Tekst gepubliceerd in: Streven 74, 2007, 179-180 LECTIO DIVINA Lezen doe je meestal om iets te weten te
komen, ter oefening of ter vermaak. De lezer staat dan altijd op een of andere
manier tegenover het te lezen object, de tekst. Er is echter ook een wezenlijk
andere manier van lezen, waarbij de lezer een tekst zo diepgaand in zich opneemt
dat hij er zogezegd een ondeelbaar geheel mee wordt. In een proces van
ontlediging maakt hij eerst hart en hoofd vrij om de tekst te kunnen opnemen.
Via een aandachtige en langzame lectuur (het vaste beeld is dat van 'herkauwen')
maakt hij zich het gelezene eigen, zozeer dat het met hem versmelt: de tekst
krijgt gestalte in het leven en de persoon van de lezer. In de christelijke traditie draagt deze
spirituele manier van lezen de naam van lectio divina, 'goddelijke
lectuur', en is ze nauw verbonden met het lezen van de bijbel. De oorsprong
ervan ligt bij de oude Egyptische woestijnvaders vanaf de vierde eeuw. In de
kloostertraditie heeft de lectio divina duidelijke sporen nagelaten, maar
daarbuiten is de methode nauwelijks bekend. Wim Reedijk houdt in zijn sympathieke
studie Zuiver lezen een pleidooi voor de lectio divina als
waardevolle en onverminderd relevante methode van bijbellezen, die meer te
bieden heeft dan de academische bijbelstudie. Hij doet dit via een minutieuze
analyse van een tekst van Cassianus (Collatio XIV), die hij vertaalt en
van lopend commentaar voorziet, vergelijkt met enkele andere kervaders,
confronteert met een aantal moderne ideeën over lectio divina zoals van
Enzo Bianchi en Kees Waaijman, en ten slotte onderzoekt op bruikbaarheid voor
bijbelinterpretatie. Zuiver
lezen wordt door Ilse
Bulhof in een inspirerend nawoord gehuldigd als een 'belangrijk boek'. In elk
geval is het een opmerkelijke studie, waarmee de lectio divina weer op de
kaart wordt gezet. Jammer genoeg draagt het boek nog talrijke sporen van zijn
oorspronkelijke vorm: een theologische dissertatie. Dat levert een omvangrijk
pak proza op, dat door de soms moeizame schrijfstijl en de vele verwijzingen
weinig uitnodigend is om te lezen. Met name stoorde mij de weergave van
Cassianus' teksten, die ronduit stroef zijn vertaald. Juist hier had een meer
publieksgerichte bewerking de algemene strekking ondersteund. Volgens Reedijk kan de lectio divina
gelden als een wetenschappelijke manier van lezen. Ik begrijp niet goed waarom
hij deze boodschap met zoveel kracht naar voren brengt, terwijl toch duidelijk
is dat academische interpretatie, met haar objectiverende benadering van
teksten, wezenlijk anders is. Speelt hier misschien het vermeende eigen karakter
van bijbel en theologie mee? Binnen de literatuurwetenschap zou Reedijks betoog
niet snel serieus worden genomen. Waarom niet simpelweg een pleidooi voor lectio
divina als persoonlijke, spirituele manier van lezen naast de
academische manier van lezen? Want al zijn ze verschillend, ze sluiten elkaar
niet uit. Al met al zetten Reedijks bevindingen tot
verder nadenken aan. Hopelijk zal hij ze nog eens in een andere vorm gieten dan
die van een proefschrift. latest
changes here:
30-07-2012 16:01 |
|