|
IGNATIUS VAN
ANTIOCHIË
Graan voor God
Brieven van een martelaar
ingeleid en vertaald door Vincent
Hunink,
Kok, Utrecht
2012
101 p.; ISBN 978 90 435 0856 8
Klein-Azië, rond 100 na Chr.
Een christelijke bisschop uit Antiochië,
Ignatius, is op transport gezet naar Rome.
Daar zal hij voor de wilde beesten worden
gegooid en zo de marteldood sterven. Het is
een heel convooi: de bisschop, geketend en
wel, zijn vrienden en helpers, en een flink
pak Romeinse soldaten. Ze trekken dwars door
het huidige Turkije naar de haven Smyrna
(Izmir) aan de westkust. Vandaaruit zal de
reis per schip verder gaan.
Onderweg passeert het convooi
allerlei christelijke gemeenten, die dan nog
heel klein zijn. Efeze, Magnesia, Tralloi:
allemaal sturen ze gezantschappen naar de
bisschop om hem moed in te spreken. En hij
schrijft brieven terug. Brieven om te danken,
maar ook om te waarschuwen en om regels te
geven.
Zeven van die brieven zijn bewaard
gebleven. Ze vormen verbazende lectuur. En
soms zijn ze ronduit schokkend.
De brieven van Ignatius bieden een
verrassend, levendig beeld van het vroege
christendom. Het is een wondere wereld van
kleine, alom bedreigde christelijke gemeenten,
die zich moeten handhaven én organiseren
temidden van vijanden. En de vijand zit niet
alleen 'buiten' bij Romeinen en Joden. Nee,
ook van binnen dreigt voortdurend gevaar.
Ketterijen, scheurmakers, valse profeten,
onechte leraren, mensen die het prille gezag
van de bisschoppen onderuit willen halen... En
ook: eerlijke gelovigen die het martelaarschap
van hun bisschop willen voorkomen door om zijn
leven te smeken.
Dat laatste levert een aantal hoogst
opmerkelijke passages op. In zijn beroemdste
brief, die aan de gemeente in Rome, bezweert
Ignatius zijn christelijke medebroeders: doe
niets, kom niet voor mij op, gun mij het
martelaarschap. In gloedvolle, verzengende
beelden werkt hij zijn verlangen uit voor God
te mogen sterven. Ja, hij wil als graan van
God door de kaken van de wilde beesten
vermalen worden tot zuiver meel, om zo te
worden tot brood van God, en deel te krijgen
aan Christus.
Ignatius' verlangen naar lijden en
martelaarschap, in het voetspoor van Christus,
is onthutsend. Het tekent de felheid en niets
ontziende radicaliteit van het vroegste
christendom. Letterlijk álles staat hier op
het spel, het draait om leven en dood, om
totale overgave aan de waarheid. Maar
misschien speelt stilletjes ook iets van
'zelf-representatie' en uiterlijk vertoon mee.
Ignatius had tenslotte ook nederig kunnen
zwijgen...
Al schrijvend lijkt Ignatius zowel
zijn bron van leven te vinden als het aardse
leven te overstijgen. In de ultieme
vernedering ziet hij voor zichzelf de maximale
verheffing weggelegd. En zo laat hij de
moderne lezer verbijsterd achter. Geen ruimte
voor postmoderne twijfel hier, geen eindeloos
gewroet in de eigen ziel, geen loze feitjes en
weetjes.
De brieven van Ignatius zijn
geschreven in een lastig soort Grieks, met
veel echo's van Paulus. De nieuwe
vertaling (de eerste sinds lange tijd) heeft
uitdrukkelijk tot doel goed leesbaar te zijn.
Waar nodig worden duistere passages zodanig
'doorvertaald' dat er een coherent en
begrijpelijk geheel uit ontstaat. Van noten
wordt zoveel mogelijk afgezien.
FRAGMENT
Ik ben
erachter gekomen dat bepaalde lieden
onderweg bij u zijn langsgekomen met een
slechte leer. U hebt ze echter niet bij u
laten zaaien, u stopte uw oren dicht om niet
op te vangen wat zij zaaiden! Ja, u bent
stenen van de tempel van de Vader,
klaargelegd voor de opbouw van God de Vader,
omhoog gebracht door de hijskraan van Jezus
Christus, dat wil zeggen: door zijn kruis,
met de Heilige Geest als kabel. Uw geloof is
uw gids naar boven, en liefde is de weg
omhoog naar God.
U bent dus allemaal reisgenoten: Goddragers,
tempeldragers, Christusdragers,
heiligdragers, in alle opzichten getooid in
de geboden van Jezus Christus. In u schep ik
grote vreugde, want door wat ik schrijf heb
ik het verdiend met u te spreken. Samen met
u mag ik blij zijn dat u in het menselijk
bestaan uitsluitend liefde hebt voor God.
Voor andere mensen moet u onophoudelijk
bidden. Want bij hen is er nog hoop op
berouw, zodat zij God bereiken. Geef hun dus
de kans ook te leren van uw daden. Zijn zij
kwaad? Reageer mild. Maken zij zich breed?
Blijf bescheiden. Komen zij met
godslasteringen? Zet u er gebeden tegenover.
Zij dwalen? Wees standvastig in uw geloof.
Zij doen woest? Blijf kalm, doe uw best niet
te doen zoals zij.
In vriendelijkheid moeten we hun broeders
zijn, en wie wij moeten nadoen is de Heer!
Wie leed groter onrecht? Wie werd van meer
beroofd? Meer opzij geschoven?
Zo vindt men bij u geen onkruid van de
duivel maar blijft u in Jezus Christus in
alle reinheid en wijsheid, zowel naar
lichaam als naar geest.
Dit is de eindtijd.
Laten we dan schaamte voelen en vrees voor
Gods grote geduld, dat er voor ons geen
veroordeling van komt. We moeten vrees
voelen voor de woede die gaat komen ofwel
liefde voor de gunsten van nu -- van tweeën
een. Als we maar in Jezus Christus worden
gevonden voor het ware leven.
Zonder Hem mag ons niets passen. In Hem
draag ik mijn ketenen: geestelijke parels!
Hopelijk kan ik daarmee opstaan dankzij uw
gebeden. En hopelijk heb ik aan die gebeden
altijd deel, dan hoor ik bij de erven van de
christenen van Efeze, die het altijd met de
apostelen eens zijn geweest in de macht van
Jezus Christus.
(Aan de
Efeziërs, 9-11)
PROMO
[De volgende
promo-tekst is op 31-10 gepubliceerd op
http://www.athenaeum.nl/:]
[deeplink:
http://www.athenaeum.nl/nieuws/5422/ignatius-graan-van-god]
De eerste zin van
Ignatius, Graan van God, vertaald door
Vincent Hunink
Geëxalteerde
brieven in het Grieks van een
vroegchristelijke martelaar-in-spe uit het
jaar 100: veel vreemder kan het nauwelijks.
Qua leefwereld, gedachtegoed en taal staan
de teksten van Ignatius van Antiochië
mijlenver ver van ons af. Vincent Hunink
vertaalde de brieven van Ignatius onder de
titel Graan van God en licht
zijn vertaling toe.
Waarom dan
toch deze brieven vertalen? Misschien wel
vooral vanwege uitzinnige passages zoals de
volgende:
‘Vuur en
kruis en hordes wilde beesten en verminking,
vierendeling, botten-versplintering,
amputaties en vermaling van heel mijn lijf,
de boze folteringen van de duivel: kom maar
over mij heen! Zolang ik Jezus Christus maar
bereik. De grenzen van de kosmos, de
koninkrijken van de wereld hier, ze zeggen
mij niets. Voor mij is het prachtig te
sterven in Jezus Christus: liever dat dan
heersen over de grenzen van de aarde. Hem
zoek ik, voor ons is Hij gestorven; Hem wil
ik, voor ons is Hij opgestaan. Mijn
barensweeën zijn aanstaande.’
Hiernaast
verbleken veel hedendaagse vrome teksten! De
brieven van Ignatius zijn adembenemend in hun
extremisme, in hun geloofsijver, hun volledige
overgave aan de goede zaak. De auteur wil
niets liever dan sterven voor Christus. Hij
wil 'graan van God' worden, vermalen door de
kaken van leeuwen en tijgers in de arena:
‘Ik hoop
dat ik mag genieten van de wilde beesten die
voor mij zijn klaargezet. En ik bid dat ze
mij vlug zullen aanpakken. Ja, ik zal ze
vleien dat ze mij vlug verorberen, niet
zoals bij sommige anderen, die zij niet
durfden aan te raken. En willen ze dit niet
uit eigen beweging, dan zal ik ze dwingen!’
Natuurlijk,
de brieven geven ook een aardig kijkje in het
leven van de vroege, nog nauwelijks
georganiseerde kerk. En ze laten iets zien van
de aanzetten van de christelijke theologie van
kort na de bijbel. Maar het is toch hun
bizarre lyriek die de grootste
aantrekkingskracht ervan vormt. En die tevens
de grootste uitdaging vormde voor de vertaler.
Maar de
eerste zin? Die was nu eens een keer geen
serieus probleem. Want de eerste zin van de
eerste brief van Ignatius is niets meer dan
een uitvoerige adressering:
'Van Ignatius, ook wel Theofoor genaamd, aan
de gemeente die gezegend is in Gods
grootheid en volheid en die voor alle eeuwen
is voorbestemd voor blijvend duurzame en
onveranderlijke roem, verenigd en
uitverkoren in het ware Lijden door de wil
van de Vader en Jezus Christus, onze God: de
met recht gelukzalige kerk te Efese
(Klein-Azië). Hartelijke groeten in Jezus
Christus en in onberispelijke vreugde!'
Vincent Hunink is als docent Klassiek Latijn
en Vroegchristelijk Grieks en Latijn
verbonden aan de Radboud Universiteit
Nijmegen. Sinds 1992 zijn al vele
vertalingen van zijn hand verschenen van
Augustinus, Bernardus van Clairvaux en
Anselmus van Canterbury - om maar zijn
vroegchristelijke vertalingen te nemen. In
2010 was een interview met
hem te lezen over zijn vertaling van
Tacitus’ Historiën. In
2011 won Hunink de vertalersprijs van het
Nederlands Letterenfonds.
VOLLEDIGE TEKST
De
volledige tekst van dit boek is op deze site
beschikbaar. Iedereen wordt van harte
uitgenodigd om de tekst te downloaden en te
lezen. Wilt u fragmenten van de tekst
overnemen in een commerciële uitgave, dan is
toestemming vereist. Een berichtje naar mij
wordt sowieso op prijs gesteld ! Het is voor
mij aardig om te horen wat er met deze tekst
gebeurt.
Gebruik onderstaande link om het
bestand te downloaden.
download
Graan van God als gratis ebook
(epub)
RECENSIES
G u e r r i
c A e r d e n o c s
o in DE KOVEL 23,
juni 2012, 109-110 (hier overgenomen met
toestemming)
In wat
inmiddels uitgroeit tot een precieuze reeks
kerkvaderteksten (eerder verschenen o.a. God
liefhebben van Bernardus van
Clairvaux [2010] en Ondenkbaar dat U
niet bestaat van Anselmus van
Canterbury [2011]) verschenen dit jaar bij
Kok de brieven van de vroegchristelijke
martelaar Ignatius van Antiochië. De
vertaler ervan is steevast Vincent Hunink
die met de uitgave van deze zeven
authentieke epistels van Ignatius weer een
gouden speldje op zijn palmares mag
bijsteken. De brieven van de bisschop
(prille begin tweede eeuw) van de oudste
christelijke missiepost, Antiochië, zijn van
een adembenemende envergure. Pakkend zowel
naar inhoud als naar toon – de auteur pleit
immers lyrisch en bewogen voor zijn eigen
martelaarschap – kan de lezing ervan mensen
van onze tijd ook choqueren. Moet je kost
wat kost je eigen dood ingaan omwille van
Christus? Moet men het bisschoppelijk gezag
zo centraal stellen? Moet je, op weg naar de
hemel, nog zo in detail allerlei aardse en
praktische zaken regelen? De vertaler
vertelt in een boeiende inleiding aan de
hand van de reisroute van Ignatius, hoe deze
bisschop bewust in het voetspoor treedt van
Paulus die eveneens als Romeins gevangene de
weg naar Rome ging. Onderweg worden de
brieven dan als het ware geboren,
gelegenheidsgeschriften die ontstaan wanneer
het gevangenenkonvooi een plaatselijke
christengemeente aandoet: Smyrna, Troas, …
Deze haltes zijn ook gelegenheden om verder
gelegen kerken te schrijven: Efese, Trallië,
Filadelfia. De martelaar in spe bemoedigt
zijn adressanten met bisschoppelijk gezag,
geeft concrete aanwijzingen, hamert op
eenheid, zet de rechte leer uiteen inzake
christologie, Drie-eenheid en kerkorde. Hij
schrijft zelfs een brief vooruit naar de
christengemeente van Rome dat ze zijn
martelaarspalm niet moeten ontfutselen door
hem proberen vrij te krijgen! Want voor
Ignatius is de toekomst duidelijk: hij zal
in de arena tegen de wilde dieren vechten om
door hun tanden als graan gemalen te worden.
Zo zal hij een zuiver brood voor Christus
bevonden worden. De toon is bijwijlen
meeslepend en lyrisch. De bladspiegel maakt
deze lyrische stukken onmiddellijk
herkenbaar door korte, inspringende zinnen
of strofen. Zo moedigt hij zijn collega,
Polycarpus, bisschop van Smyrna als volgt
aan (Brief 7):
Draag de ziekten van alle mensen
Wees een volmaakt atleet.
Waar groter inspanning is,
Daar is veel winst.
Want Ignatius
heeft de tijden gewogen en kijkt naar Hem
die is boven de tijd:
De Tijdloze.
De Onzichtbare.
De Zichtbare om ons.
De Onaanraakbare.
De Niet-Lijder, Die
geleden heeft om ons,
Die in alle opzichten
heeft volhard
om ons.
Dit christelijk
oermateriaal kan nog het best met
Opstanding betiteld worden,
overwinning van leven op welke dood ook.
Ignatius is de personificatie van Christus’
overwinning op de dood. De lezing van zijn
zeven brieven is een christen stevig en
voedzaam ‘brood’ voor onderweg.
latest changes
here:
|
|