recensie van: tekst gepubliceerd in: Streven 72, 2005, 665-666
Aristoteles' traktaat over de welsprekendheid, geschreven in het midden van de 4e eeuw v.Chr., is geen praktisch handboek voor het opzetten van speeches of de opleiding van een redenaar (zoals het handboek van de Romein Quintilianus, enkele jaren geleden bij dezelfde uitgever vertaald door Piet Gerbrandy). De Griekse filosoof heeft een wijsgerig verantwoorde retorica op het oog en richt zich daarom op een wetenschappelijke analyse van al het materiaal voor redeneringen. Zo maakt hij een onderscheid in politieke toespraken, gelegenheidstoespraken en toespraken voor de rechtbank. Dat is een zinnige categorisering, die universele geldigheid heeft gekregen. Ook besteedt Aristoteles veel aandacht aan alle emoties die mee kunnen spelen en waar de redenaar rekening mee moet houden. Verder is er veel aandacht voor het karakter van de spreker, de basis-overtuigingsmiddelen in een betoog, en de vereiste vormen van taalgebruik.
De directe toepasbaarheid van Aristoteles' betoog voor aspirant-redenaars is
gering, al was het maar omdat zijn tekst doorgaans niet sprankelend of wervend
is. Bestudering van het boek vergt dus een serieuze inspanning. Maar filosofisch
gezien is deze vertaling beslist een nuttige uitgave, die een van de
belangrijkste bronnen van de antieke retorica voor hedendaagse lezers ontsluit.
Dat gebeurt in het boek bovendien met verschillende praktische hulpmiddelen
(indexen, voetnoten, Griekse sleutelwoorden in de marge, glossarium). De
vertaling zelf is helder en adequaat. latest changes
here: 30-07-2012 16:01
|
|