Het is een
van de bekendste verhalen uit de Oudheid:
hoe keizer Constantijn aan de vooravond van
een belangrijke veldslag een visioen had van
een lichtend kruis, zich bekeerde tot het
christendom, een einde maakte aan de
vervolgingen, de kerk begon te begunstigen
en in feite de grondslagen legde voor de
christelijke middeleeuwen.
Zo simpel
is het echter niet. De eerste tekst die de
gebeurtenis vermeldt, een redevoering die in
dit boek voor het eerst in Nederlandse
vertaling verschijnt, beschrijft het visioen
namelijk als heidens.
In Het
visioen van Constantijn wordt uit de doeken
gedaan hoe de gebeurtenis zich heeft
ontwikkeld tot een van de beroemdste
christelijke legenden. Ook maakt het enkele
van de problemen inzichtelijk die
oudheidkundigen tegenkomen als zij proberen
te reconstrueren wat ooit is gebeurd.
Jona
Lendering is werkzaam in de
wetenschapsvoorlichting en vooral bekend van
zijn websites MainzerBeobachter.com
en Livius.org. Vincent Hunink is als classicus
verbonden aan de Nijmeegse Radboud
Universiteit en publiceert met grote
regelmaat vertalingen van vooral Latijnse
teksten. Ze
werkten eerder samen aan Velleius
Paterculus’ Romeinse geschiedenis en een
verzameling teksten van Tacitus over de oude
Germanen, In moerassen en donkere wouden.
"O, gelukzalig
land, gezegender dan alle andere, Brittannië!
Jij hebt als eerste Keizer Constantijn mogen
zien! Met recht heeft Moeder Natuur jou
begiftigd met alle goeds van luchtruim en
bodem. Geen al te grote winterse strengheid
heerst er, geen al te hevige zomerse hitte.
Gewassen zijn er dusdanig vruchtbaar dat ze
voorzien in beiderlei gaven, die van Ceres én
Bacchus. Wouden gespeend van verschrikkelijke
beesten, het land vrij van gevaarlijke
slangen, maar juist een ontelbare massa
vreedzame dieren, met de uiers barstensvol
melk en de huiden bedekt onder vachten. En
verder iets wat het leven heerlijk maakt: heel
lange dagen, geen nachten zonder een zweem van
licht, doordat de uiterste laagten van de
kusten daar geen schaduw werpen en de blik op
hemel en sterren doorgaat tot achter het
keerpunt van de nacht: de zon die bij ons
lijkt onder te gaan scheert daar langs de
horizon.
Goede Goden!
Wat is dat toch met die uiterste grenzen van
de aarde? Waarom dalen vandaar steeds nieuwe
goddelijke machten af die voorbestemd zijn
voor verering door de hele wereld? Zo komt
Mercurius van de Nijl, de rivier wier
oorsprong onbekend is, zo komt Liber uit
Indië, waar men zowat rechtstreeks getuige is
van de rijzende zon. Zij hebben zich voor de
volkeren betoond als reëel aanwezige Goden.
Geheiligd zijn daadwerkelijk de regionen nabij
de hemel, meer dan die in het midden van de
wereld. De Goden zenden een keizer van meer
nabij daar waar de aarde eindigt.
Als zoon van
een keizer – en wat voor keizer! – en als
iemand die persoonlijk de macht op zo
gelukkige wijze heeft verkregen, hoe bent U
begonnen de staatsbelangen te behartigen? Was
het door een miezerig barbarenclubje te
bestrijden, dat met een verrassingsaanval en
onvoorziene plundertochten de eerste dagen van
uw opkomst wilde testen? Heeft U hen voor
dergelijke roekeloze acties bestraft? Het zou
wat! De koningen van het Frankenrijk, die in
de afwezigheid van uw vader de vrede hadden
geschonden, hebt U zonder aarzelen met de
meest extreme straffen aangepakt, zonder een
spoor van angst voor eeuwigdurende haat of
onverzoenlijke rancune van dat volk.
Tja,
gerechtvaardigde strengheid valt bij
slachtoffers verkeerd. Maar waarom zou een
keizer daarmee rekening houden, zolang hij
overeind kan houden wat hij heeft verricht?
Mildheid is veilig wanneer men vijanden spaart
vanuit eigenbelang, niet als blijk van
vergeving. U evenwel, hooggeachte Constantijn,
mogen de vijanden haten zoveel zij willen, als
zij voor U maar doodsbenauwd zijn! Dát is
namelijk ware deugd: als men voor U geen
genegenheid voelt en zich toch koest houdt.
Tegenstrevers
verslaan en dan via genade aan zich verbinden
moge behoedzaam zijn, maar wie razende figuren
onder de voet loopt toont meer moed.
U hebt,
Majesteit, het aloude zelfvertrouwen van het
Romeinse Rijk hersteld: krijgsgevangen leiders
van de vijand kregen vroeger de doodstraf.
Gevangen vorsten dienden toen als decoratie op
de wagens der triomfatoren vanaf de stadspoort
tot het forum, maar zodra de opperbevelhebber
zijn wagen liet afslaan richting Capitool
werden zij eraf gerukt, naar de kerker, en
geëxecuteerd. Perseus was de enige die aan die
snoeiharde wet wist te ontkomen, zulks op
voorspraak van Paulus, de man die zijn
overgave had aanvaard. Alle anderen werden in
ketenen beroofd van het levenslicht en stelden
andere vorsten aldus een voorbeeld. Beter
vriendschap onderhouden met de Romeinen dan
hun gerechtigheid provoceren!
En bestraffing
van de vijand brengt nog meer goeds met zich
mee: je tegenstanders wagen zich niet meer aan
woeste acties, zeker, maar ook je vrienden
tonen dan eens te meer respect.
Vandaar dan,
Majesteit, de prachtige vrede die wij thans
genieten. Want het is niet meer de kolkende
stroom van de Rijn die ons beschut, maar de
afschrikking die uitgaat van uw naam. De
rivier mag droogvallen door zomerhitte of
verharden door bevriezing, in beide gevallen
waagt de vijand zich daarop niet. De natuur
sluit niets af met een werkelijk
onoverkomelijke wal. Overal dringt menselijke
waaghalzerij door, zolang er enige hoop
resteert voor een poging. De enige onneembare
muur trekt men op met een reputatie van moed."
(uit:
Lofredevoering op Constantijn, 9-11)
Recensies
'...De auteurs
leveren met dit boek een mooie prestatie'
Uit bespreking door J o o s t
V e r m e u l e n in
Archeologie Magazine2, 2018,52
---
'In Het visioen van Constantijn nemen Jona Lendering en
Vincent Hunink de lezer mee in het proces dat
de oudheidkundige meemaakt om klassieke
teksten te doorgronden. (…) Er zijn echter tal
van vragen bij te stellen, zo geven historicus
Jona Lendering en classicus Vincent Hunink aan
in Het visioen van Constantijn. Zij stellen
die vragen en lichten toe voor welke dilemma’s
oudheidkundigen zijn gesteld bij de
bestudering van hun bronnen. Dat heeft een
boeiend verhaal opgeleverd waarin de nieuwe
vertalingen van klassieke teksten in de
lopende tekst zijn verweven. (…) Het heeft
iets paradoxaals, hoe meer je je verdiept in
klassieke teksten hoe minder helderheid het
aanvankelijk oplevert. (…) In Het visioen van
Constantijn worden de eerste ronden gemaakt
van dat circulair proces. Het is zeer de
moeite om aan de hand van Lendering en Hunink
dat proces mee te maken.'
Uit bespreking
door L e o n M i j d e
r w i j k op www.historien.nl
'Voor Het visioen van
Constantijn hebben Jona Lendering
en Vincent Hunink de koppen bij elkaar
gestoken. Allebei de auteurs zijn welbekend
in het Oudheidkundig genre en werkten al
eerder samen aan In
moerassen
& donkere wouden. De Romeinen in
Germanië (2015). Ook
afzonderlijk hebben ze al een aardig oeuvre
op hun naam staan. Zo zijn de eerder
vertaalde werken van classicus Vincent
Hunink Hunink altijd goed ontvangen,
zoals Het
leven
van Agricola. De Romeinen in Brittannië (2016)
Net als In moerassen & donkere
wouden van Tacitus. Die goede
ontvangst geldt ook voor zijn Plinius.
De
Vesuvius in vlammen. Brieven aan Tacitus (2017)
en Plinius.
Mijn landhuizen. Brieven over Romeinse
villa’s (2017). Jona
Lendering (1964) is historicus en richt zich
met zijn populariserende boeken en
website Livius.org op
de Oudheid, vaderlandse geschiedenis en de
informatieoverdracht van wetenschappelijke
kennis naar het grote publiek. Lendering
publiceerde eerder onder andere Vergeten
erfenis. Oosterse wortels van de westerse
beschaving (2009), De
klad in de klassieken (2012)
en De
rand
van het Rijk. De Romeinen in de Lage
Landen (2010) met Arjen
Bosman. Voor zijn website Livius ontving
Lendering in 2010 de Oikos publieksprijs,
deze website is de grootste website ter
wereld over de oude wereld. Een jaar later
ontvingen hij en Bosman de NKV-prijs
voor De rand van het Rijk.
(…)
Zo is Het visioen van
Constantijn niet alleen een
bijzonder interessant boek over de betekenis
van het visioen zelf, maar geeft het ook op
verrassend originele wijze inzicht in het
onderzoeksproces van oudheidkundigen. Zonder
wetenschappelijk te veel de diepte in te
duiken hebben Hunink en Lendering het voor
elkaar gekregen om in een toegankelijk
publieksboek de lezer mee te nemen in hun
zoektocht en de problemen waar je als
onderzoeker tegenaan loopt. Dit zorgt ervoor
dat je als lezer in het boek wordt gezogen,
net als in een spannende roman. Hulde aan de
auteurs die hiermee hopelijk een nieuwe
trend hebben gezet waar het gaat om
geschiedenisboeken.'
Uit bespreking door V e
r a W e t e r i n g s
op www.heriditasnexus.nl
'De auteurs van Het visioen
van Constantijnreconstrueren de voorspellende
droom van de keizer vanuit de geschiedenis,
met een scherp oog voor details. Een andere
verdienste van Lenderings en Huninks boek is
de heldere uitleg hoe het bronnenmateriaal,
vanwege meerdere beperkingen, de studie naar
de Oudheid complex maakt. De bronnen uit de
Oudheid zijn vaak moeilijk te duiden, zo laten
de auteurs overtuigend zien.'
Uit korte bespreking door E
n n e K o o p s op
www.historiek.net
Uit de bespreking door P a t r i c
k D e R y n c k
in De Standaard, 20 mei 2018
'Jona
Lendering fulmineert op zijn website
(www.mainzerbeobachter.nl) sinds tijden met
enige strengheid tegen veel van zijn
collega’s-menswetenschappers en
oudheidkundigen: ze communiceren niet of
slecht met het brede publiek en leggen veel te
weinig hun methodes en vooral ook hun
beperkingen uit. Geen wonder dat ze in een
crisis zijn beland… Wie zoiets verkondigt,
moet het zelf anders doen. Dat doet Lendering
in Het
visioen van Constantijn, waarvoor
Vincent Hunink de gezwollen feestrede
vertaalde waarin het genaamde visioen als…
heidens wordt beschreven.' (...) 'Jona
Lendering deconstrueert het verhaal met
brille, door consequent gebruik te maken van
wat we weten en vooral ook door te wijzen waar
er gaten zijn in onze kennis: zekerheid zullen
we voor veel facetten van de oudheid nooit
hebben. In dit geval komt de auteur na veel
omzwervingen – je moet als lezer bereid zijn
hem in zijn veeleisendheid te volgen – tot de
conclusie dat Constantijn vermoedelijk in
309/310 een lichtvisioen had, dat hij dat
eerst aan Apollo toeschreef en het pas veel
later om politieke redenen – en ‘omdat de
menselijke herinnering een hond is die gaat
liggen waar hij wil’ – zelf is gaan beschouwen
als een manifestatie van Christus.'
---
Uit de bespreking door A n n
e t v a n W i e c h
e n op www.oudweb.nl
'Historicus Lendering en
classicus Hunink zijn een ideaal duo om het
verhaal te ontrafelen achter het visioen
waardoor keizer Constantijn tot het
christendom zou zijn bekeerd. (...)'
---
bespreking door M a r
t K w a k k e l op
www.archeologienederland.nl
uit de paginagrote bespreking door S a
m J a n s e in Trouw van 7
juli 2018, Boeken p.34
'Dit is een bescheiden studie maar vanuit de
bronnen geschreven (...) een mooi boek dat
vooral goed duidelijk maakt wat we allemaal
niet weten.'
---
uit de bespreking door J a n B r
o u w e r s in Katholiek Nieuwsblad 31
augustus 2018:
'Lenderink en
Hunink laten zien hoe oudheidkundigen met
die gegevens omgaan en hoe ze tot een
verantwoord beeld van dat verre verleden
komen. Daarbij laten ze zich niet leiden
door sympathie voor of afkeer van het
christendom. (...) Wat hij gezien kan
hebben en wat de gevolgen waren, doen ze
vakkundig uit de doeken. Bang om woorden
als ‘waarschijnlijk’ te noemen zijn ze
niet. Een voorbeeldig boek dat laat zien
wat de beperkingen, maar vooral ook de
mogelijkheden van de studie van de Oudheid
zijn. En dat ook een realistisch beeld
geeft van de manier waarop het christendom
de dominante religie in het Romeinse Rijk
werd.'
uit
de bespreking door J o o s t V e
r m e u l e n in NRC Handelsblad 21
september 2018, boeken, C13
'...De auteurs leveren met dit boek een
mooie prestatie. Door hun heel nauwgezette
analyse worden niet alleen de waarheid en
mythe van elkaar gescheiden; ze maken ook
glashelder
dat er desondanks altijd dingen onzeker
blijven. Of zoals zij het zelf formuleren:
‘Natuurlijk zou het aardig zijn als onze
reconstructie helemaal juist is [...] . En
misschien is het inderdaad
wel zo gegaan. Maar helemaal zeker weten
doen we het nooit.'
bespreking
door A l c o M e e s t e
r s in Kerk en Theologie, 2018, nr. 4, 401-402
---
uit
de bespreking door C h r i s t i a
n L a e s in Hermeneus 90
(2018), 4, 216
'Zeker
in het geval van de Lofrede van 310 is de
vertaling een bijzondere verdienste: het
ronkende en protserige karakter van de
panegyriek wordt meesterlijk weergegeven in
een Nederlands dat toch aanstekelijk leest.
(...) Tot slot, en niet in het minst,
zijn methodologie, hermeneutiek en
historische kritiek wezenlijke onderdelen
van het speurwerk van de oudheidkundigen
Lendering en Hunink. Presentatie en lay-out
van dit mooie boek zijn vlekkeloos. De lezer
wordt verwend met een stamboom, landkaart,
een zeer handzame tijdlijn, een leidraad
voor verdere lectuur, een uitgebreid
notenapparaat en een uiterst nuttig
register. Overal staat het comfort van de
lezer voorop. (...) Doorheen het boek zijn
Lendering en Hunink de beste en
betrouwbaarste gidsen die men zich kan
voorstellen. Ze nemen hun lezers bij de
hand, ze laten hen als het ware luidop
meedenken, ze presenteren, corrigeren,
resumeren – en zijn daarbij nooit belerend.
Voor een inleidende cursus methodiek
van de oude geschiedenis kan ik me geen
beter praktijkboek voorstellen. Voor
oudhistorici en classici die nog een keer
verfrissend ad fontes willen gaan, biedt dit
boek al wat men maar wensen kan. Maar
door zijn presentatie kan het een breed
geďnteresseerd publiek eveneens moeiteloos
aanspreken. Na dit pareltje kunnen we alleen
maar hopen dat de samenwerking
Lendering-Hunink tot nog meer inspirerend
werk mag leiden.
uit de bespreking door H e r m a
n S i m i s s e n
in S t r e v e n , juli-augustus
2019, 441-442:
'Het
betoog van Lendering en Hunink is bijzonder
informatief, voorbeeldig in zijn helderheid,
en wordt bovendien mooi geďllustreerd met
uiteenlopende afbeeldingen.... 'even
lezenswaardig als leerzaam, en zeer aan te
bevelen...'