vertaald en
toegelicht door Vincent Hunink
ingeleid door Emily Hemelrijk
Athenaeum - Polak
& Van Gennep, Amsterdam 2020
ISBN
978 90 253 1201 5, 96 blz; EUR 12,50
De Romeinse wereld was er
vooral een van mannen. Het
rijk besturen, legers leiden,
wegen en aquaducten bouwen:
mannenzaken. Ook in de
Romeinse literatuur komen
vrouwen er vaak bekaaid vanaf.
Maar er zijn gelukkig
uitzonderingen. In de
correspondentie van Plinius de
Jongere (ca. 62- ca. 113), een
vriend en tijdgenoot van
Trajanus, staan vrouwen
centraal.
Plinius onderhoudt
vriendschappen en zakelijke
relaties met rijke vrouwen.
Ook schrijft hij geregeld aan
vrouwelijke familieleden. Heel
bijzonder zijn enkele
ontroerende brieven aan de
jonge Calpurnia, zijn derde
vrouw. In het huwelijk met
haar heeft hij zijn ware
liefdesgeluk gevonden, zo
lijkt het. De bundel wordt
afgerond met een reeks
literaire portretten van
voorbeeldige vrouwen.
Plinius’ brieven tonen een
kleurrijk panorama van
levensechte vrouwenfiguren. En
als altijd laten ze zien wat
Plinius zelf belangrijk vindt:
zijn brieven zijn ook een
soort zelfportretten. Een
boeiend en veelzijdig inkijkje
in de Romeinse elite-kringen
uit de keizertijd.
Vincent Hunink (1962) is
classicus aan de Radboud
Universiteit Nijmegen. Hij
vertaalt voor uitgeverij
Athenaeum sinds 1990 vooral
teksten uit de klassieke
oudheid.
(www.vincenthunink.nl) Emily Hemelrijk (1953)
is hoogleraar Oude
Geschiedenis aan de
Universiteit van Amsterdam.
Zij geldt als vooraanstaand
deskundige op het gebied van
vrouwen en gender in de
Romeinse wereld.
FRAGMENT
AAN DE LIEFSTE (1)
Lieve Calpurnia,
Nog nooit heb ik mij zo beklaagd over mijn
drukke werkzaamheden als nu. Ik zag gewoon
geen kans met jou mee te gaan naar Campanië,
waar je heen ging voor je gezondheid. En
toen je eenmaal was gegaan kon ik er ook
niet meteen achteraan.
Uitgerekend nu zou ik zo graag bij je zijn!
Dan kon ik met eigen ogen zien of je weer
wat aansterkt, weer wat op gewicht komt. En
of je de genoegens van het buitenleven en de
goede gaven van de streek zonder schade
doorstaat.
Trouwens, zelfs als je helemaal op krachten
was zou ik je missen en bezorgd zijn. Want
een tijdlang niets weten over iemand van wie
je verschrikkelijk veel houdt maakt een mens
onzeker en bang. En nu heb ik dus een
dubbele reden voor zenuwen en allerlei
angstige zorg: je afwezigheid én je zwakke
conditie.
Ik vrees van alles, beeld me van alles in.
En ja, zoals het gaat met mensen die ergens
voor vrezen: wat mijn ergste nachtmerrie zou
zijn, juist daaraan moet ik de hele tijd
denken.
De te dringender mijn verzoek aan jou:
bestrijd mijn angst met elke dag een brief.
Of twee. Want ik ben gerust zolang ik een
brief van jou lees. En schiet vol angst
zodra ik hem uit heb.
Veel liefs,
Plinius
¶ Brief 6,4; datum: begin zomer 107. ¶
Naar Campanië: waarschijnlijk naar een
buitenhuis van haar grootvader Calpurnius
Fabatus (een huis genoemd in brief 6,30).
¶ Voor je gezondheid: Calpurnia was
blijkbaar vroeg in de zomer uit Rome
weggegaan, zonder haar man. Wat haar
klachten precies waren blijft onduidelijk.
¶ Een brief van jou: er zijn geen brieven
van Calpurnia aan Plinius bewaard
gebleven.
RECENSIES
Uit de lange (2 pagina's) recensie door M a r i j k e L a u r e n s e in Trouw, 23 mei 2020, Boeken p.20-21
'(...) Valt er voor de lezer na zo’n
complete inleiding en met alle toelichting van meestervertaler Hunink
dan nog wel iets te ontdekken aan de brieven zelf? Gelukkig wel.
Zorgvuldig gekozen, heldere woorden, medeleven, het vanzelfsprekende
respect voor de eer van de lezer en die van de schrijver zelf, publieke
en toch soms heel intieme brieven. We schrijven ze zelf misschien
nauwelijks meer, maar kunnen ons nu in elk geval even verlustigen aan
deze 24 fraaie van Plinius.' klik hier voor de hele recensie
---
bespreking door M i e k e d e V o s in Hermeneus 92, 2020, 3, p. 62.
(In de bespreking wordt niet nader ingegaan op de vertaling, wel op de inhoud van de brieven)