APULEIUS Zwarte magie,
demonen
& andere redevoeringen
vertaald en
toegelicht door Vincent Hunink,
(Noordboek)
Gorredijk 2023
ISBN
978 94 6471 0946| pb. 240 blz; € 24,90
Lucius
Apuleius (2e eeuw na Chr.) gold in zijn tijd als
een belangrijk redenaar en filosoof. In Zwarte
magie verdedigt hij zich tegen een aanklacht van
toverkunst. Met een groot gevoel voor humor en
voor retorica beschrijft Apuleius wat magie is
en waarom hij er verre van blijft. Zijn
redevoering is tegelijk een van de belangrijkste
kennisbronnen over antieke magie en is nog
altijd uiterst leesbaar. Dat geldt ook voor een
serie bijzondere passages uit redevoeringen die
Apuleius in Carthago heeft gehouden, ongeveer
tussen 160 en 170 na Chr. Verder bevat dit boek
een fraaie redevoering over de vraag wat demonen
precies zijn. Volgens Apuleius zijn ze vooral
goede helpers van de mensen.
In deze uitgave vertalingen die in de jaren '90
in verschillende boeken werden gepubliceerd
samengebracht. Dat is voor het eerst in het
Nederlands. De teksten werden grondig herzien
(vooral 'Zwarte magie', eerder verschenen als
'Toverkunsten'). Bovendien worden de teksten
gepresenteerd als een samenhangend geheel van
redevoeringen. Daarom is de volgorde in dit boek
anders dan de traditionele. Zo worden de Florida
(eerder verschenen als 'Pronkpassages') hier
gesplitst in een groep complete 'preludes' en
een groep losse fragmenten.
Samen bieden deze fonkelende teksten een
prachtig beeld van de Latijnse retorica in de 2e
eeuw. Na Cicero blijkt die retorica nog lang
niet gestorven. Integendeel, ze beleeft hier een
nieuwe bloei, als entertainment op topniveau
voor een groot publiek.
1992 / 1994
FRAGMENT (Zwarte
magie, opening)
Het leed voor mij geen
twijfel. Nee, ik wist het al meteen, waarde
Claudius Maximus en u, leden van de raad. Een
aanklacht tegen mij van Sicinius Aemilianus?
Van die oude heer met zijn alom bekende,
impulsieve gedrag? Die heeft hij dan eerder
bij u ingediend dan bij zichzelf doordacht. En
bij gebrek aan gegronde beschuldigingen gaat
hij die vullen met louter laster. Ja,
valselijk aanklagen kun je elk onschuldig
mens, maar overtuigende bewijzen vind je
alleen tegen iemand die werkelijk schuldig is.
In het volste vertrouwen hierop prijs
ik mijzelf waarachtig gelukkig. Want ten
overstaan van u als rechter krijg ik de
gelegenheid en de mogelijkheid de
filosofie tegen ondeskundigen te
verdedigen en mezelf vrij te pleiten.
En toch… die lasterpraatjes oogden op
het eerste gezicht wel serieus. En ze
bemoeilijkten mijn verdediging doordat
ze zo plotseling kwamen. Want, u zult
het zich herinneren, ze dateren van vier
of vijf dagen geleden. Bij het begin van
mijn pleidooi voor mijn vrouw Pudentilla
tegen de gebroeders Granius begonnen
zijn advocaten mij volkomen onverwacht
en op afspraak te bestoken met
verdachtmakingen. Van boze toverkunsten
betichtten ze me en ten slotte zelfs van
moord op mijn stiefzoon Pontianus. Reële
beschuldigingen waren dit niet, begreep
ik, meer verwijten in de ruziesfeer.
Daarom heb ik henzelf herhaaldelijk en
nadrukkelijk uitgedaagd een aanklacht in
te dienen.
Maar Aemilianus zag dat ook u nogal
ontstemd was geraakt, en dat het van
woorden inmiddels was gekomen tot daden.
Zijn zelfvertrouwen verdween en hij ging
op zoek naar een schuilplaats voor zijn
impulsiviteit.
Oude versie, 1992:
Ik was er zeker van
en ik ging er volledig van uit, geachte
Claudius Maximus en leden van de raad,dat
Sicinius Aemilianus, oud en onbedachtzaam
als hij is, zijn eerder bij u ingediende dan
bij zichzelf doordachte aanklacht tegen mij
bij gebrek aan aantijgingen met niets dan
laster zou vullen; want valselijk aanklagen
kan men elk onschuldig mens, maar
overtuigende bewijzen vindt men alleen tegen
iemand die echt schuldig is. In het volste
vertrouwen hierop prijs ik mijzelf
waarachtig gelukkig, dat ik ten overstaan
van u als rechter de gelegenheid en
mogelijkheid krijg om de filosofie tegen
ondeskundigen te verdedigen en mezelf vrij
te pleiten.
Niettemin zagen die
lasterpraatjes er op het eerste gezicht
serieus uit, en bemoeilijkten ze mijn
verdediging doordat ze zo plotseling kwamen.
Want, zoals u zich zult herinneren, het is
pas vier of vijf dagen geleden dat zijn
advocaten mij bij het begin van mijn
pleidooi voor mijn vrouw Pudentilla tegen de
gebroeders Granius, terwijl ik niets
vermoedde, op afspraak begonnen te bestoken
met verdachtmakingen, en te beschuldigen van
boze toverkunsten en tenslotte zelfs van
moord op mijn stiefzoon Pontianus. Aangezien
ik begreep dat dit niet zozeer reële
aantijgingen waren als wel verwijten in de
ruziesfeer, heb ik hen zelf herhaaldelijk en
nadrukkelijk uitgedaagd om een aanklacht in
te dienen.
Maar toen
Aemilianus zag dat ook u nogal ontstemd was
geraakt, en dat het inmiddels van woorden
tot daden was gekomen, begon hij uit gebrek
aan zelfvertrouwen te zoeken naar een
schuilplaats voor zijn onbedachtzaamheid.
REACTIES
Uitvoerige
bespreking door E r i c H o o g c
a r s p e l in Boeddistisch
Dagblad, 9 november 2023
Citaat: 'Het is een interessant boek en het
leest prettig. De vertaling is vlot en
Apuleius schrijft met humor en weet waar hij
het over heeft. Hij is erudiet zonder al te
wijdlopig te worden of te pochen. Het boek
is een rijke bron van informatie over de
filosofie en het leven en het gedachtengoed
van het vroeg-Romeinse rijk. Je moet er
echter de tijd voor willen nemen om er ten
volle van te kunnen genieten. We mogen de
vertaler en de uitgever dankbaar zijn voor
dit nieuwe juweeltje.'