VincentHunink



HOME VERTALINGEN | ALLE PUBLICATIES | INDEX | CONTACT





BEDOLVEN DOOR DE VESUVIUS
Pompeii in 1000 graffiti

gekozen, bezorgd en vertaald door Vincent Hunink

Damon, Budel 2007

ISBN 978 90 5573 8243; 335 p; € 24,90


De Romeinse stad Pompeii werd in het jaar 79 getroffen door een vulkaanuitbarsting. Dikke lagen as- en puimsteen uit de Vesuvius bedekten de stad en begroeven haar voor eeuwen. Bij de opgravingen in Pompeii vanaf de zeventiende eeuw ging de aandacht vooral uit naar kunstvoorwerpen, schilderingen, naar wegen en gebouwen. Minder verrukt was men over de vele graffiti op de muren, veelal ingekrast met een potscherf of een stuk ijzer. Het betreft teksten in krakkemikkig Latijn, niet zelden obsceen of beledigend van toon en vaak persoonlijk van aard.

In de 21 eeuw is de weerzin tegen dit tekstmateriaal grotendeels verdwenen. Dat betekent echter niet dat de graffiti nu gemakkelijk bereikbaar zijn geworden. Het volledige materiaal ligt besloten in de slechts voor specialisten hanteerbare grote boeken van het Corpus Inscriptionum Latinarum (CIL IV).  Bestaande bloemlezingen zijn doorgaans klein of thematisch van opzet, en niet zelden is de schaamte over obscene teksten nog duidelijk voelbaar.

In deze nieuwe bloemlezing uit de graffiti van Pompeii zijn niet minder dan duizend teksten opgenomen. Vanzelfsprekend zijn de highlights vertegenwoordigd, zoals Vergilius-citaten en andere metrische teksten, grappige teksten uit de kroeg of raadseltjes. Maar ook obscene teksten uit bordelen en de vele begroetings- of afscheidsteksten zijn ruim vertegenwoordigd. Officiële mededelingen en aankondigingen (zoals verkiezingsleuzen of programma's van openbare spelen) zijn tot een minimum beperkt. Daardoor legt het boek een sterke nadruk op persoonlijke uitlatingen van mensen in Pompeii.

De bloemlezing is niet geordend naar thema, maar naar vindplaats in de stad. Daardoor ontstaat soms wel een zekere inhoudelijke bundeling, maar treedt vooral de bonte variatie van het stadsleven aan de dag. 

Steeds wordt eerst het Latijn zo direct mogelijk weergegeven, zonder toegevoegde leestekens (behalve bij afkortingen) en natuurlijk met behoud van de talrijke 'fouten' tegen het klassieke boeken-Latijn. Een precieze vertaling ontsluit de oude tekst dan voor de Nederlandse lezer. Een bronverwijzing en waar nodig een summiere toelichting sluit elk graffito af.

De uitzonderlijke omvang, ordening en opzet maken deze bloemlezing tot een uniek geheel. Een prachtige kans om kennis te maken met het volle leven van echte Romeinen en met hun sprankelende Latijn.

In 2011is een Duitse editie van het boek verschenen bij uitgeverij Reclam (Stuttgart) in de welbekende 'oranje' tweetalige reeks! Met 150 afbeeldingen. Tekst geheel opnieuw vertaald en op vele punten aangepast.

Klik hier voor de Deutsche Ausgabe


PRESENTATIE


Het boek is ten doop gehouden op dinsdag 20 november 2007 18u00 in Boekhandel Roelants (v.h. De Oude Mol), Van Broeckhuijsenstraat 34, 6511 PJ  NIJMEGEN.

Pompeii-kenner Dr. Stephan Mols, universitair docent klassieke archeologie aan de Radboud Universiteit, presenteerde het nieuwe boek (tekst van zijn inleiding volgt hieronder). Daarna las vertaler Vincent Hunink enkele nette én minder nette fragmenten voor. Ten slotte werd het eerste exemplaar uitgereikt aan Mw.Dr. Marietje d'Hane-Scheltema, vertaalster van onder meer Vergilius Aeneis, Ovidius Metamorphosen en de Satiren van Juvenalis. Op haar beurt bood zij een voor de gelegenheid vertaald vers van Martialis aan Vincent Hunink aan.

Na dit korte, officiële gedeelte van het programma (ongeveer 25 minuten) was er gelegenheid om onder het genot van een glaasje wijn of jus (aangeboden door boekhandel Roelants) door te praten met elkaar, de inleider en de vertaler. Uiteraard was het nieuwe boek direct voor iedereen te koop. Ongeveer veertig belangstellenden woonden de presentatie bij. De boekhandel bleef geopend tot ongeveer 19u00.

Stephan Mols leidt in


Vincent Hunink leest voor (links o.a. Stephan Mols, rechts M. d'Hane-Scheltema)

M. d'Hane-Scheltema krijgt het eerste exemplaar

 

INLEIDENDE TEKST BIJ DE PRESENTATIE
DOOR Dr. Stephan Mols

(tekst overgenomen met welwillende toestemming van de spreker)

'Bij een bezoek aan het herentoilet in de Refter op het terrein van de Radboud Universiteit  gisteren, las ik op de deur teksten van de volgende strekking gekrabbeld:

“Say hello to your new world order”

Vervolgens 9 varianten op de tekst:

“you do not talk about fight club"

en in een ander handschrift commentaar: 

“written by Karel Kansloos”

Voorts de getallenreeks 4 8 15 16 23 42

Daarvan was de laatse met een andere pen omcirkeld en voorzien van commentaar: “bingo, The answer to the ultimate question: what is the meaning of life?”

En op het plafond:

Bij de brandmelder stond: “I said, in case of fire, idiot”

De naastgelegen toilet had nog: “god is a lie”

Ik zou hieruit twee conclusies kunnen trekken: namelijk de taal van graffiti is Engels en er wordt mijns inziens niet een bepaald individu toegesproken.

Dat tweede punt wordt door het volgende van tafel geschoven:

Lange tijd was aan de stadskant boven op de boog van de waalbrug in Nijmegen de tekst te lezen:

Bien I love you.

De tekst heeft er enkele jaren gestaan en is een tijdje geleden overgeschilderd. Een voorbeeld van een leus die iemand uit alle kracht wil verkondigen en waarvoor deze persoon veel over had.

 

Van vroeger herinner ik mij ook teksten op toiletten van een andere strekking:

teksten die betrekking hebben op wat men daar meestal doet: zoals:

wie dit leest pist naast de pot.

 

Hierin is in 2000 jaar eigenlijk weinig veranderd: zie daarvoor de teksten op een toilet in een huis in Herculaneum

Hier staat te lezen: Apollinaris Medicus Titi imperatoris hic cacavit bene; A., arts van keizer T., heeft hier lekker gekakt.

Maar ook in de eetkamer van een herberg in Pompeii kan dat het onderwerp zijn:

“Wij schijten lekker dochter”, Feliciter filia cacamus”

Of in het toilet van het zelfde gebouw:

Het schijnbaar onschuldige “Jongen houdt van meisje, dag, dag” of het meer schuine werk: “likken Aspasia!”

Soms zijn het alleen maar mededelingen en soms wordt iemand speciaal aangesproken, vergelijkbaar met de Bien op de Waalbrug.

 

Waarin de Romeinse inscripties soms anders zijn dan de moderne is ook op toiletten te lezen: ook kwaadafwerend cacator cave malum: Oppassen voor narigheid, schijter.

Maar misschien zijn de overeenkomsten groter dan de verschillen.

Voor overeenkomsten nog deze,

op een façade van een huis, een dialoog:

-          -Successus de wever houdt van de slavin van de kroegbazin. Iris is haar naam Zij geeft niks om hem, maar heeft medelijden met hem. Dit schrijft een rivaal, dag!

-          -jaloers figuur! Omdat jij op knallen staat, moet je niet iemand ervan langs geven die er beter uitziet,  Die lekker over de schreef wil gaan en een knapperd is.

-          -Ik zei het, ik schreef het: jij houdt van Iris maar zij geeft niks om jou.

Dit en andere spontane schrijfsels maken deel uit van de opschriften, graffiti, op wanden uit het antieke Pompeii, de stad die samen met Herculaneum en een aantal kleine dorpjes in de omgeving door de uitbarsting is verwoest.

Als uitingen van gevoelens zijn ze – en dat hebben we al gehoord - niet alle even netjes. Zo staat op een façade

imanis metula es - een enorme lul ben jij

Ze zijn gevonden door de archeologen die de stad sinds 1749 opgraven en hebben altijd tot de verbeelding gesproken, ook al is een groot deel ervan lang voor het grote publiek verborgen gebleven en was het corpus slechts toegankelijk voor specialisten.

Het is een beetje als een bepaald deel van de depots van een oudheidkundig museum, waar lange tijd de amuletten in de vorm van vaginas en fallussen verborgen werden gehouden, terwijl het in de oudheid kwaadafwerende voorwerpen waren.

Het beeld dat ze scheppen werd wel gezien als te laag bij de grond, niet in overeenstemming met de verheven wereld van de Romeinen, een beeld dat naar de mening van oudheidkundigen wel naar voren komt uit de antieke literatuur. De opschriften ondergingen lange tijd hetzelfde lot als de tekenen van eenvoudig leven die de meeste in Pompeii gevonden materiële resten opriepen.

Dat is nu anders: archeologen willen tegenwoordig graag niet alleen de antieke huizen en de materiële cultuur reconstrueren, maar een beeld krijgen van het leven en zelfs de denkbeelden van een cultuur uit het verleden.

Bronnen zoals de in muren gekraste of op wanden gekalkte spontane uitingen die de meeste van de pompejaanse graffiti zijn, zijn daarbij van onschatbare waarde.

Een selectie van meer dan 1000 voorbeelden van uiteenlopende aard wordt hier vandaag gepresenteerd. Uit de meer dan 10.000 tot op heden teruggevonden voorbeelden heeft Vincent Hunink een selectie van iets meer dan 1000 voorbeelden gemaakt.

Het zijn allemaal authentieke schrijfsels, veelal spontaan opgeschreven, die een beeld geven van de aard van de geletterdheid in Pompeii, maar die vooral door hun spontaniteit ook inzicht geven in gevoelens van mensen die leefden in een ver verleden.

Het mooie is dat de bezorger ze heeft geordend naar de vindplaats, waardoor de teksten in elk geval virtueel te traceren zijn. Een echte rondgang langs alle 1000 voorbeelden is immers niet mogelijk, aangezien grote delen van Pompeii niet toegankelijk zijn voor publiek.

Toch is een flink deel van de teksten te vinden in de delen van de stad die voor toeristen zijn opengesteld en daarvoor kan het boek ter plekke als een soort alternatieve gids dienen.

 
Laten we nu eens optimaal gebruik maken van de gids en een korte rondgang maken langs een aantal naburige huizen en winkels in één huizenblok, dat van de Menander, genoemd naar de Griekse comediedichter van wie in het huis dat het grootste deel van het blok inneemt, een portret is geschilderd. Wat kom je dan zoal tegen?

Bij de eerste deur staat te lezen  Begerig zijn we hier gekomen, veel liever nog gaan we hier weg,

Dat begint al goed. Het is kennelijk een veel gebruikte formule, in de verzameling komt deze, met kleine varianten, een zestal keren terug.

Seks is  het onderwerp van een graffito in dezelfde winkel:

ik die dit lees lik pik

Een groot deel van de in het boek opgenomen graffiti heeft overigens een seksuele lading. Het best te rijmen met de omgeving is dat misschien bij de bijna 60 voorbeelden die in en rondom een bordeel zijn gevonden.

In het huizenblok van de Menander en elders in de stad worden overigens nogal wat mannen uitgescholden voor kutlikkers, zoals

amandus cunnum linget.

Zelf denk ik dat we ons deze als verwensingen moeten voorstellen die de genoemde mannen afschilderen als onderdanig, of nog negatiever, slaaf aan een vrouw in de meest negatieve zin.

Gaan we weer een deur verder in ons huizenblok: we vinden daar een kreet die iemand van de daken zou willen schreeuwen:

Wie dit schrijft is verliefd Amat qui scribit

Weer iets verder lezen we een citaat uit De Aeneis van Vergilius. Zwegen (Conticuere).

Dit soort citaten komt vaker voor en Vergilius is daarbij de onbetwiste kampioen: in totaal zijn in de verzameling 53 keer citaten te lezen van de ook toen al beroemde schrijver. Een ervan is overigens gevonden in het bordeel, kennelijk had de schrijver niets anders te doen.

Op de façade van de buren doet iemand de groeten en staat een lijstje met namen en geldbedragen: Felix 4 as, Florus 10 en in de ingang van dat huis staat de al genoemde dialoog van rivalen in de liefde te lezen.

Iets verderop is nog een deel van een alfabet te lezen: is het een schrijfoefening of is het kwaadafwerend, zoals bij dergelijke opsommingen vaak wordt gedacht?

En zo kunnen we doorgaan. Het hele boek in een ruk doorlezen brengt je in een roes van autentieke, spontane uitingen van mensen die lang geleden gevoelens uitten gelijk aan die van ons.

Behalve op huizen is er ook nog een aantal op muren van openbare gebouwen teruggevonden. Op de wanden van een van de hallen aan het forum van Pompeii staan talloze graffiti en wel zoveel dat een schrijver de verzuchting heeft toegevoegd:

admiror te paries non cecidisse qui tot scriptorum taedia sustineas
Ik sta verbaasd muur dat jij niet bent vervallen. zoveel schrijversgezeur moet jij torsen.

Vergelijkbare teksten zijn gevonden op wanden van het theater en het amfitheater, zodat het om een formule lijkt te gaan, maar die is dan wel veelzeggend.


Tenslotte wil ik toch nog even ingaan op enkele verschillen met moderne graffiti:

Daar waar data in de pompejaanse graffiti zijn opgenomen valt de soms grote houdbaarheid op: voor komen het jaar 59 n. Chr., het jaar 15 en zelfs het jaar 48 v.Chr. De laatste inscriptie heeft dus meer dan 125 jaar op een wand gestaan! Zo’n lang leven is geen modern graffito gegeven.

En dan nog een verschil: racistische uitingen komen in het blok in het geheel niet voor. De hele bundel bevat er eigenlijk maar 1.

Candida me docuit nigras odisse puellas: De witte heeft me geleerd zwarte meisjes te haten.

Ze zijn in het algemeen ook schaars. Veel moderne schuttingtaal gaat juist tegen andere bevolkingsgroepen in.

Wel erg herkenbaar door vergelijkbare moderne schuttingtaal: Inwoners van naburige steden moesten het soms ontgelden, zoals Nucerinis infelicia: alle slechts voor die uit Nuceria.

Dat lijkt op rivaliserende supportersgroepen en misschien kunnen we de pompejaanse slogan wel koppelen aan supportersrellen in het plaatselijke amfitheater, waar we ook uit andere bronnen informatie over hebben. Voor straf sloot keizer Nero het gebouw voor 10 jaar!

Kijken we ten slotte naar het Latijn, dan is dat eigenlijk alleen met uitzondering van de literaire citaten volks, en erg direct van toon. Het is echt, vulgair Latijn.

In de bundel “Bedolven door de Vesuvius is het vulgair latijn vertaald in het Nederlands en zijn de Griekse inscripties die ook voorkomen, in het Engels vertaald. Je kunt je afvragen of vanwege het huidige gebruik niet alle Latijnse graffiti in het Engels zouden moeten worden vertaald?

Ik wil Vincent Hunink van harte feliciteren met dit werk en alle aanwezigen ertoe aanzetten in de roes van pompejaanse spontaniteit te geraken door het lezen van “Bedolven door de Vesuvius”! '

publiek in de winkel bij de boekpresentatie

signeren



PERSBERICHT

door Anja van Kessel (Pers en Voorlichting, Radboud Universiteit Nijmegen).

Geplaatst in: De Gelderlander 21 november 2007, p.29

 

"Vandaal Daphnicus heeft nu een boek"

 

Op de muren van Pompeii stonden, toen de stad in 79 na Christus onder het stof en de puin, verdween, allerlei teksten en krabbels gekrast: obsceniteiten, verwensingen, maar ook wervingsteksten van hoeren en kreten van het type ‘Daphnicus was hier met Felicla’. Vincent Hunink, onderzoeker Latijnse taal en cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen, bracht duizend graffiti bijeen in ‘Bedolven door de Vesuvius, Pompeii in 1000 graffiti’.

Dinsdag 20 november verschijnt bij uitgeverij Damon het boek ‘Bedolven door de Vesuvius, Pompeii in 1000  graffiti’, vertaald en ingeleid door Vincent Hunink, onderzoeker Latijnse taal en cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Voor dit boek nam Hunink zo’n 10.000 beschrijvingen van opschriften door. De originelen, die sinds de negentiende eeuw wel gedocumenteerd zijn, zijn vaak verdwenen (hetzij door slijtage, hetzij door diefstal) of verspreid over musea in heel de wereld.

Nooit eerder gedaan

Uit de enorme collectie van tekstflarden en opschriften selecteerde Hunink die teksten waar ‘iets van een mededeling, een gedachte, een persoon in doorklinkt. Uiteraard heb ik daarbij de krenten uit de pap gehaald. Maar alles wat me enigszins de moeite waard leek, heb ik eruit gelicht, beschreven en vertaald’. Het leidde tot een bonte verzameling van onder meer obscene teksten, haastige mededelingen aan geliefden (‘dag lieve schat, ik haast me’), groeten, verwensingen, wervingsteksten van hoeren, juichkreten, versjes, teksten van het type ‘Daphnicus was hier’ en verwensingen van personen (bijvoorbeeld uit een andere stad) of plaatsen (zoals in de buurt van het legerkamp: maak dat je hier wegkomt).

Gek genoeg, vindt Hunink zelf, was hij de eerste moderne latinist die zich zo uitgebreid met deze teksten bezighield. ‘Als classicus ben je gewend dat je dingen beter probeert te doen die een ander ook al eens heeft gedaan. Maar nog nooit heeft iemand zo goed naar ál deze teksten gekeken en nog nooit is er een zo grote selectie uit bijeen gebracht.’  

Stemmen tot leven

Hunink ordende de graffiti uit Pompeii niet thematisch, maar naar vindplaats. ‘Daardoor krijg je een wat duidelijker beeld over hoe de teksten verspreid zijn over de stad. Het is een soort reisgids in woorden. Het mooie aan deze teksten vind ik ook dat ze totaal niet verheven zijn, helemaal niet verliteratuurd. Er staan ook her en der fouten in. Dichterbij alledaags taalgebruik, bij het Latijn dat gesproken werd in Pompeii, kun je volgens mij niet komen. Daardoor is het, vind ik, alsof er stemmen tot leven komen. Je kunt je voorstellen dat je door het Pompeii van bijna 2000 jaar geleden wandelt en links en rechts mensen wat hoort roepen.’  

---


Bericht in Vox (magazine van de Radboud Universiteit Nijmegen, 8, 2007, nr. 7, blz. 11 

klik op onderstaande afbeelding voor leesbare tekst


---

Het boek is kort besproken door O li v i e r  H e k s t e r in De Volkskrant van 23 november 2007 (p.26)

Voor de tekst van de recensie als PDF, klik hier.

---

Een sympathieke bespreking door G u u s  M i d d a g  verscheen in NRC Handelsblad van vrijdag 7 december 2007, in het katern Boeken, blz.10

Voor de tekst van de recensie als PDF, klik hier.

---

Een kort signalement voor de Nederlandse Bibliotheek dienst (NBD)/ Biblio is gemaakt door prof. E. H e m e l r i j k

'...smaakvol uitgegeven boekje' (...) 
teksten (...) die een mooi tegenwicht vormen tegen de bekendere Latijnse literatuur. (...)
geordend naar vindplaats, wat een levendig beeld geeft van wat er op de muur van een bepaald type huis stond. (...)

---

Een kort signalement van de inhoud door P i e t  G e r b r a n d y  is opgenomen in De Groene Amsterdammer 132, 2008, nr 3 van 18 januari 2008, p. 44-45

(...) Het aardige van die opschriften is dat ze een beeld van de Oudheid oproepen waar niets klassieks of verhevens aan is, in een vaak fonetisch gespeld Latijn, met een woordkeus die je bij Vergilius niet zult tegenkomen. Vincent Hunink heeft er ruim duizend verzameld en vertaald, ongeveer een tiende van het gehele corpus. Bakkers prijzen broodjes aan, verliefde jongens formuleren ontroerende hartenkreten, sukkels worden belachelijk gemaakt, en vóór alles wordt er onvoorstelbaar veel geneukt, gebeft en gepijpt. 
(...)
Interessanter is dat veel graffiti metrisch zijn en verwijzingen bevatten naar poëzie van Vergilius, Propertius en Ovidius. Wanneer we op de muren van een bordeel ‘arma uirumque cano’ lezen, mogen we aannemen dat het om genitaal wapentuig gaat (...)

---

recensie door dr. C h a r l e s   V e r g e e r, in: Filosofie Magazine 18,1, febr/maart 2008, 59-60

(overgenomen met vriendelijke toestemming van de auteur)

(...) [het begin van de recensie bespreekt een ander boek van dezelfde vertaler, deel III van de Bibliotheca Latina Archaica 'Woeste Mensenharten' ]

(...) Boeiend ook de andere bundel. Wie durft de bibliothecaris keer op keer te plagen door naar enkele van die loodzware delen van het Corpus Inscriptionum Latinarum (CIL) te vragen? Niet op de leeszaal, helemaal uit het magazijn halen. De delen zijn goudmijnen maar wel in zandwoestijnen. Wat voor ons bewaard bleef is weer geheel anders van aard dan de hier vertaalde graffiti van de muren van Pompeii, veel minder voor de eeuwigheid bestemd en van officiële hand bevolen en opgesteld. Welnee, pak een spijker of scherf en kras op de muur PVDENS LIBARIVS HIC, Hier staat Pudens, de koekverkoper. Of CACATOR CAVE MALVM, schijter, pas op voor narigheid. Of je krast in de muur als in de stok van de herbergier: ‘Op 20 januari achthonderdveertig pond olie” en laat de moderne geleerde of lezer achter met de vraag of OLI P(ONDO) met ponden olijven of liters olie vertaald zou moeten worden.

Veel is scabreus en maar weinig van hoog niveau. Het is de straat die spreekt en roept en dat is heel bijzonder voor de oudheid. We lopen eigenlijk alleen maar in doodse stilte rond, de beelden in de musea, de pilaren van de tempels en de muren van ruïnes, ze staan daar zo stil. En nu opeens horen we de stemmen die destijds klonken. In een vulgair Latijn, wat anders dan op het gymnasium geleerd. Heel aardig is de vondst van Hunink om niet de volgorde van het geleerde CIL aan te houden maar de topografie van Pompeii. Al wandelend zien we de krassen op de muren en komen de kreten tot leven in dit boekje. Van de ongeveer 10.000 uit Pompeii afkomstige en in het CIS gepubliceerde teksten en fragmenten, vertaalde Hunink er duizend en liet daarbij de vele verkiezingsleuzen en opsommingen van koopwaren weg.

Door de plaats als uitgangspunt te nemen, merk ik dat de vertaling ook anders kan worden. Hunink geeft het voorbeeld van sitis dat we met ‘dorst’ zouden vertalen als het niet op de muur van een bordeel stond en blijkbaar ‘geil’ betekent.

Wat een raadsels geven trouwens sommige teksten op. Hoe raakten prachtige verzen van Propertius in de straten van Pompeii verdwaald? Waarom staat de naam van de filosoof Seneca op de gladiatorenkazerne? Wanner dorst iemand O VOBIS NERO POPPEA op de muur van het huis van de geleerden te schrijven? Een luid protest tegen het tweede keizerlijke huwelijk: ‘Wee jullie, Nero en Poppaea! Ik bespaar u verdere viezigheid, vunzigheid en vuiligheid, daar wordt u ruim mee geconfronteerd in de straten van Pompeii. Alleen nog even dit, waar u waarschijnlijk zonder het op te merken aan voorbij bent gegaan, al meteen bij de hedendaagse hoofdingang, de antieke Porta Marina:

‘Te koop bij Eupremus

mest van het landgoed en

een wiel.’

---

Op 21 april werd Vincent Hunink geïnterviewd voor de Vlaamse Radio (Radio 1) in het prgramma Mezzo, n.a.v. het graffiti-boek. Aanleiding was een opiniestuk door Bart de Wever  in de krant De Morgen (p. 14 'Cacator cave malum') waar nadrukkelijk naar Romeinse graffiti werd verwezen. Klik hier om te beluisteren (luisteren alleen mogelijk in België)

---

Het boek is kort vermeld in: Hermes, tijdschrift van de Vlaamse vereniging leraren geschiedenis, MAVO, PAV en cultuurwetenschappen 12,2008, 43, maart 2008, p.126

---

Een opvallend late bespreking van het boek, bijna zes jaar na dato: in 'De stem van het boek', driemaandelijks bibliografisch tijdschrift voor theologie en cultuur, gepubliceerd door de Faculteit voor protestantse godgeleerdheid te Brussel. (Uitgegeven door theologische uitgeverij Narratio te Gorinchem) Jaargang 24, nr 2, [voorjaar/zomer 2013] p. 14-15. Slot: 'Handzaam uitgegeven, geschikt om op reis mee te nemen'. (KS)

---

... maar het kan nog later. In 2014, dus zeven jaar na dato, is het boek gesignaleerd door J o e r i   F a c q  in: Prora, driemaandelijks ledentijdschrift van de Vereniging van Leerkrachten Oude Talen, 19,1 jan-mrt 2014, 13-14




FRAGMENT


374

uirum uendere

nolo meom

(...)

Mijn man verkopen

wil ik niet!

(...)

Via degli Augustali (VII,2,51), CIL IV 3061

 

  

375

Aeneadum genetrix

Stammoeder van de Aeneaden

Basilica, CIL IV 3072

metrisch; literair citaat (Lucretius 1,1)

 

 

376

Bi

Liberius

Venustus

Liberius

Venustus

Vicolo del Panattiere, CIL IV 3107

de gewone naam Liberius is veranderd in Biberius 'drinkerd'

 

 

 377

Serena

Isidoru

fastidit

Serena

verafschuwt

Isidorus.

Vico del Panattiere (VII,2,17; naast deur), CIL IV 3117

 

 

378

Antiochus Liuiaes ser(uus)

(A)ntio(c)hus Liuiae s(e)r(uus)

Antiochus slaaf van Livia

Antiochus slaaf van Livia

Vicolo del Panattiere (VII,2,16 of 3,25), CIL IV 3123

 

 

 

379

M Vecilius

Verecun

dus uestiar(ius)

Marcus Vecilius

Verecun-

dus, kledingmaker.

Vicolo del Panattiere, CIL IV 3130

 

 

380

Romulus in caelo

Romulus in de hemel...

Vicolo del Panattiere (VII,2,17), CIL IV 3135

metrisch; literair citaat (Ennius, Annalen 1,110)

 

 

381

Aeneadum

...van de Aeneaden

Vicolo del Panattiere, CIL IV 3139

metrisch; literair citaat (Lucretius 1,1)

 

 

382

Secundus

hic (c)acat

hi(c cac)at

hic cacat

Secundus

schijt hier,

schijt hier,

schijt hier.

Vicolo del Panattiere (VII,2,16 of 3,25), CIL IV 3146

laatste drie regels in de oudheid weggekrast

 

 


latest changes here: 17-09-2017

 


 

HOME VH / vincenthunink.nl

(c) 2017 V. Hunink

copyright statement  / contact