VincentHunink
HOME VERTALINGEN | ALLE PUBLICATIES | INDEX | CONTACT





ANSELMUS VAN CANTERBURY

Ondenkbaar dat U niet bestaat
(Proslogion)

vertaald door Vincent Hunink
ingeleid door Wim Verbaal
(Kok) Kampen 2011

79 p. ISBN 978 90 435 1891 8

 


 

Anselmus werd geboren in het Italiaanse Aosta (1033) en stierf  in Canterbury (21 april 1109). Met enig recht claimen dus zowel de Italianen als de Engelsen hem als een grote landgenoot. De Engelsen winnen dit debat meestal op punten, aangezien Anselmus ook lange tijden aartsbisschop van Canterbury is geweest en zijn leven vrijwel mgeheel op Engelse bodem heeft doorgebracht.

In zijn  korte geschrift Proslogion ontwikkelt Anselmus zijn wereldberoemde  'Godsbewijs'. Op Wikipedia wordt dit als volgt kort omschreven en geduid:

Anselmus van Canterbury was de eerste die een logisch bewijs van het bestaan van God formuleerde. Dit zogeheten ontologisch godsbewijs laat zich als volgt samenvatten:

  • God is, per definitie, het volmaaktste wezen dat denkbaar is. In Proslogion, hoofdstukken 2-4, wordt dit in 2 varianten verwoord: God is 'iets, groter dan hetwelk niets gedacht kan worden' (aliquid quo nihil maius cogitari possit/potest/non valet) en God is 'datgene, groter dan hetwelk niets gedacht kan worden' (id quo maius cogitari nequit/non potest).
  • Het is beter te bestaan dan niet te bestaan, dus iets wat niet bestaat kan nooit volmaakt zijn.
  • Een niet bestaande God is minder volmaakt dan een bestaande.
  • Dus moet God bestaan.

Dit bewijs werd in de twintigste eeuw geformaliseerd met behulp van de modale logica door Kurt Gödel

Het Godsbewijs heeft in de 21e eeuw veel van zijn bewijskracht en zeggingskracht verloren. Weinig mensen denken nog dat je het bestaan van God kunt bewijzen -- of het tegendeel.

Maar Anselmus' traktaat is meer dan een ontologische exercitie uit het filosofisch museum. Het is ook een lyrisch geschrift, vol poëtische, meditatieve passages waarin de schrijver zijn verlangen naar God, zijn wil om te weten en te ervaren, heel indringend verwoordt.

Godsbewijzen zijn vergankelijk, maar Godsverlangen is eeuwig. Juist in de meer bevlogen passages overbrugt het Proslogion moeiteloos der afstand van duizend jaar. Anselmus bereikt in zijn tekst mystieke hoogten.

De nieuwe vertaling is zeker niet de eerste in het Nederlands. Het is wel de eerste Nederlandse versie die bij uitstek recht wil doen aan de lyrische, religieuze component van de tekst. Dat komt onder meer tot uitdrukking in de typografie, met een afwisseling van 'normaal proza' en meditieve, als poëzie gezette tekst.

 

 

 

+++

Eerder verschenen bij Kok in soortgelijke uitvoering:


[2009  /  2010]

 



FRAGMENTEN

 

Heer, gekromd kan ik alleen maar
neerwaarts zien; richt U mij op
zodat ik opwaarts kijken kan.
Mijn ongerechtigheden
zijn mij boven het
hoofd gegroeid,
verhullen mij, belasten mij
zoals een zware last. (Psalm 38:5)

Onthult U mij, ontlast U mij
zodat de put ervan zijn mond niet
toesluit boven mij. (Psalm 69:16)
Vergun mij op te zien
naar Uw licht,
desnoods uit de verte,
desnoods uit de diepte.
Leer mij U te zoeken
en toon Uzelf aan wie u zoekt.
Want ik kan U niet zoeken
zonder dat U het mij leert,
en U niet vinden
zonder dat U Uzelf toont.
Laat mij U zoeken
door mijn verlangen,
naar U verlangen
door U te zoeken.
Moge ik U vinden door mijn liefde,
U liefhebben door U te vinden.

Ik erken het, Heer, en zeg U dank
dat U in mij
een evenbeeld van Uzelf (vgl. Genesis 1:27)
hebt geschapen
zodat ik vanuit herinnering aan U
denk over U, liefde voel voor U.
Maar zo versleten is het evenbeeld
door grove, ruwe fouten,
zo roetzwart geworden
door de rook van zonden,
dat het niet kan doen
waarvoor het is gemaakt,
als U het niet vernieuwt
en hervormt.

Nee, Heer, ik tracht niet
door te dringen
tot Uw hoogverhevenheid,
want geenszins wil ik mijn verstand
daarmee vergelijken. Nee,
wat ik verlang is dit:
Uw waarheid enigzins begrijpen,
Uw waarheid waar mijn hart
in gelooft
en van houdt.

Ik zoek namelijk geen begrip
om te kunnen geloven
maar ik geloof om
te kunnen begrijpen.
Want ook dit geloof ik:
als ik niet eerst geloof
zal ik niet begrijpen

(uit 1)

 


Vandaar, Heer, dat U niet alleen het hoogst denkbare bent: nee, U bent iets hogers dan denkbaar! Iets zoals dat laatste is namelijk wel denkbaar, en als U dat dan niet bent, zou er iets hogers denkbaar dan U! Wat onmogelijk is.

Waarlijk, Heer, dat is het ontoegankelijk lichfile:///Users/vincenthuninkru/Dropbox/WEBSITE/adres.htmt (1 Timoteüs 6:16) waar U woont. Want er bestaat waarlijk niets anders wat tot dat licht kan doordringen, zodat het U daar ten volle ziet. Zo komt het dat ik het waarlijk niet kan zien: het is te groot voor mij.

Maar wat ik zie, dat zie ik dankzij dat licht. Net zoals een zwak oog ziet wat het ziet dankzij het zonlicht, zonder dat het dit zonlicht direct kan aanschouwen. Zo kan mijn begripsvermogen dat andere licht niet aan. Het straalt te sterk, het is niet te bevatten, mijn zielenoog verdraagt het niet er lang naar te kijken. Het wordt verblind door de glans, verslagen door de weidsheid, bedolven onder de oneindigheid, ontredderd door de ruimte.

(uit 15-16)
 





VOLLEDIGE TEKST


De volledige tekst van dit boek is op deze site beschikbaar. Iedereen wordt van harte uitgenodigd om de tekst te downloaden en te lezen. Wilt u fragmenten van de tekst overnemen in een commerciële uitgave, dan is toestemming vereist. Een berichtje naar mij wordt sowieso op prijs gesteld ! Het is voor mij aardig om te horen wat er met deze tekst gebeurt.

Gebruik onderstaande link om het bestand te downloaden.

 

download Ondenkbaar dat u niet bestaat als gratis ebook (pdf)

 



 



Recensies

 

...'magistrale inleiding <van> Wim Verbaal (...)'

' In Ondenkbaar dat U niet bestaat vinden we heel wat sporen terug van die passionele kant van de auteur. Vincent Hunink heeft ze als vakman met verve vertaald.'

G u e r r i c   A e r d e n   o c s o  in  De Kovel 4, 2011, 85-86

---

bespreking door G e r t   v a n   d e   W e g e  in Nederlands Dagblad van vr 12 oktober 2012, Gulliver p.5.

in de column 'De Kantlijn', onder de titel 'Godsbewijs in de kou'

Fragment:

'De vertaling is van Vincent Hunink, de Simon Vestdijk onder onze latinisten. Over Anselmus’ argumentatie schrijft Hunink in zijn nawoord nogal achteloos. Volgens hem is het Proslogion filosofisch gesproken niet meer actueel of dwingend; van godsbewijzen zouden de meeste hedendaagse denkers niet meer willen weten. Dat laatste is aanvechtbaar.

Nog afgelopen september stond er in deze krant een interview met Emanuel Rutten, een filosoof die promoveerde op een studie over godsbewijzen en die trouwens zelf een nieuw argument heeft bedacht. Denkers als Alvin Plantinga en Richard Swinburne, en op zijn manier ook Herman Philipse – filosofen die toch een zekere vermaardheid genieten – houden zich wel degelijk serieus met godsbewijzen bezig.

Huninks achteloosheid verraadt een ietwat arrogante moderne houding. Alsof we Anselmus’ manier van denken zijn ontgroeid – het perspectief waarin middeleeuwers bij voorkeur als kleine kinderen worden neergezet. Het is verrassend om te zien dat Anselmus’ bewijs in het Proslogion in de context staat van een hartstochtelijk gebed: Wat ik verlang is dit, Uw waarheid enigszins te begrijpen, Uw waarheid waar mijn hart in gelooft en van houdt.

Ik zoek namelijk geen begrip om te kunnen geloven maar ik geloof om te kunnen begrijpen. Anselmus was wel degelijk een vrome christen die zijn uitgangspunt nam in de waarheid van het geloof. Die waarheid wilde hij doordenken en daarom bad hij om begrip. Fides quaerens intellectum'.

Klik hier voor de complete bespreking op de site van het ND (voor abonnees, of tegen betaling)


 

latest changes here:



HOME VH / vincenthunink.nl

(c) 2022 V. Hunink

copyright statement  / contact