VincentHunink.nl

Home > ONDERZOEK > VERTALINGEN | EDITIES | PUBL.LIJST | PROJECTEN ||| BRONNEN | INDEX



Recensie van: Rob Brouwer, Lucanus' Bellum Civile uitgelezen, Primavera Pers, Leiden 2006; ISBN 90 5997 036 5; 236 blz. prijs EUR 22,50; 
info: www.primaverapress.nl


Tekst gepubliceerd in: Hermeneus 78, 2006, nr.4


HALVE LUCANUS
 

Strijd tussen burgers, nee, erger, op Pharsalus' velden bezegeld

recht door geweld beslecht, daarvan wil ik dichten, hoe Rome,

hoe 'n wereldwijd heersend volk de winnende hand aan zichzelf sloeg,

een eedverbond bezweek en verwanten elkander bevochten:

strijd die de wereld schokte, tot inzet van al haar krachten

dwong en schuld verbreidde, toen adelaars, vaandels en lansen

elkaar en zichzelf in dreigend postuur tegenover zich zagen.

Wat was dat voor waanzin, burgers, vanwaar die excessen van strijdlust?

 

Met deze pathetische regels begint De Burgeroorlog van de jonge Romeinse dichter Lucanus, een tijdgenoot van keizer Nero. Zijn omvangrijke epos over de burgeroorlog tussen Caesar en Pompeius, ruim een eeuw voor zijn eigen tijd, geldt als een bijzondere literaire prestatie, waarmee hij zelfs Vergilius naar de kroon wilde steken. Dat deed hij vooral door veel zaken radicaal anders te pakken dan de Grote Dichter. Bij Lucanus geen goden, of echte helden, maar veel retorica, pathos en geleerdheid, bloedstollende horror-taferelen en andere 'onklassieke' effecten.

Precies die onklassieke eigenschappen maken Lucanus tot een interessant dichter in de postmoderne tijd. Helaas zijn ze tegelijk ook de oorzaak ervan dat zijn werk in het Nederlands sinds 1620 vrijwel onvertaald is gebleven (afgezien van incidentele bewerkingen, losse fragmenten en een kleine bloemlezing in proza door H.W. Fortgens uit 1982). De gezwollen verzen van Lucanus lijken te veel van het goede voor het nuchtere Nederlands.

Des te loffelijker is de publicatie van een flinke bloemlezing uit Lucanus door Rob Brouwer (voor een vroege voorpublicatie zie Hermeneus 65, 1993, 18-21). Brouwer, die eerder naam maakte als vertaler van Vergilius' Bucolica en van Dante, heeft in zijn boek ruim de helft van het epos vertaald. De niet vertaalde gedeelten zijn via verbindende teksten en parafrases weergegeven, waardoor de lezer toch van begin naar eind kan gaan. Ook handige tussenkopjes bij afzonderlijke passages komen de lezer tegemoet en doorbreken het massieve dat een epos onvermijdelijk heeft. Uiteraard is alles voorzien van een flinke, informatieve inleiding, en zijn door het boek heen ook de nodige toelichtingen opgenomen.

Die laatste zijn niet apart gezet in voetnoten of registers, maar geïntegreerd in de verbindende teksten tussen vertaalde passages. Die zijn daarmee dus duidelijk meer dan sobere brug-teksten: ze gaan een doorlopend commentaar vormen. Voor de lezer die geen boodschap heeft aan nadere uitleg en details zijn die onderbrekingen en hernemingen wel storend. Dat geldt zeker wanneer ze erg omvangrijk worden (bv. op p. 61 en 138-139).

Over de keuze van de vertaalde gedeelten valt altijd te twisten. Een recensent mist al gauw zijn of haar favoriete passages. Maar in dit geval stijgen de lacunes uit boven het schemerige gebied van persoonlijke smaak. In recente studies over Lucanus is veel aandacht gekomen voor elementen als redevoeringen, catalogi en andere excursen. Juist daarin bewijst de dichter zijn originaliteit en talent. En helaas heeft Brouwer juist daarin vaak het mes gezet. Zo laat hij in de slag bij Marseille (3,509 e.v.) een paar passages met bizarre verwondingen weg, en in het beroemde negende boek moet de lezer de beste, gruwelijkste passages missen, waarin soldaten aan allerlei soorten slangenbeten sterven. Ook een verbijsterende collectieve zelfmoord van een groep soldaten (6,520 e.v.) valt weg, terwijl het moraliserende slot dan weer wel is vertaald (570 e.v.). Opvallend is ook dat de vertaler zijn werk heeft doorspekt met negatieve kwalificaties van Lucanus en zijn werk. De lezers moeten kennelijk de indruk krijgen dat het maar goed is dat hun allerlei passages bespaard zijn gebleven. Maar als de vertaler niet enthousiast is over het werk dat hij weergeeft, hoe moet de lezer het dan worden?

Ik wil de discussie over verstechniek hier niet heropenen, maar ook Brouwer's keuze voor een weergave in Nederlandse hexameters is bepaald niet onomstreden. Veel verzen laten zich bij eerste lectuur maar moeilijk als verzen lezen. Dat komt mede door Brouwers keuze voor het al dan niet inzetten van een onbeklemtoonde lettergreep aan het begin, naar het model van Piet Schrijvers (die overigens niet als voorbeeld wordt genoemd). Het ritme wordt daardoor min of meer onvoorspelbaar.

Natuurlijk is dit boek ondanks de mogelijke kritiek een aanwinst voor het Nederlandse taalgebied: beter een halve Lucanus dan geen Lucanus. Maar deze verrassende dichter had misschien nog iets meer verdiend.

 


latest changes here: 30-07-2012 16:01
 


HOME VH / vincenthunink.nl

(c) 2014 V. Hunink

copyright statement  / contact