Is
oud worden iets ellendigs? Een periode van
gestage neergang, die alleen ongemakken met
zich meebrengt? Wat is een zinvolle
tijdsbesteding als je op hoge leeftijd komt?
Het
zijn universele vragen, waarover schrijvers
zich al in de oudheid hebben uitgesproken.
De bekendste van hen is Marcus Tullius
Cicero (106-43 v.Chr.). In een van zijn
beroemde filosofische dialogen laat hij zien
dat ouderdom veel goede kanten heeft. Er
hoeft van alles niet meer, er is tijd voor
rust en mooie dingen, het is de leeftijd
voor wijsheid.
Dit
positieve beeld van ouderdom wordt in de
mond gelegd van de roemruchte politicus Cato
de Oudere. Maar het zegt vooral iets over
Cicero zelf. Hij schreef het boek op het
eind van zijn leven, toen hij zich oud en
ellendig voelde en hij politiek gezien
buitenspel stond. De kunst van het oud
worden is bedoeld als troost. Vooral
voor Cicero zelf, maar ook voor zijn vele
lezers.
Het boek is
vertaald en uitgebracht ter gelegenheid van de
boekenweek 2008. Die stond in het teken van
'ouderdom'. Gelukkig blijkt Cicero's tekst ook
nu nog een bredere geldigheid te bezitten: de
vertaling is in september 2008 herdrukt.
dit
boek als e-book
PRESENTATIE
Het boek is
gepresenteerd op 5 maart 2008 in het Allard
Pierson Museum te Amsterdam, samen met het
essay van Dick Sipsma ('Van oude mensen, de
dingen die gaan komen') in het kader van de
reeks Dialoog op de Turfmarkt, georganiseerd
door de Athenaeum-boekhandel, uitgeverij
Athenaeum en het Allard Pierson
Museum. De presentatie vond plaats vlak
voor het begin van de Boekenweek 2008, dit
jaar in het thema 'Ouderdom'.
TEKST
(Cato aan het woord over een verwijt aan de
oude dag)
'De ouderdom
brengt ons af van onze activiteiten.' Van
welke? Activiteiten die horen bij jeugd en
kracht? Zijn er soms geen activiteiten van
oude mensen, dingen die men doet op
geesteskracht, hoe zwak het lichaam ook moge
zijn? Was het dan niets wat Quintus Maximus
deed, niets wat Lucius Paulus deed, jouw
vader, de schoonvader van die geweldige
kerel: mijn zoon? En die andere oude heren,
de Fabricii, de Curii, de Coruncanii, toen
die de staat met hun raad en gezag
verdedigden, deden zij dan niets?
Toen Appius
Claudius oud werd kwam daar nog bij dat hij
blind was. Maar toen de stemming in de
senaat omsloeg en men een vredespact met
Pyrrhus wilde sluiten, was hij het die niet
aarzelde en de uitspraak deed die Ennius in
verzen heeft vervat:
waar zijn uw
zinnen, die toch altijd rechtop stonden,
tot voor
kort, in waanzin <...> weggewend?
en zo gaat dat
op ernstige toon verder, het gedicht is
jullie bekend. Daarnaast is Appius' eigen
rede ook bewaard gebleven. Dat optreden van
hem was zeventien jaar na zijn tweede
consulaat, nadat er tien jaar was verstreken
tussen zijn eerste en tweede consulaat en
hij voorafgaand aan zijn eerste consulaat
ook nog censor was geweest. Daaruit valt op
te maken dat hij ten tijde van de oorlog met
Pyrrhus al behoorlijk op leeftijd was. En
toch hebben we het zo van onze vaders
begrepen.
Wie dus zegt
dat ouderdom en activiteiten niet samengaan
heeft helemaal geen argument. Het is zoiets
als wanneer je beweert dat een stuurman
tijdens het varen niets zit te doen. Anderen
klimmen in de masten, rennen over het dek of
scheppen kielwater uit, terwijl hij met het
roer in handen rustig op de achtersteven zit
en niet doet wat de jongeren doen. Nee,
inderdaad, wat hij doet is veel groter en
belangrijker! Niet fysieke kracht of
snelheid of beweeglijkheid tellen bij grote
activiteiten, maar wijs beleid, gezag en
oordeelsvermogen. En daarvan raakt de oude
dag niet gespeend, integendeel, die
kwaliteiten worden dan sterker.
Of kijken
jullie zo misschien ook naar mij? Ik ben als
soldaat en tribuun en onderbevelhebber en
consul in allerlei soorten oorlogen
betrokken geweest. Vinden jullie soms dat ik
niets doe, nu ik geen oorlog meer voer? Maar
ik adviseer de senaat welke oorlogen te
voeren zijn en op welke manier! En over
Carthago, dat ons al lang slecht gezind is,
roep ik al lang de oorlog af. Ik vrees die
stad en zal daar pas mee ophouden als ik
gehoord heb dat ze vernietigd is!
(c. 15-18, [voetnoten
zijn hier niet opgenomen])
RECENSIES
Het boek is kort besproken in de Volkskrant
van vrijdag 7 maart 2008, p.23, in het
boekenkatern Cicero. Recensent O l a
f T e m p e l m a n vindt de tekst
van Cicero 'een bijzonder therapeutisch
werkje'. Verder vindt hij het 'geruststellend'
'dat alle problemen van de ouderdom in de
klassieke oudheid ook al bestonden'.
Het boek is die dag tevens een van de
vier boeken die op de voorkant van het
Cicero-katern zijn uitverkoren tot
'Cicero-keuze', met vier sterren (van maximaal
vijf).
---
Eveneens op
vrijdag 7 maart 2008 verscheen een lovende
bespreking door
H. B r a n d t C o r s t i u s in
NRC Handelsblad, in het
Boekenkatern (p.6)
' Vincent Hunink
heeft het boekje schitterend vertaald' (...)
' Je hebt
voortdurend de neiging om zinnen hardop te
lezen.' (...)
' Als u jong bent
moet u dit boekje even lezen om alle
vooroordelen over ouderdom te laten varen. Als
u oud bent weet u het al, maar dan kunt u zien
dat het 2052 jaar geleden weinig anders was.'
(...)
---
Een uitvoerige
bespreking van de inhoud, waarin ook verder
wordt ingegaan op de argumenten tegen de
ouderdom, is opgenomen in: Nederlands
Dagblad van vrijdag 7 maart 2008
(de derde bespreking op één dag!), van de hand
van K l a a s W i e r e n g a.
De recensent
spreekt al in de inleiding van 'rijke
inzichten'. Even verder vindt hij, gezien de
biografische achtergrond, de lectuur van de
tekst een 'wrange ervaring'.
Citaat:
'Het
aardige van het boekje is dat het, wellicht
ongewild, een fraaie illustratie is van nog
een symptoom van de ouderdom, een symptoom
dat bovendien moeilijk te bestrijden is en
dat daarom misschien door Cicero niet wordt
genoemd: de breedsprakigheid die oude heren
(en dames) maar al te vaak aankleeft. Cato,
de 84-jarige hoofdpersoon in De
Senectute, legt zichzelf niet bepaald
enige beperking op in zijn verheerlijking
van de ouderdom. Hij put zich uit in het
presenteren van voorbeelden van voorbeeldige
ouderdom, houdt een enorme uitweiding over
de zegeningen van de landbouw en citeert uit
gezaghebbende Griekse en Latijnse
auteurs dat het een aard heeft.'
Citaat over de
vertaling: 'Het boekje is
deskundig ingeleid, vertaald en toegelicht
door Vincent Hunink en fraai uitgegeven, met
een rimpelig kaftje, onder de titel De
kunst van het oud worden.'
---
Een bespreking
van de tekst is opgenomen in HP De Tijd
van 1 maart 2008, p.50 door M.H., onder de
noemer 'De klassieker die u gelezen moest
hebben'. De bespreking beschrijft globaal de
strekking en achtergrond van het werk, en gaat
niet in op de vertaling zelf.
---
In een
verzamelpagina met boeksignalementen over
'ouderdom' t.g.v. de boekenweek 2008
signaleert ook A l y K n o
l in: De Gelderlander
van 11 maart 2008, p.15 het boek (ook in
andere GPD bladen verschenen, zoals de
Leeuwarder Courant, de Gooi- en Eemlander van
15 maart). Aan het slot van het arrtikel
staat:
'Een van de
oudste en ook innemendste teksten over
vergrijzing, die nu in een nieuwe vertaling is
verschenen, is De kunst van het oud worden
van Cicero (106-43 v.Chr.). Hij vergeleek de
ouderdom in een mensenleven met 'iets als het
slotbedrijf van een toneelstuk'.
---
Een kleine
bespreking is opgenomen in het Katholiek
Nieuwsblad van 7 maart 2008 (door
H.R.)
Citaten: 'De toon ervan is inderdaad een
beetje "over-optimistisch", zoals
vertaler Vincent Hunink opmerkt'
'Interessant
is
het laatste deel over de dood, "als de
wedstrijd gelopen is" (welke uitdrukking dus
niet door Paulus is bedacht). De Romeinse
visie daarop blijkt dan helemaal niet zoveel
te verschillen van de latere christelijke.'
---
uit de
recensie op Picarta
(catalogi universiteitsbibliotheken in
Nederland), door onbekende auteur:
'Huninks
vertaling, met verklarende notities, is niet
de eerste in het Nederlands, wel de meest
soepele. Verzorgde uitgave; normale druk'.
-------------------------------------------------------
(2017)
Artikel in
Filosofie Magazine 28-8-2017 door M a r c
o K a m p h u i s
volledig artikel hier achter betaalmuur:
https://www.filosofie.nl/nl/artikel/47952/geluk-komt-met-de-jaren.html
citaat '...
door Vincent Hunink vertaald als De
kunst van het oud worden,
een prettig leesbaar boekje.'