tekst en woordenlijst op ONGEPUBLICEERDE TEKST ga naar tekst of woordenlijst
Principio genus herbarum viridemque nitorem
terra dedit circum collis camposque per omnis, 785
florida fulserunt viridanti prata colore, 790
sic nova tum tellus herbas virgultaque primum 795
linquitur ut merito maternum nomen adepta 800 et maiora, nova tellure atque aethere adulta. 805 tum tibi terra dedit primum mortalia saecla.
multus enim calor atque umor superabat in arvis. 810
infantum, fugiens umorem aurasque petessens, 815
impetus in mammas convertitur ille alimenti. 820
omnia enim pariter crescunt et robora sumunt.
*** Multaque
tum tellus etiam portenta creare 840
orba pedum partim, manuum viduata vicissim, 845
cetera de genere hoc monstra ac portenta creabat, 850
ut propagando possint procudere saecla; 855
Multaque tum interiisse animantum saecla necessest 860
multaque sunt, nobis ex utilitate sua quae 865
et genus omne quod est veterino semine partum 870
quae damus utilitatis eorum praemia causa. 875
scilicet haec aliis praedae lucroque iacebant
*** 925
Et genus humanum multo fuit illud in arvis 930
nec novitate cibi nec labi corporis ulla. 935
nec nova defodere in terram virgulta neque altis 940
plerumque; et quae nunc hiberno tempore cernis 945
at sedare sitim fluvii fontesque vocabant, 950
lubrica proluvie larga lavere umida saxa, 955
sed nemora atque cavos montis silvasque colebant 960
quod cuique obtulerat praedae fortuna, ferebat 965
vel pretium, glandes atque arbuta vel pira lecta. consectabantur
silvestria saecla ferarum missilibus
saxis et magno pondere clavae. multaque vincebant, vitabant
pauca latebris;
*** Nec
nimio tum plus quam nunc mortalia saecla 990
unus enim tum quisque magis deprensus eorum 995
posterius tremulas super ulcera taetra tenentes 1000
una dies dabat exitio nec turbida ponti 1005
subdola pellicere in fraudem ridentibus undis. 1010
vergebant, nunc dant aliis sollertius ipsi. ga naar tekst of woordenlijst
LUCRETIUS, De rerum natura V
783-820, 837-877, 925-969, 988-1010 Nadat Lucretius in het vijfde boek eerst heeft betoogd dat de wereld een begin heeft gehad en een einde zal hebben (1-508), en nadat hij daarop een beschrijving van de hemellichamen heeft laten volgen (509-770), bespreekt hij tenslotte de aarde: na een aankondiging van het thema (771-782) volgen uiteenzettingen over het begin van het leven (783-924), over de eerste mensen (925-1010) en over het ontstaan van de menselijke beschaving (1011-1457). 783
principio
= (aller)eerst genus,
-nera
= geslacht, ras
herba
= 1. gras, kruid, 2. plant
viridis
= groen
nitor, -res
= schittering, glans 784
dedi
: perf. van dare = 1. geven, verschaffen, 2. maken, doen ontstaan
collis, -les
= heuvel
campus
= vlakte, open veld
omnis
: nevenvorm van de
acc. m.v. van omnis, -nes 785
floridus
= bloeiend
fulsi
: perf. van
fulgēre = schitteren,
blinken, stralen
viridans
: PPA van viridare
= groen zijn, groen maken
pratum
= weide 786
arbor, -res
= boom
datumst
: lees datum
est; het onderwerp is certamen (787)
varius
= 1. bont, afwisselend,
2. (in 't m.v.) allerlei
exinde
= daarna
aura
= 1. wind, 2. lucht, 3.
adem 787
crescendi
: gerundium van crescĕre = groeien; gen. explicativus bij
certamen inmissus
:
PPP van inmittĕre =
vieren; vormt samen met habenis een abl. absolutus of misschien ook een abl. modi
habena
= teugel, leidsel 788
ut
= zoals; correspondeert
met sic = zó (790)
pluma
= veer(tje), dons
pilus
= haar(tje)
saeta
= borstel(ig haar) 789
quadrupes, -edes
= viervoeter membris
.. corpore :
lees in membris .. in corpore;
abl. loci bij creantur (788) pennipotentum
: nevenvorm van de
gen. m.v. van pennipotens, -ntes =
1. machtig gevleugeld, 2. vogel 790
tellus, -ures
= aarde
virgultum
= kreupelhout,
struikgewas 791
sustuli
: perf. van tollĕre = (zich laten) verheffen
loci
: gen. partitivus
bij inde; beide woorden samen = daarna
saec(u)lum
= 1. generatie, 2.
(na)geslacht, 3. tijd, eeuw 792
ratio, -ones
= 1. manier, wijze, 2.
aard, wezen
coortus
: PPP van cooriri
= ontstaan; congrueert met saecla
(791) 793
cecĭdi
: perf. van cadĕre = vallen 794
terrestris
= 1. op 't land levend,
2. landdier
salsus
= zout, zilt
exisse
: lees exiisse;
infin. perf. act. van exire = te
voorschijn komen
lacuna
= diepte (van de zee) 795
linquĕre
= 1. overlaten, 2 (in 't
pass.) overblijven
maternus
= moeder-, moederlijk
adeptus
: PPP van adipisci
= (ver)krijgen 796
quoniam
= omdat 797
ex(s)istĕre + abl. =
1. te voorschijn komen uit, 2. ontstaan uit 798
imber, -bres
= (stort)regen calidus
=
warm
concretus
: PPP van concrescĕre
= zich vormen; congrueert met ani- malia
(797) en wordt bepaald door imbribus en
vapore
vapor, -res
= 1. damp, 2. warme
lucht, 3. warmte 799
quo
: relatieve
aansluiting; slaat terug op de hele regel 797
minus
: comparativus van
het bijwoord parum = weinig
plura
: comparativus van multa = veel 800
aether, -res
= 1. bovenlucht, ether,
2. hemel adultus
= volgroeid, tot volle
wasdom gekomen 801
alitu(u)m
: gen. m.v. van ales, -lites = 1. gevleugeld, 2. vogel
latest changes here:
30-07-2012 16:01
|
|