1e uitgave
vertaling (2002)
TEKSTFRAGMENT
(4) (1) Door zo te leven maakte
Antonius zich bij iedereen geliefd. Hij
schikte zich in alle oprechtheid naar de
ijverige mannen die hij opzocht en probeerde
steeds de ijver of ascese over te nemen
waarin elk van hen uitblonk. Van de een zag hij de
vriendelijkheid, van de ander het
voortdurend bidden. Bij weer anderen
merkte hij de onverstoorbaarheid of
menslievendheid op. Nachtwaken van de een
en liefde voor het Woord bij de ander kregen zijn
aandacht. Er waren er die hij bewonderde
omdat ze streng voor zichzelf waren, of
vastten en op de grond sliepen. Van de een
behield hij de mildheid, van een ander de
grootmoedigheid. En bij allemaal nam hij
de vroomheid jegens Christus en de
naastenliefde in zich op.
(2) Aldus verrijkt keerde hij terug
naar zijn eigen plaats van ascese.
Vervolgens deed hij zijn best om de
verschillende deugden die hij had gezien te
combineren en allemaal te samen in zichzelf
te vertonen.
(3) Tegenover leeftijdgenoten
wedijverde hij niet steeds, alleen wilde hij
niet voor hen onderdoen in wat het beste is.
En daarbij wilde hij niemand verdriet doen
maar de anderen juist vreugde laten voelen
over hem. (4) Alle dorpsbewoners en minnaars
van het goede met wie hij omging gaven
hem, toen ze hem zo zagen, de naam
Theofilès ('die van God houdt'). Sommigen droegen hem
genegenheid toe als een zoon, anderen als
een broer.
(5) (1) Maar de duivel, die het
goede haat en afgunstig is, kon er niet
tegen bij een jongeman zulke goede
voornemens te zien en hij begon alles wat
hij gewoonlijk uithaalt ook tegen hem in
stelling te brengen.
(2) Eerst probeerde hij hem van
zijn ascese af te brengen door hem van alles
in te fluisteren: herinneringen aan zijn
bezittingen, zorgen om zijn zus en zijn
familiebanden, geldzucht, eerzucht, lekker
en gevarieerd eten en andere genoegens van
het leven; en ten slotte de hardheid van de
deugd en alle moeite die zij kost. Want was
het lichaam niet zwak? En duurden de jaren
niet lang? (3) Kortom, hij gaf hem een hele
wirwar van gedachten in, om hem zo van zijn
juiste besluit te laten afvallen.
Maar toen de Vijand zag dat
hij zwak stond tegenover Antonius'
voornemens en het eerder zelf aflegde tegen
zijn standvastigheid, stukliep op zijn
geloof en gevloerd werd door zijn
voortdurende gebeden, toen ging hij over op
de wapens van de onderbuik.[7] Fier en vol vertrouwen
daarop – het is het eerste waarmee hij
jongeren belaagt – ging hij de jongeman te
lijf. 's Nachts bracht hij hem in
verwarring en overdag viel hij hem zozeer
lastig dat mensen aan hem konden zien wat
voor worsteling er tussen die twee gaande
was. (4) De een kwam met onreine
gedachten, de ander sloeg ze af met gebed.
De een wekte prikkelende voorstellingen,
de ander meende dat hij bloosde en legde
om zijn lichaam een muur van geloof en
vasten. (5) De ellendige duivel ging zover
dat hij 's nachts de gedaante van een
vrouw aannam en zich op alle mogelijke
manieren daarnaar gedroeg, alleen om
Antonius te verleiden. Maar die richtte zijn hart
op Christus en hield dankzij Hem voor ogen
hoe nobel en spiritueel de ziel is, en
wist zo dat gloeiende bedrog te doven.
(6) Opnieuw fluisterde de
Vijand hem in hoe zacht het genot is. Nu
leek Antonius wel kwaad en verdrietig en hij
dacht alleen maar aan de dreiging van het
vuur en de kwelling van de worm:[9] door die ertegenover te
zetten kwam hij er ongeschonden doorheen.
Dit alles gebeurde tot schande
van de Vijand, (7) want die meende aan God
gelijk te worden,[10] maar werd als een kind op
zijn plaats gezet door een jongeman. Hij
waande zich hoog verheven boven alle vlees
en bloed, maar werd omvergeworpen door een
met vlees beklede mens. Want deze had de
Heer aan zijn zijde, Hem Die omwille van
ons het vlees heeft gedragen en aan het
lichaam de zege heeft geschonken over de
duivel. Daardoor kan elke mens die
zo'n strijd levert zeggen: Niet ik,
maar de genade van God met mij.[12]
(6) (1) Uiteindelijk kon de slang
Antonius ook op die manier niet klein
krijgen, maar moest toezien hoe hij uit zijn
hart werd gestoten. Knarsetandend, zoals
geschreven staat,[13] en als het ware buiten
zichzelf, verscheen hij hem daarna zoals
hij geestelijk ook is: als een zwart kind. Hij viel hem zogenaamd voor
de voeten en bestookte hem niet langer met
gedachten (want de Boze was verslagen),
maar richtte zich verder tot hem met
menselijke stem. 'Veel mensen heb ik
bedrogen', zei hij, 'en de meesten
verslagen. Maar hoewel ik tegen jou en je
inspanningen alle middelen heb ingezet die
ik tegen anderen gebruik, moet ik het nu
afleggen'.
(2) 'Wie ben jij', vroeg Antonius,
'dat je zulke dingen tegen me zegt?'
Meteen kwam de ander met
klagelijke woorden: 'Ik ben de vriend van
ontucht. Dat is waar ik jongeren mee belaag,
dat soort prikkelingen zijn mijn domein. Ze
noemen me "de geest van ontucht".[15] Ik heb al zoveel mensen
bedrogen die in onthouding wilden gaan
leven en zoveel mensen die al in
onthouding meenden te leven geprikkeld en
op andere gedachten gebracht! (3) Ik ben
degene die de profeet bedoelt met zijn
verwijt aan mensen die gevallen zijn: "U
bent de weg kwijtgeraakt door de geest
van ontucht"[16]. Inderdaad, door mij waren
ze onderuitgehaald. Ik ben degene die jou
zo vaak heeft lastig gevallen en even zo
vaak door jou is teruggeslagen'.
(4) Antonius dankte de Heer,
vatte moed tegen de vijand en zei tegen hem:
'Je bent werkelijk verachtelijk! Zwart is je
geest en je bent zwak als een kind. Voortaan
heb ik geen last meer van jou. De Heer
is mijn helper, ik kan neerzien op mijn
vijanden'.[17]
(5) Toen de Zwarte dat hoorde,
vluchtte hij direct weg, want de woorden
maakten hem beducht. Hij durfde zelfs niet
langer in de buurt van de man te komen.
DE SAMENSTELLERS
Gerard Bartelink (1924)
is emeritus hoogleraar Oudchristelijk Grieks
en Latijn aan de Radboud Universiteit
Nijmegen, voorheen Katholieke Universiteit
Nijmegen. Hij geldt als internationaal
specialist op het gebied van het vroege
monachisme en verwierf grote bekendheid met
zijn kritische edities van de Vita Antonii in
de Griekse originele versie en de oudste
Latijnse vertaling. Sinds zijn pensionering is
hij steeds wetenschappelijk actief gebleven.
Daarvan getuigt onder meer een gestage stroom
artikelen en boeken, waaronder ook
vertalingen. Zo publiceerde
hij de Dialogen van Gregorius de Grote (2001)
en het Boek der mirakelen van Caesarius van
Heisterbach (2003-2004).
Vincent Hunink (1962) is universitair
docent Latijn en Vroegchristelijk Latijn en
Grieks aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Hij publiceert
sinds 1992 geregeld vertalingen van Latijnse
en Griekse auteurs. Voor uitgeverij Damon
werkt hij sinds 2002 mee aan tal van
vertalingen van
Augustinus, en sinds 2012 aan de reeks MMT.
Daarin publiceerde hij, met Guerric Aerden
ocso, twee traktaten van Bernardus van
Clairvaux:
Apologie en Voorschrift. Daarnaast publiceerde
hij bij Damon teksten van Cyprianus, antieke
grafinscripties en graffiti uit Pompeï. In
2011 kreeg
hij een prijs van het Nederlands Letterenfonds
voor zijn vertaalwerk. Zie: www.vincenthunink.nl
Guerric Aerden (1955)
is cisterciënzermonnik in de abdij van
Westmalle. Hij studeerde filosofie en
theologie en bekwaamde zich in de
spiritualiteit van het twaalfde-eeuwse
cisterciënzerreveil. Hij is redacteur van De
Kovel, monastiek tijdschrift voor Vlaanderen
en Nederland. Hij vertaalde in 2005 de Gulden
Brief van Willem van Saint-Thierry en samen
met Krijn Pansters in 2009 Ommekeer van
Bernardus van Clairvaux. Dit werd meteen het
startschot van de serie Middeleeuwse
Monastieke Teksten. Pater Guerric Aerden
bekleedt in zijn abdij de functies van prior,
novicemeester en cantor.
vlnr Gerard
Bartelink, Guerric Aerden ocso, Vincent
Hunink
boekpresentatie op zaterdag 31
augustus 2013
bij Boekhandel Roelants te Nijmegen
RECENSIES
Een eerste
korte bespreking volgde al daags na de
presentatie van het boek op zaterdag 31
augustus. T j e r k d
e R e u s
besprak het boek in het Friesch
Dagblad van maandag 2 september
2013. Hij gaat niet in op de vertaling,
en benadrukte vooral dat Antonius' leven voor
ons wel vervreemdend is, maar dat het, als
radicale interpretatie van het evangelie, niet
snel uit het collectieve geheugen zal
verdwijnen.
===
J
o n a L e n d e r i n
g schreef een enthousiast
stukje op zijn blog Mainzer Beobachter 2013/09/17
http://mainzerbeobachter.com/2013/09/17/woestijnvader/
Met
aan het begin een fraaie disclaimer:
"Eerst
even dit: ik ken de vertaler van Athanasius’ Antonius.
Onsterfelijke icoon van de monnik,
de Nijmeegse classicus Vincent
Hunink, persoonlijk en heb met veel
plezier met hem samengewerkt bij zijn
vertaling van Velleius Paterculus’ Romeinse geschiedenis.
Het boekje waarover ik nu schrijf drukte hij
me in de hand toen ik hem laatst even bezocht
op zijn werk. Hartelijk als hij is, gaf hij me
ook nog Tacitus’ Historiën mee en de
tekst van een oude toespraak. Ik sta dus bij
hem in het krijt, en u moet me maar vertrouwen
dat het niet om die reden is dat ik schrijf
dat dit een leuk boekje is."
en
aan het eind een heldere conclusie:
"Een
mooi boekje, dat ik met plezier heb gelezen."
===
Uit
de signalering door T j e r k
d e R e u s in De
Nieuwe Koers, september 2013, 43
"(...)
verschenen in een mooie nieuwe uitgave, zeer
leesbaar vertaald"
===
Uit
de korte bespreking in Benedictijns
Tijdschrift 2013, 188 door FB:
'(...)
De uitgave van deze frisse nieuwe vertaling
van VH mocht gebruik maken van Bartelinks
wereldvermaarde (eerder in het Frans
uitgegeven) annotaties, het levenswerk van
deze grote patristicus.'
===
uit
de korte bespreking in NBD Biblion
30-10-2013: 'De mooie vertaling en
verhelderende voetnoten maken de van zichzelf
niet gemakkelijke tekst goed toegankelijk'.
===
uit
de lange recensie door K l a a
s v a n d e
r Z w a a g in
Reformatorisch Dagblad, 4 maart 2014
'(...)
Het boek, dat uitmuntend is voorzien van
waardevolle toelichtingen, werpt licht op de
vroeg-monastieke traditie. (...)Het boek van
Athanasius is echter niet gericht op banale
nieuwsgierigheid, maar op opwekking en
versterking van het geloof. Daarin ligt ook de
waarde van dit
juweel.'
===
Een
prachtig, lovend artikel van R
o a l d D i j k s t r a
in F i l t e r 21,3, maart
2014, 23-28. Daarvan hier,
met toestemming van de auteur
de volledige
tekst
===
Inhoudelijke bespreking door N
i c o d e n B o k
in: Kerk en theologie, april
2014, 197
===
signalement op:
http://zoeken.bibliotheek.be/
http://zoeken.bibliotheek.be/detail/Athanasius-van-Alexandrie/Antonius-onsterfelijke-icoon-van-de-monnik/Boek/?itemid=|library/marc/vlacc|8928934
===
latest changes here: