en reduceer je
Augustinus tot een historisch curiosum. En wat win je ermee als vertaler uit te
dragen dat je de essentie van diens werk langs je heen laat gaan?"
HR [H e n k R i j k e r s] in Katholiek Nieuwsblad 23,8 (25-11-2005), p.22
"Vincent
Hunink (Radboud Universiteit) zorgde voor de vertaling en een interessante
inleiding. Hij komt tot een opmerkelijke herwaardering van de tekst, die hij als
geslaagd beschouwt, bedoeld om het meer eenvoudige kerkvolk tegen de donatisten
te wapenen. Ingewikkelde theologische redeneringen ontbreken dan ook en de opzet
is zo dat de tekst door het volk goed onthouden en gereciteerd kon worden. Juist
in zijn eigenlijke, wat populistische doel slaagt Augustinus uitstekend, meent
Hunink"
Diederik W i e n e n in RKKerk.nl, blad voor Katholiek Nederland, 3,2005,nr 20
(16-12-2005), boekenwijzer p.4
'Poëzie vertalen is veelal tweemaal zoveel
werk als proza vertalen: er moet geïnterpreteerd worden en de interpretatie
dient tevens in een voorgeschreven vorm te worden gegoten. Hunink is daarin
volkomen geslaagd. Hij voelt zich thuis in dit soort arbeid. (...)
We mogen Vincent Hunink feliciteren met deze bijzonder verzorgde uitgave.
Trouwens ook uitgeverij Damon die in vier jaar tijds vier Augustinusvertalingen
op de markt bracht.'
Martijn S c h r a m a in Augustijns Forum, (ca. december 2005)
(...) 'De psalm is weinig subtiel en
pamflettistisch van karakter. Huninks inleiding biedt niet veel meer informatie
dan een goede encyclopedie. Het boekje heeft daardoor iets van een curiositeit
voor de liefhebber.'
drs. C.G. K o k in : Informatie van Nederlandse
Bibliotheekdienst,
18-11-2005
(Over de vertaling van De
regel en de vertaling van De Psalm tegen de Donatisten:
'De beide aanwinsten van Augustinus over deze onderwerpen hebben de kennis van
de kerkvader in het Nederlandse taalgebied verrijkt'
K. v a n d e r Z w a a g in: Reformatorisch Dagblad,
8 februari 2006
(...)
De pastorale Augustinus, die zijn vertrouwen stelde op de genade, kwam hiertegen
in het geweer. Hij trekt ertegen van leer in deze merkwaardige psalm die voor de
taalkundige VH ook om zijn vorm interessant is.
G M in Benedictijns
Tijdschrift 67, 2006, 91
(...)
'heldere en onderhoudend geschreven inleiding' (...) ['de psalm wordt] helder in
de historische en theologische context geduid. Zowel de inleiding als de
vertaling is aanbevelenswaardig, aangezien men op deze wijze zicht krijgt op een
werkje van Augustinus dat lange tijd onderbelicht is gebleven en op een facet
van zijn persoonlijkheid dat in de theologische handboeken niet aan bod komt.'
P a u l v a n G e e s t in: Nederlands
Theologische Tijdschrift 61, 2007,1, 73.
"Literair uniek is de psalm die
Augustinus schreef tegen de donatisten (Psalmus
contra partem Donati). In dichtvorm doet Augustinus een beroep op de
eenvoudige kerkgangers bij de katholieke kerk te blijven of zich bij haar te
voegen."
Ds. P. d e V r i e s in:
Hervormde Kerkbode, 25 januari 2008
'This booklet is a bilingual
edition of Augustine’s little-known first substantial anti-Donatist tract, the
Psalm against the Donatists, dated 393. (...) In his perspicuous historical and
literary introduction, the translator — classicist at Radboud University
Nijmegen — convincingly shows that this metrical song was designed to be recited
or sung in order to further the Catholic cause before the rank and file of
Augustine’s own party (...)The text is very suitable for a close reading with
students in the lecture room. It offers in a nutshell a historical overview and
a sample card of Augustine’stheological anti-Donatist arguments (...) In his
commentary Hunink tries to link up with the situation of today; the
circumcelliones, e.g., who persecuted Catholic worshippers, priests, and
properties, are compared to “twenty-first-century religious ‘fundamentalists’ or
‘terrorists’ ” (p. 11). In his delightful translation in iambic octameters
Hunink only once takes an inappropriate theological liberty, to wit, in
translating “dominus noster” (line 8) — a reference to Jesus telling the parable
of the dragnet, Mt 13,47-50 — as “the Father, our Lord.” As usual, the
publishing house Damon has provided a beautiful edition.'
W i m J a n s e in: CHRC (Church History and Religious
Culture) 87,1 (2007) 75-139
'(...) We kunnen
begrijpen dat Augustinus in deze omstandigheden deze argumenten gebruikte, maar
ze zijn geen reden om te zeggen dat de roomse kerk nooit verlaten had mogen
worden. We moeten ons afscheiden van degenen die niet van de Kerk zijn en ons
voegen bij de ware Kerk. Er is volgens de geloofsbelijdenis een Kerk die niet
gebonden
is aan zekere personen, maar verspreid over de gehele wereld, toch verenigd met
hart en wil in één zelfde Geest door de kracht van het geloof. De opmerking over
de Petrusstoel en de rots waarop de hei geen vat krijgt, kan ik niet overnemen.
Die rots is volgens de context de belijdenis van Petrus of liever gezegd
Christus en niet Petrus zelf. Voor geïnteresseerden in de kerkgeschiedenis is
dit een belangrijk boekje. Met bovengenoemd voorbehoud aanbevolen.'
(onbekende auteur) in
Criterium, onderwijsblad op gereformeerde grondslag, 36,5 oktober 2007,
62-63
LINKS
Andere
Augustinus-bijdragen op VincentHunink.nl
Naar de site van het Augustijns
Instituut Eindhoven
latest changes here:
03-10-2012 16:14
|
|