vertaling Vincent Hunink,
Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2021
ISBN
978 90 25313616| geb. 104 blz; EUR
15
Een gloednieuwe vertaling van een van
Seneca's troostschriften,
de Consolatio ad matrem Helviam,
gevolgd door een van zijn latere essays, De
Providentia
Leed en narigheid zijn van
alle tijden. En vaak is er maar één ding tegen
te doen: je eigen houding veranderen, innerlijk
weerbaar worden. Voor de Romeinse de filosoof
Seneca (ca. 4 v.C.-65 n.C.). kan dat alleen
langs de weg van de rede. In twee puntige essays
levert hij rationele argumenten om ellende het
hoofd te bieden.
Troost is geschreven in de
jaren dat Seneca was verbannen naar Corsica
(41-49). Hij spreekt zijn moeder Helvia moed in
en betoogt tegenover haar dat ballingschap
helemaal niets ergs is. Een wijs man is overal
thuis, is zichzelf altijd genoeg, is sterk en
onafhankelijk. In Volharding, dat uit zijn
laatste jaren dateert, slaat hij een nog fermere
toon aan. Tegenspoed is juist iets goeds, zegt
hij, omdat een mens zich daardoor kan bewijzen.
Wie veel voor zijn kiezen krijgt is een
lieveling van de godheid: hij mag zijn
kwaliteiten laten zien.
Ideaalbeelden? Zelfbedrog
en vrijblijvend gepraat? Seneca’s wijsheden zijn
soms ergerlijk maar blijven onverminderd
relevant. Seneca biedt steeds een helder
perspectief, ook voor lezers van vele eeuwen
later.
REACTIES
Signalement in de NRC van 1 oktober 2021,
C4-C5, in het kader van een groot stuk tegen modern gebruik van
Stoïcijnse teksten. Het lange artikel bestrijdt vooral modieuze
zelfhulpboeken en bepleit, voorzichtig, en héél kort, het lezen van de
originelen. Tja.