DIDACHÈ
de leer van de twaalf apostelen
een eerste christelijke gedragscode vertaald
door Vincent Hunink, ingeleid door
Paul van Geest, Uitgeverij Brevier, Kampen
2018
ISBN
978 94 924 33 237; 80 blz. EUR 12,50
De naam van het geschrift was al lang
bekend, maar pas in 1873 werd het verloren
gewaande werkje met de titel Didachè,
of Leer van de twaalf apostelen na
achttien eeuwen opnieuw ontdekt. Hoewel niet
door de apostelen geschreven, was het in de
vroege kerk wijd verbreid en zeer
gezaghebbend.
Het boekje geeft inzicht in twee wegen die
mensen in hun leven kunnen bewandelen: de
een naar het leven, de ander naar de dood.
In dit kader geeft de auteur praktische
richtlijnen en voorschriften voor een goed
leven in een christelijke gemeenschap,
waarvan hij de organisatiestructuur eveneens
verduidelijkt. Integriteit blijkt een
cruciale deugd. De Didachè kan een van de
eerste christelijke gedragscodes worden
genoemd. Het is van belang voor iedereen die
meer wil weten over de praktijk van het
kerkelijk leven van de eerste christenen.
Er
zijn twee wegen: een van het leven en een van
de dood. Maar er is een groot verschil tussen
die twee wegen.
De
weg van het leven is de volgende.
Houd,
ten eerste, van God,die
jou heeft gemaakten
ten tweede van je naaste als van jezelf.Alles
waarvan je niet wilt dat het jou overkomt, doe
dat ook een ander niet.
Wat
je hieruit moet leren is het volgende.
Zegen
wie jullie vervloeken, bid voor jullie
vijanden,en vast voor jullie vervolgers. Want
wat voor verdienste is het om te houden van
wie van jullie houden?Doen
de heidenen niet precies hetzelfde?Jullie
moeten houden van wie haat voor jullie voelen,dan
zullen jullie geen vijand hebben.
Onthoud je van vleselijke en
lichamelijke begeerten.
Als iemand jou een klap geeft op je
rechterwang, keer hem dan ook je linkerwang
toe,en
je zult volmaakt zijn.
Als iemand je dwingt één mijl mee te
gaan, loop dan twee mijl met hem op.
Als iemand je bovenkleed wegneemt, geef
hem dan ook je onderkleed.
Als iemand je bezit van je afpakt,
vraag het dan niet terug,want
dat kun je niet. Geef aan ieder die iets van
jou vraagten vraag het niet terug.Want
de vader wil dat men allen laat delen in zijn
eigen gaven. Gelukkig hij die geeft volgens
het gebod: hij is zonder blaam. Wee degene die
neemt! Ja, wie behoeftig is en daarom neemt is
zonder blaam; maar wie niet behoeftig is maar
wél neemt, moet rekenschap afleggen: waarom
heeft hij genomen? En waartoe? Als hij in de
gevangenis komt wordt hij ondervraagd over wat
hij heeft gedaan; hij komt daar niet weg
voordat hij ook de laatste cent heeft
terugbetaald.Maar hierover is ook gezegd: 'Je
aalmoes moet zweten in je handen totdat je
weet aan wie je die geeft.'
Recensies
uit de bespreking door
A n t o n d e W i
t in Katholiek Nieuwsblad van
6 juli 2018, p.17
'Een
merkwaardig boekje uit de
vroegchristelijke canon is nu in een
nieuwe vertaling prachtig heruitgegeven
(...)